‘De sterkste heeft gewonnen’
Geen Belgen op het podium gisteren in Roubaix. Wel waren onze landgenoten aanwezig in de finale,reden ze lange tijd met de besten voorin, of behaalden ze een fijne ereplaats. De waardige verliezers aan het woord.
ParijsRoubaix werd een doorslagje van het hele voorseizoen van Greg Van Avermaet. Hij eindigde als eerste Belg op een vierde plaats. ‘Ik ben niet ontgoocheld. Ik rij toch maar weer de finale. Het was alleen niet vanzelfsprekend om het af te maken’, klonk het na de meet. Van Avermaet weigert dan ook zijn voorjaar als teleurstellend te zien. ‘Elke finale heb ik mee gekleurd, elke wedstrijd zat ik mee in de eerste groep, ik was altijd bij de renners die de koers wilden maken… Ik besefte vorig jaar al dat het heel moeilijk zou zijn om dit jaar zelfs maar één koers te winnen, laat staan om die reeks van een jaar geleden te herhalen. Bovendien heb ik nog altijd één kans. De Amstel. Misschien praten we volgende week al heel anders.’
Ook bij Jasper Stuyven (5de) heerste tevredenheid. Hij deed dan wel een plaats minder goed dan vorig jaar, maar kon net zo goed op het podium hebben gestaan. ‘Terpstra was de sterkste man in onze groep. Ik wist dat hij nog zou proberen aanvallen om op het podium te staan. In de slotkilometers liet hij plots een gaatje van tien meter. Mijn moment, dus. Ik speelde alles of niks, maar jammer dat Greg Van Avermaet het gat toen per se op mij wou dichtrijden. In plaats van Terpstra dat gat te laten dichtrijden… Toen Greg mij bijhaalde, sprong Terpstra uiteraard meteen van achter onze rug weg.’
Geen excuses echter bij Sep Vanmarcke. Zijn zesde plaats aan de streep was de juiste plaats, gaf hij eerlijk toe. ‘En ook over de winnaar moet je niet discussiëren. De sterkste heeft gewonnen.’ Op een podiumplaats rekende hij op het einde sowieso niet meer. ‘Daarvoor was ik gewoon te moe. Het draaide goed rond, maar toch kwamen we amper dichter bij Sagan en Dillier. Dan kan je niet anders dan zeggen dat de twee besten vooraan zaten.’
Blijft dus alleen nog dé vraag die op ieders lippen brandde: waarom reageert niemand op de uitval van Sagan op 53 kilometer van de finish?
‘Ik begrijp de vraag’, repliceert Van Marcke. ‘Het was inderdaad niet onmogelijk om mee te gaan. En Sagan laat je normaal niet alleen rijden. Alleen: Stybar laat je normaal ook niet alleen rijden. En die was eerder ook al zichzelf tegengekomen. Vandaar dat ik wachtte. Ik dacht dat Sagan zichzelf ook misschien zou tegenkomen. Alleen is dat niet gebeurd. Plus: er waren nog zoveel ploegen vertegenwoordigd rondom mij. Ploegen die met meer renners in die groep zaten. QuickStep, Trek, BMC… Ik vond dat het meer aan hen was om achter Sagan aan te gaan.’
Vrijgeleide
‘Is Jasper Stuyven kwaad dat ik het gat op hem dicht reed? Ik vind het ook spijtig voor hem. Maar het is niets persoonlijks’
Greg Van Avermaet schuift de hete aardappel door. ‘Het was aan QuickStep om te reageren. Ze waren nog met vier in onze groep op dat moment. Aan mij was het zeker niet. Ik had net zelf twee keer aangevallen en bij mij zat iedereen wel onmiddellijk op het wiel. Ik had geen andere keuze dan af te wachten. Maar Peter kreeg wel een vrijgeleide. Hij ging ook op het juiste moment. En hij heeft gewoon een enorm sterke koers gereden.’
Jasper Stuyven beaamt de superioriteit van de wereldkampioen. ‘Het was een vreemd moment toen Sagan aanging. Iedereen keek naar elkaar. Ik had geen superbenen en vond dat het dan ook niet aan mij was om als eerste of enige te reageren. Hij ging ook alleen en het was nog zeer ver tot aan de meet. Toen hij al twintig seconden voorsprong had verzameld, voelde ik dat het toch de moment was om iets te proberen. Dat dacht blijkbaar ook Wout van Aert, want we vielen op hetzelfde moment aan. We zijn dan vol beginnen rijden en hoopten snel naar Sagan te kunnen rijden en dan even in zijn wiel te kunnen recupereren. We kwamen tot op tien seconden, maar daar bleef het bij. Toen de andere favorieten Wout en mij inhaalden op 42 kilometer van de streep, dacht ik dat we nog met zin zessen naar Sagan konden rijden. Maar ook dat lukte niet. In no time verloren we dertig seconden. Toen wist ik dat we voor het podium reden.’
GREG VAN AVERMAET