Laat ons uw ongelijk bewijzen
Vlaanderen moet meer investeren in wetenschap en onderwijs. Alleen zo kan het een kritisch klimaat creëren, schrijven JONGE ONDERZOEKERS.
Politieke oneliners en vermeende feitjes komen uitvoerig in de media, maar een echt debat heeft meerdere perspectieven nodig
Wetenschap is de stille motor van elke democratie. Als je de motor kunt horen, hapert er iets en is het tijd om in te grijpen. En, ja, er hapert iets. Daarom vindt morgen de tweede March for Science plaats. Vorig jaar gingen sommige leden van de Jonge Academie mee de straat op, dit jaar maken we de balans op.
Wetenschap en democratie hebben veel gemeen. Hoewel beide imperfect zijn, hebben we geen betere alternatieven om kennis te vergaren of samen te leven. Bovendien staat kritische dialoog centraal in beide. Maar wat beter kan, is de kritische dialoog tussen wetenschap en maatschappij, kennis en beleid. Wij pleiten voor een evidencebased beleid, dat de schaarse publieke middelen optimaal benut door beslissingen te stoelen op wetenschappelijk onderzoek.
Neem volksgezondheid: het doel is om een beperkt budget zo efficiënt mogelijk in te zetten in het belang van de bevolking. Bij die keuzes moeten betrouwbare, aan de realiteit getoetste studies voor gezondheidswinst primeren. Buikgevoel of politieke agenda’s met een kortetermijnvisie zijn slechte raadgevers. Daarom is het cruciaal dat onafhankelijke academici gegevens verzamelen, analyseren en interpreteren, en dat politici deze informatie waarderen als input voor hun beleidsplannen.
Concurrentiestrijd
Dit is geen pleidooi voor alleen beleidsgericht onderzoek, noch een patstelling tussen ‘wetenschappers met feiten’ en ‘politici met meningen’. Onderzoek kan fundamenteel, toegepast of beleidsgericht zijn. Wetenschappers pretenderen niet dat ze definitieve antwoorden geven en beseffen dat cijfers geïnterpreteerd en geïmplementeerd moeten worden. Wetenschappers ontginnen kennis, een langzaam proces waarin alle stappen nauwkeurig moeten gebeuren.
Het is aan politici om die moeizaam vergaarde informatie om te zetten in beleid. Maar om dat alles mogelijk te maken, moet het beleid voldoende investeren in wetenschap én onderwijs.
Voor elk nieuw contract of werkingsbudget moet er een aanvraag ingediend worden, die andere wetenschappers dan beoordelen. Meestal overtreft het aantal valabele projectaanvragen ruimschoots het beschikbare budget. Dat lijkt misschien goed nieuws: elke euro Vlaams onderzoeksgeld gaat naar een uitmuntend project. Maar die triomfantelijke conclusie negeert drie belangrijke aspecten.
1. Dit model vereist dat collega’s elkaar voortdurend beconcurreren, terwijl veel projecten net gebaat zijn met meer samenwerking.
2. Een significant deel van de onderzoekstijd wordt verkwist door (al geselecteerde) onderzoekers voortdurend projectaanvragen te laten schrijven en beoordelen. Door de lage slaagkansen is dit ontmoedigend voor alle partijen.
3. De geschiedenis bewijst dat de volgende wetenschappelijke doorbraak niet te voorspellen is, waardoor we beter op meerdere paarden wedden.
Europese norm
Een optimaal beleid laat duizend bloemen bloeien. En we hebben in Vlaanderen duizenden wetenschappelijke variëteiten in huis, maar het huidige beleid vraagt ons eerst een jaar lang te wikken en te wegen om dan uiteindelijk één variëteit te planten. Zou het niet beter zijn vertrouwen te hebben in gekwalificeerde mensen en samenwerking te bevorderen?
We weten hoe belangrijk menselijk kapitaal en kennisontwikkeling zijn om de kenniseconomie in Vlaanderen verder te doen groeien. Waarom kiest de overheid er dan niet resoluut voor om 3 procent van het bbp te investeren in wetenschappelijk onderzoek, wat de Europese norm is voor 2020? Er zijn genoeg competente onderzoekers om deze investering nu al te laten renderen.
Om het kritische klimaat te creëren waarin wetenschap optimaal gedijt, moet Vlaanderen ook investeren in onderwijs. Alleen zo kunnen we ons profileren als kenniseconomie. We doen twee aanbevelingen. Begeleid onderzoekers om hun kennis in handboeken te gieten. En ondersteun leerkrachten beter om nieuwe generaties kritische denkers en burgers op te leiden, zodat politici van morgen geen feiten negeren als die niet in hun kraam passen.
Filterbubbels
Een belangrijke wetenschappelijke houding is de huidige opvattingen in vraag stellen en argumenten en tegenargumenten beschouwen. In een wereld waar zoekalgo
ritmes en sociale media ons vooral berichten van gelijkgestemden voorschotelen, is dat een nuttige reflex. We moeten buiten de filterbubbels durven te stappen om ons te informeren en te participeren.
Binnen de onderzoekswereld zijn samenwerkingen over geografische, culturele en andere barrières heen de regel. In het wetenschappelijke bedrijf staat de uitwisseling van ideeën tussen onderzoekers van verschillende achtergronden en disciplines centraal. De wetenschap is dus niet alleen een belangrijke partner, maar kan zelfs een rolmodel zijn voor onze democratische samenleving.
Zowel wetenschap als democratie floreert door debat en kritisch denken. Politieke oneliners en vermeende feitjes komen uitvoerig in (sociale) media, maar een echt debat heeft meerdere perspectieven en nuancering nodig. Wetenschap is de motor van innovatie om de maatschappelijke uitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden. De innovaties die ze teweegbrengt, mogen niet belemmerd worden door een gebrek aan middelen, langetermijnvisie of samenwerking wereldwijd. Help ons samen voor onderzoek te gaan, dan zien wij erop toe dat de motor blijft draaien met optimaal rendement voor alle mensen in de samenleving.
Ondertekend door:
Vincent Ginis (VUB en Harvard University)
Niel Hens (UHasselt en UAntwerpen)
Lies Lahousse (UGent)
Evelien Smits (UAntwerpen)
Sofie Verbrugge (UGent)
Sylvia Wenmackers (KU Leuven) en 20 andere wetenschappers en kunstenaars van de Jonge Academie.