Te mooi om te zien
De expo ‘Het gouden paviljoen’, in De Warande in Turnhout, illustreert de spanning tussen schoonheid en vernieling. Met desastreuze gevolgen.
In de roman Het gouden paviljoen van Yukio Mishima trekt een monnik naar een klooster. De plek is zo adembenemend mooi, dat het ondragelijk wordt. Hij kan de schoonheid niet meer aan en vernietigt daarom het klooster.
De curatoren Annelies Nagels en kunstenaar Dries Segers namen die wrijving tussen schoonheid en vernietiging als uitgangspunt voor hun gelijknamige tentoonstelling in De Warande. Eenentwintig kunstenaars onderzoeken, met wisselend succes, de kwetsbaarheid en dodelijke kracht die uit schoonheid kan spreken.
Het is een klassiek thema dat als een rode draad door het werk van Philippe Vandenberg loopt. Van hem zijn tekeningen van kruisigingen te zien waarin pijn en lijden een gevoel van schoonheid uitdrukken. Of neem nu de video van Ori Gersht waarin een stierenvechter zich klaarmaakt voor de strijd. Beelden van de matador voor en na het gevecht worden traag gecombineerd met fragmenten uit oude schilderijen met op de achtergrond sfeervolle, klassieke muziek.
Een daad van vernietiging kan ook schoonheid voortbrengen. Zo maakt Athar Jaber een sculptuur door kogels in een marmerblok te schieten – wat hij ook vastlegt in een slowmotionvideo – en vervangt Dries Segers zijn camera door slijpschijven en zagen waarmee hij zijn filmrolletjes perforeert.
Ook Danny Devos schrikt niet terug voor wat geweld. Hij toont een kinetische sculptuur die verwijst naar de Black Dahlia, een onopgeloste moord die Los Angeles in de jaren veertig in de ban hield. In zijn drieluik draait een cirkel met de afbeelding van de Black Dahlia rond met daaraan twee messen die traag bewegen. Een zwart kleed roept haar afwezige lichaam op.
Voor een ander werk correspondeerde Devos met seriemoordenaar Dennis Nilsson, die een dozijn jongens vermoorde en hun lichaam bewaarde ‘om niet alleen te zijn’. De kunstenaar toont een gedemonteerde koffer waarop een tekening en gedicht te zien zijn van Nilsson.
21 kunstenaars onderzoeken de dodelijke kracht die uit schoonheid kan spreken
Leo Copers staat ook vaak stil bij geweld en gevaar in een esthetische vormtaal. Zo toont hij twaalf fraaie, uit kristal geslepen karaffen met daarin dure wijnen. Hoe verlokkelijk de wijn ook mag zijn, de flessen bevatten gif. Het is werk waar een dodelijke aantrekkingskracht uit spreekt.
Ondanks een aantal knappe bijdragen wordt het thema hier behoorlijk ruim geïnterpreteerd. Met een begrip als ‘schoonheid’ kan je nu eenmaal alle kanten uit. Zo zijn er een aantal werken waarvan je je kan afvragen wat ze er überhaupt doen. Zoals de tekeningen van Marco Tirelli of een kerk die Geert Goiris op desoriënterende wijze heeft gefotografeerd.
Schoonheid en de vernietiging ervan zitten blijkbaar nog altijd in het oog van de toeschouwer.