‘Kleine’ veestapel sluit de kringloop
Minder vlees eten is goed voor de gezondheid, het leefmilieu en de boer. Want als we minder veevoeder moeten telen, komt er meer landbouwgrond vrij voor groenten, fruit en andere graangewassen. En de akker- en tuinbouw levert een merkelijk beter inkomen op dan de veehouderij.
Minder veeteelt betekent ook dat we meer zelfvoorzienend worden in ons veevoeder. Want laat het duidelijk zijn: we moeten naar een circulaire landbouweconomie en daar heeft veeteelt, in beperkte mate, wel degelijk haar plaats. Dieren eten gras dat de mens niet verteert en maken er vlees en melk van. Meer dan de helft van het veevoeder bestaat intussen uit afval uit de voedingsindustrie: pulp van suikerbieten, mout bij de bierproductie of de schillen en stukjes aardappel die over blijven bij de productie van diepvriesfrieten. Dieren produceren mest die als bodemverbeteraar noodzakelijk is. ‘Zo ontstaat een gesloten kringloop’, zegt Martin Scholten van de Nederlandse Wageningen universiteit. ‘Grond maakt planten, maakt dieren, maakt mest, maakt grond, maakt planten.’