De erfenis van Albert Frère
Op de Brusselse beurs noteert met GBL de op een na grootste holding van Europa. De portefeuille is nu 19 miljard euro waard. GBL wordt vereenzelvigd met Albert Frère (92) en de oude holdings waar financieel gewin en macht hand in hand gingen. Overigens is GBL evenveel in handen van de familie Frère als van de Canadese familie Desmarais via de Zwitserse holding Pargesa. Die bezit 50% van GBL.
Frère zal de geschiedenis ingaan als de man die rijk werd door de crisis in de staalsector, de verkoop van belangrijke Belgische bedrijven aan Franse groepen en zijn minachting voor minderheidsaandeelhouders.
Dat is geen fraaie of onomstreden erfenis, maar zijn indrukwekkende financiële nalatenschap wordt nu wel op een moderne manier beheerd door zijn opvolgers, die GBL sinds zes jaar leiden. Dat zijn coceo’s Ian Gallienne, de schoonzoon van Albert Frère, en Gérard Lamarche, voorheen cfo van het Franse nutsbedrijf Suez, dat lange tijd een van de allerbelangrijkste participaties van GBL was.
Strategie
Het is symbolisch dat het volledige belang in Suez de voorbije zes jaar de deur uitging. De nieuwe leiders kochten en verkochten in die zes jaar al voor 14 miljard euro.
In plaats van bijna volledig Frans en in energie en nutsbedrijven belegt GBL nu vooral in ambitieuze bedrijven die inspelen op groeitrends of zich richten op consumenten.
Zoals alle goede beleggers probeert GBL de bedrijven waarin het investeert door en door te kennen. Met zijn omvang is het al snel een grote of de grootste aandeelhouder, waardoor de groep een zitje krijgt in de raad van bestuur.
De consequentie is dat snel uitstappen niet altijd mogelijk is, maar de focus is sowieso de lange termijn.
Portefeuille
Bijna 85% van de portefeuille van GBL wordt vandaag bepaald door belangen in zes bedrijven. Drie ervan dateren nog uit het tijdperk van Albert Frère. Zo bezit GBL de helft van Imersys, een Franse wereldleider in mineralen, 7,5% in Pernod Ricard, de Franse sterkedrankengroep, en Lafarge Holcim, een wereldleider in cement.
Die laatste twee zijn ook de laatste belangrijke investeringen van Frère. Voor Lafarge arrangeerde hij nog mee de fusie met de Zwitserse concurrent Holcim. Hoewel GBL zich profileert als langetermijnbelegger, zegt het tegelijk dat niets voor eeuwig is. De oude participaties van Frère komen het meest in aanmerking om snel te verkopen. Maar participaties met een waarde van 2,5 miljard euro verkoop je niet elke dag, zeker niet als GBL een aantrekkelijke prijs wil krijgen.
Bij de nieuwe investeringen zijn Adidas en Umicore twee schoten in de roos. Adidas verviervoudigde en Umicore verdubbelde ruim sinds midden 2013 bekend werd dat GBL de meldingsdrempel van 3% in Umicore overschreed. GBL bleef onvermoeibaar aandelen bijkopen. Met 17% van de aandelen is GBL nu zeer ruim de grootste aandeelhouder van Umicore en heeft het twee zitjes in de raad van bestuur.
Ontex, kledingroep Burburry en de pretparkengroep Parques Reunidos (met Bobbejaanland) zijn kleinere investeringen. Onder Sienna Capital huizen beleggingen in durfkapitaal en nietgenoteerde beleggingen. Dat moet op termijn groeien tot 15% van de portefeuille.
Rendement
Hoewel GBL prat kan gaan op lage kosten (0,2%) in verhouding tot zijn grote portefeuille, is het met 8,9% per jaar sinds 1990 bij de mindere van de Belgische holdings. Dat was ook zo de voorbije tien jaar met zo’n 5% gemiddeld per jaar (bron: Bank Degroof/Petercam). Dat is wel beter dan de Bel20 (3,1%) en de Eurostoxx 50 (2,6%). Het dividendrendement is met 3,3% wel aantrekkelijk en wordt al meer dan twintig jaar elk jaar verhoogd.
Besluit
De matige prestaties op lange termijn hebben vooral te maken met de zwakke evolutie van de oude Frèreparticipaties. Met de nieuwe politiek mogen betere resultaten verwacht worden. Als vergoeding voor het wat bezwaarde verleden krijgen beleggers vandaag een discount van 22% op de echte waarde van de portefeuille, wat tegenwoordig veel is.