Aanvullend pensioen opnieuw ter discussie
Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) heropent het debat over het aanvullend pensioen. Dat leidde gisteren tot boze reacties.
VAN ONZE REDACTEUR PASCAL DENDOOVEN
BRUSSEL | Felle kritiek oogste Bacquelaine gisteren voor zijn boodschap dat hij een nieuw debat wil over het (te hoge) gegarandeerd rendement op het aanvullend pensioen. ‘Ik ga met de verschillende actoren de situatie evalueren en zo nodig nieuwe maatregelen nemen’, zei Bacquelaine in een mededeling.
De uitspraken van Bacquelaine kwamen er nadat Hans De Cuyper, ceo van AG Insurance en de nieuwe voorzitter van Assuralia, in De Tijd had ‘laten verstaan’ dat de financiering van het aanvullend pensioen in gevaar kon komen door de lage rente.
Erwin De Deyn, voorzitter van de socialistische bediendenbond BBTK, reageert boos. ‘Het is voldoende dat de ceo van AG Insurance iets zegt en Bacquelaine gaat al plat op zijn buik. Zijn uitspraken getuigen niet van een grote politieke visie.’
De Deyn hekelt dat Bacquelaine nog maar pas pleitte om geen ruimte meer te laten voor loonstijgingen in het aanvullend pensioen. De individuele werknemer zou ook de mogelijkheid krijgen om vanaf 2018 stortingen te doen voor zijn aanvullend pensioen. ‘En vervolgens geeft hij aan dat hij het aanvullend pensioen minder aantrekkelijk wil maken. Van een dagjespolitiek zonder visie gesproken.’
De Deyn merkt op dat de minister van Pensioenen op die manier een psychose creëert. Het aanvullend pensioen is volgens het BBTK uitgesteld loon. ‘Het is not done daaraan te raken.’ België is een van de landen waar werknemers uit de privésector bij hun wettelijk pensioen financieel de grootste stap terug moeten zetten.
Assuralia nam gisteren afstand van de boodschap van De Cuyper. ‘Assuralia heeft geen standpunt ingenomen en heeft ook geen voorstel op tafel gelegd over de aanpassing van het gegarandeerd rendement op het aanvullen pensioen’, zei woordvoerder Peter Wiels. ‘Als de rente laag blijft, is het wel iets waar we op lange termijn waakzaam voor moeten zijn.’
Philip Neyt, voorzitter van de vereniging van Belgische pensioenfondsen, verzette zich gisteren tegen het idee om het minimumrendement, twee jaar nadat het verlaagd werd, opnieuw te verlagen. ‘Op die manier haalt men het vertrouwen in het pensioen onderuit. Welke werknemer zal nog bereid zijn geld voor lange termijn af te geven, als men niet eens kan garanderen dat hij het later, in termen van koopkracht, terugkrijgt?’
Investeren in economie
Volgens Neyt kunnen verzekeraars, door het optrekken van de pensioenleeftijd én het afschaffen van de mogelijkheden om de belegging vervroegd af te kopen, op steeds langere termijn beleggen. ‘Daardoor kunnen ze in de reële economie investeren en zich een stuk illiquide investeringen permitteren. Wie nu 30 is, gaat pas op 67 met pensioen. Over die mensen praten we vandaag.’
Neyt wijst erop dat de verzekeraar onder meer in gereguleerde infrastructuur kan investeren en zo zijn rol van investeerder in de reële economie kan spelen. ‘Als men niet investeert in de reële economie, komt er ook geen groei’, waarschuwt hij.
Neyt vindt ook de vele verwijzingen naar de rente op Belgische obligaties op tien jaar niet correct. ‘Wie dat geld in staatsobligaties stopt, weet op voorhand dat het rendement nul is.’
Neyt pleit voor een stabiele situatie. ‘Zonder stabiliteit in het fiscaal kader én het rendement haal je het vertrouwen in het aanvullend pensioen onderuit.’
Voor verzekeraars is het dan weer eenvoudiger als er geen vast minimumrendement moet gehaald worden. Dat zou kunnen door de gegarandeerde rente volledig variabel te maken. Neyt is daar geen voorstander van. ‘Kortetermijnsignalen moet je niet vertalen in regelgeving.’
‘Mensen willen houvast en vertrouwen. Dat bereik je niet door constant te morrelen aan het aanvullend pensioen’ PHILIP NEYT Voorzitter Vereniging Belgische Pensioenfondsen