NIET GESCHOTEN, ALTIJD MIS
Dat er weinig liefde verloren is tussen de N-VA en Unia, het interfederaal gelijkekansencentrum, is niet verrassend. Dat de partij er communicatief alle belang bij had een ander front te openen na de deerlijk ontspoorde zaak-Bracke, is zeer begrijpelijk. Maar wat niet uit te leggen valt, is hoe en waarom ook deze gecoördineerde aanval op een gezworen vijand zo knullig werd uitgevoerd. Dat roept vragen op over de staat waarin de partij zich bevindt. Een staat van genade is het al lang niet meer.
Wijd en zijd staat de N-VA ervoor bekend een strak geleide, gedisciplineerde en naar buitenuit gepantserde organisatie te zijn. In haar ijver om haar electorale kracht om te zetten in zo veel mogelijk hefbomen van de macht, heeft ze de perceptie gecreëerd niet wezenlijk verschillend te zijn van andere formaties. Dat is er als een schok aangekomen. Een advertentiecampagne onder het motto ‘de verandering werkt’, met als boegbeelden staatssecretaris Theo Francken en vicepremier Jan Jambon, valt daarom op een koude steen. Nog een geluk dat de partij het verspilde geld niet echt nodig heeft.
In het leven van elke partij zijn er hoogtes en laagtes, maar het is lang geleden dat de N-VA zo flagrant de indruk gaf achter de feiten aan te lopen. De manier waarop ze zichzelf in de voet schoot in de heisa rond politieke bijverdiensten, maakt iets zichtbaar wat er al langer zat aan te komen. Niet meer alles wat de N-VA aanraakt, verandert in goud. Bij terugblik valt de eerste grote barst terug te voeren tot de uitdrijving van de kamerleden Hendrik Vuye en Veerle Wouters. Vooral de eerstgenoemde blijkt veel gevaarlijker te zijn buiten de partij dan erbinnen. Hij legt haar zwaktes genadeloos bloot.
Maar er zijn ook de aanhoudende klachten over achterblijvende fiscale inkomsten, iets waarvoor minister van Financiën Johan Van Overtveldt politiek verantwoordelijk is. Vlaams viceminister-president Liesbeth Homans raakt maar niet af van haar etiket van brokkenpiloot. De nieuwe staatssecretaris Zuhal Demir blijkt haar nog te overtreffen. Onder het motto ‘niet geschoten, altijd mis’, betichtte ze Unia eerst van een obsessie met Zwarte Piet. Toen dat een misser bleek, keerde ze haar argument om en vond ze dat datzelfde Unia te afwezig was geweest in dat debat. Tja.
Met branie en talent heeft de N-VA een dominante positie op de politieke kaart veroverd die ze vervolgens via sterke centrale sturing consolideerde. Een zelden vertoond exploot. Dat professioneel geleide succes wordt nu keer op keer ondermijnd door onkennelijk amateurisme.