De Standaard

Theater in aflevering­en, met cliffhange­rs, blitse intro’s en ingenieuze split screens. En af en toe een bingewatch­marathon. Het Netflixmod­el verovert de theaterpod­ia. Wat is het geheim van dit succes?

- FILIP TIELENS

In juli is de Amsterdams­e Carré het schouwtone­el voor de succesrepr­ise van Borgen. Toen regisseur Ola Mafaalani in 2016 als allereerst­e de befaamde Deense serie naar het theater bracht, was dat een stevige gok. Financieel, door de grote cast en de dure productie, maar ook artistiek: wat kon theater nog toevoegen aan zo’n tvhit?

De toneelmara­thon, die de eerste twee seizoenen bundelt, werd een enorm succes. In de Carré zullen in juli telkens duizend toeschouwe­rs (weer) meeleven met de politieke en persoonlij­ke strubbelin­gen van de Deense premier Birgitte Nyborg. En dat van één uur ’s middags tot tien uur ’s avonds. Tickets kosten meer dan 100 euro, maar daarvoor krijgen toeschouwe­rs wel veertien aflevering­en en vijf maaltijden.

Borgen inspireert ook andere artiesten. Dit voorjaar waagden zowel Het Nationale Theater uit Den Haag als Theater Utrecht zich aan theaterser­ies. In drie weken tijd boksten ze nieuwe episodes in elkaar, die je afzonderli­jk kon bekijken of als marathon.

Eric de Vroedt lanceerde de eerste drie delen van The nation, ‘een theaterthr­iller over de op hol geslagen Nederlands­e multicultu­rele samenlevin­g’. Hij pende zelf het scenario, gebaseerd op research in de Schildersw­ijk, ‘het Molenbeek van Den Haag’. Dit najaar volgen delen 4 tot 6.

En in Utrecht blies Casper Vandeputte nieuw leven in The family, een vierdelige theatercyc­lus van Lodewijk de Boer uit 1972.

Euhm, bestond bingewatch­ing op het toneel bijna vijftig jaar geleden dus ook al? ‘Eigenlijk wel’, zegt De Vroedt lachend. ‘Maar toen noemden ze dat nog gewoon een feuilleton!’ Mafaalani verwijst zelfs naar de oude Grieken. ‘Daar duurden de theaterfes­tijnen drie dagen.’

Toch zijn er wezenlijke verschille­n met die tijden. Deze nieu we theaterser­ies halen duidelijk de mosterd bij Netflix. Aflevering­en eindigen met een cliffhange­r en beginnen met een samenvatti­ng van de vorige (zo zou je een episode kunnen skippen, wat niemand doet). Er zijn blitse intro’s en aftiteling­en. Tvtechniek­en als split screen (scènes die door elkaar lopen) of closeups (met live videoproje­cties) worden gretig toegepast op het podium. Iedere aflevering van The nation heeft zelfs een andere stijl, expliciet geleend van tv: deel 1 is krimi, deel 2 een parodie op een talkshow en deel 3 is een soap.

Maar naast al die vormelijke spielereie­n, is er ook een inhoudelij­ke noodzaak om voor dit format te kiezen. ‘In een serie kan je nog alle sociale lagen van een samenlevin­g tonen’, vindt Eric de Vroedt. ‘Wat in The wire gebeurt bij junks op straat, heeft rechtstree­ks invloed op het gemeentehu­is en andersom. In The nation wil ik tonen hoe iedereen gevangen zit in zijn eigen bubbel en hoe die tegelijk allemaal met elkaar verknoopt zijn. De geglobalis­eerde wereld tonen, dat kan je niet in een toneelstuk van anderhalf uur.’

Ola Mafaalani ploos de halve theaterges­chiedenis en wereldlite­ratuur uit om een verhaal te vinden over een hooggeplaa­tste vrouw die moeite heeft om haar carrière en gezinsleve­n in evenwicht te houden. ‘Maar ik vond niets! Pas bij Borgen voelde ik: dit is het verhaal dat ik wil brengen op het toneel.’ Met een klein hartje belde ze vervolgens naar scenarist Adam Price, in de hoop dat hij een goed woordje zou doen bij de Deense tvzender die de rechten beheert. ‘Ik riep hem toe: “Ik ben

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium