Geschonden
Werkbaar kader
Het internationaal recht wordt vaak verweten dat het niets kan doen aan situaties als die in Syrië. Nochtans biedt het internationaal recht dag in dag uit een werkbaar kader waarin de internationale gemeenschap met dergelijke situaties omgaat. Zo startte de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) dit weekend ter plaatse een onderzoek naar de aanval.
De OPCW kan echter alleen het gebruik van chemische wapens en de omstandigheden van de aanval vaststellen, ze heeft geen mandaat om verantwoordelijkheid toe te schrijven. De VS stelden daarom dinsdag in de VNVeiligheidsraad een resolutie voor die een onafhankelijk onderzoeksmechanisme zou opstarten dat, onder meer op basis van het OPCWrapport, de schuldigen zou kunnen aanduiden. De resolutie botste op een veto van Rusland, dat de VS verweet de resolutie te hebben voorgesteld wetende dat ze niet zou worden aangenomen, om zo latere gewapende actie in Syrië te kunnen rechtvaardigen.
De waarheid ligt allicht ergens in het midden, maar zeker is dat weinigen vandaag nog geïnteresseerd zijn in de bevindingen van de OPWC. Toegegeven, de eerdere vernietiging van het Syrische arsenaal aan chemische wapens, die onder het toezicht van de OPWC plaatsvond, blijkt niet compleet te zijn geweest.
Toch hadden staten de OPWCmissie kunnen steunen, om op basis van haar bevindingen aan te dringen op het identificeren van de verantwoordelijken en op verdere actie in
De vergeldingsactie vormt een gevaarlijk voorwendsel op basis waarvan Syrië en Rusland zouden kunnen claimen geweld te mogen gebruiken tegen de VS, het VK en Frankrijk
het kader van de VNVeiligheidsraad. Mocht Rusland die optie blokkeren, dan was er onder het internationaal recht de mogelijkheid om geweldloze tegenmaatregelen te treffen tegen Syrië en Rusland, zoals (economische) sancties, om beide landen ertoe aan te zetten de waarheid aan het licht te brengen en het verdere gebruik van chemische wapens te verhinderen.
De vergeldingsactie van afgelopen weekend was een gewapende aanval buiten het internationaalrechtelijk kader om, die het (collectief) recht op zelfverdediging van Syrië (en Rusland) heeft getriggerd. Een gewapende reactie van deze laatste zou moeilijk te rechtvaardigen zijn, omdat ze niet verder mag gaan dan noodzakelijk om de aanval waarop ze reageert af te wenden, en er hier geen aanval meer af te wenden valt.
Toch vormt de actie een gevaarlijk voorwendsel op basis waarvan Syrië en Rusland zouden kunnen claimen geweld te mogen gebruiken tegen de VS, het VK en Frankrijk. Hoewel ze voorlopig niet zo ver lijken te willen gaan, blijft het afwachten hoe ze zullen reageren.