‘Je staat daarmee op en je gaat daarmee slapen’
Mimi en Freddy Nolf verloren hun zoon Frederiek (21) ook door hartstilstand en weten wat de ouders van Michael Goolaerts doormaken.
Al negen jaar staat er in de woonkamer van Mimi en Freddy Nolf in Kuurne een rieten koffer. Daarin de gehandtekende truitjes van alle wielerploegen uit de Ronde van Qatar 2009. Op 5 februari van dat jaar liet hun zoon en renner Frederiek Nolf in die Ronde het leven. Hartfalen, ook toen. De dood van Michael Goolaerts doet hen vandaag opnieuw huiveren. ‘Die kist daar.’, wijzen ze. ‘Negen jaar later, en we kunnen ze nog altijd niet opendoen.’
Mimi Vandekerckhove schudt er zacht het hoofd bij. Ze zat zondagmiddag op een terras toen ze een sms’je kreeg. ‘Sagan gewonnen’, las ze. ‘Maar ook een drama gebeurd. Renner met een hartstilstand.’ Sindsdien kan ze de gedachte niet loslaten. ‘Omdat ik weet wat zijn ouders nu doormaken. Ge kunt dat niet beschrijven. Je krijgt dat nieuws en het duurt uren, dagen voor je het zelfs maar kan vatten. Een jong leven, hop, ineens weg. Ik heb maanden in een waas geleefd. Verdoofd. Bijna letterlijk. Er kwamen mensen op bezoek en ze hadden uren in mijn living gezeten, en ik kon mij dat nadien
zelfs niet meer herinneren.’ Naast haar knikt haar man Freddy Nolf: ‘Dat is zo’n patat voor die mensen. Je leeft niet meer, je wordt geleefd.’
De ouders van Frederiek Nolf beleefden hun donkerste uur in de vroege ochtend van 5 februari 2009. Frederiek Nolf was net als Michael Goolaerts een tweedejaarsprof. Met TopsportVlaanderen was hij afgezakt naar de Ronde van Qatar. De eerste vier etappes waren al gereden. Vijf dagen later zou Frederiek 22 worden. Een gewezen Belgisch kampioen bij de nieuwelingen, rot van het talent.
‘Maar die morgen kregen we plots telefoon’, zegt vader Freddy. ‘Walter Planckaert aan de lijn. Frederiek was niet meer wakker geworden. Door het tijdsverschil was het in Qatar een paar uur later. Daarom dat Walter ons héél vroeg belde. Het scheelde niks of we hadden het op de radio moeten horen. Dat wilde hij absoluut niet. Het was net als bij Goolaerts nu. Alleen was het bij hem niet in de koers gebeurd, maar ’s nachts. Hartstilstand.’
Bloemen van Devolder
Alle vragen die vandaag de revue passeren, waren er toen ook bij. Hoe kan het sporthart van een jonge renner het zo plots laten afweten? Werden die renners wel voldoende gescreend? Had hij wel aan topsport mogen doen? Zelf, zeggen Mimi en Freddy, hebben ze zich daar nooit mee beziggehouden. ‘Hij wás gecontroleerd’, zegt Freddy. ‘Hij was gezond. Had nooit één verwittigingske gehad.’ Was dat wel zo geweest, dan hadden ze misschien anders gereageerd. Zoals bij die zoon van een vriendin van Mimi die enkele jaren na het overlijden van Frederiek ook renner wilde worden. Freddy: ‘Hij werd onwel in de koers. Iets aan zijn hart. Dan hebben we wel direct gezegd: stoppen. Je kan nog twee, drie dokters aflopen en uiteindelijk zal er wel een groen licht geven. Niet doen. En hij is gestopt.’
Bovendien, vult Mimi aan: ‘Het gebeurt niet alleen in de koers. Ik heb ooit nog telefoon gekregen, op kerstavond. Van een moeder wier zoon hetzelfde was overkomen. Ze wilde er gewoon eens over praten. Haar zoon was student. Daaraan zie je, het kan iedereen gebeuren.’ Was hij maar nooit coureur geworden? Misschien dat bij anderen vandaag wel de gedachte zou opkomen, maar zij hebben er zich nooit door laten afleiden. ‘Integendeel’, zegt Freddy. ‘Daarvoor heeft de koers ons veel schone momenten opgeleverd. Al die zeges, kampioen van België in Hoogstraten… En Frederiek reed veel te graag.’
Als ze beetje bij beetje hun leven weer vorm hebben gegeven, is het bovendien deels dankzij dat wielren
‘Naar de koers gaan, ik kan het niet meer aan. De bussen, de renners: dan ruik ik, voel ik het weer. En dat wil ik niet’
MIMI NOLF
moeder van Frederiek
nen. Het cliché van de grote wielerfamilie. De voorbije dagen reageerde ze bijzonder hecht en emotioneel op het drama van Michael Goolaerts. Maar de familieNolf weet dat het veel meer is dan een cliché. ‘We zijn nu negen jaar verder en die steun is er nog altijd. Er kan geen week passeren of we horen JeanPierre Heynderickx minstens een keer. En met Walter Planckaert is het niet veel anders.’ Heynderickx en Planckaert waren ploegleiders van Frederiek. Mimi: ‘Net zoals Thomas Seghers, een leeftijdgenoot van Frederiek en vandaag coureur bij de liefhebbers, na zijn eerste overwinning van het seizoen nog altijd zijn
bouquet naar hier komt brengen.’
Freddy: ‘Stijn Devolder is zelfs na de Ronde van Vlaanderen naar hier gekomen om zijn bloemen af te geven. De avond van de Ronde zelf, alstublieft.’ We merken op dat Devolder de kamergenoot van Goolaerts was. Freddy zucht: ‘Dat zal voor hem ook weer ne patat zijn.’
Honderd jaar worden
Freddy is altijd naar de koers blijven gaan. Veel minder dan vroeger en op een heel andere manier. ‘Maar JeanPierre neemt me af en toe zelfs mee naar de briefings voor de ploegleiders. Ik vind dat plezant.’ Het liet hem toe om alles een plaats te geven, suggereert hij. Al heeft zijn vrouw daar twijfels over. ‘Omdat het hem geen deugd doet. Dan komt hij terug en zie ik dat hij met Frederiek in zijn gedachten zit.’
Maar ze laat hem doen. Ieder zijn manier om de draad weer een beetje op te pikken. Ook dat hebben ze samen geleerd. Voor haar is er al negen jaar geen koers meer in haar leven. ‘Ik heb het nog geprobeerd. Maar ik kan het niet aan.’
Op die ene dag per jaar na. Dat heeft ze beloofd aan Walter Planckaert en ook een beetje aan zoon Frederiek. Zolang Planckaert ploegleider is bij Sport VlaanderenBaloise brengt ze op de ochtend van KuurneBrusselKuurne koffie en taart naar de rennersbus. Mimi: ‘Maar dan lig ik al om half zeven ’s morgens te wriemelen in mijn bed. Nerveus. Ongemakkelijk. Ik sta op, ik vertrek vroeg en zo gauw de soigneurs er zijn en ik gerust ben dat ze mijn taart gekregen hebben, ben ik weer naar huis. De entourage, al die andere bussen, de renners… Dan ruik ik, voel ik de koers weer. En dat wil ik niet. Alleen binnen in mijn eigen huis ben ik gerust.’
Ze wijst naar de vele foto’s en trofeeën die overal in de woonkamer staan en besluit: ‘Ik weet wat de ouders van Michael Goolaerts nu doormaken. Je mag nog honderd jaar worden. Je staat daarmee op en je gaat daarmee slapen. Voor de rest van je leven.’