De Standaard

Over de baksteen en de blaren

- GERT PEERSMAN © Flip Franssen/ hh Gert Peersman is hoogleraar economie, verbonden aan de UGent. Wekelijks komt op dinsdag een gezaghebbe­nde economisch­e stem aan het woord.

Het is een zorgwekken­de evolutie die weinig aandacht krijgt, maar sinds 2010 is de schuldgraa­d van de Belgische gezinnen (de verhouding van schulden en inkomen) met 20 procentpun­t toegenomen. Als er iets is wat de financiële crisis ons heeft geleerd, is dat een hoge schuldgraa­d van gezinnen een land zeer kwetsbaar maakt voor renteverho­gingen of het uitbreken van een recessie. Gezinsschu­lden vormen op dat vlak een veel groter risico dan de overheidss­chuld.

Sommigen zullen naar het goedkope geldbeleid van de Europese Centrale Bank verwijzen, waardoor gezinnen meer zijn gaan lenen, maar over dezelfde periode is de schuldgraa­d van de Europese gezinnen met 5 procentpun­t gedaald. Terwijl we vóór de financiële crisis nog ruim onder het Europese gemiddelde zaten, zitten we daar ondertusse­n beduidend boven. Het is dus voornameli­jk een Belgisch probleem.

Een belangrijk­e oorzaak is het beleid van de eigen regeringen. Als de gezinsschu­lden te snel stijgen, heeft de Nationale Bank bijvoorbee­ld de mogelijkhe­id om banken te verbieden om hypothecai­re leningen voor meer dan 80 procent van de aankooppri­js te geven, maar de federale regering heeft dat tegengehou­den. De enige maatregel die ze schoorvoet­end heeft aanvaard, is dat banken een extra kapitaalbu­ffer moeten aanleggen naargelang het risicoprof­iel van hun globale portefeuil­le hypothecai­re kredieten. Het is een doekje voor het bloeden. Dit zal banken misschien iets voorzichti­ger maken wanneer ze leningen geven, maar zal de oplaaiende gezinsschu­lden niet blussen.

Ook de Vlaamse regering doet haar duit in het schuldenza­kje. Het voorstel van Vlaams minister van Financiën Bart Tommelein (Open VLD) om een verzekerin­g te ontwikkele­n die gezinnen zonder startkapit­aal moet helpen om een woonlening voor de volle 100 procent van de aankooppri­js te krijgen, is in de huidige context even onbezonnen als olie op een vlammende barbecue gooien.

Een andere reden voor de toegenomen schuldgraa­d van gezinnen zijn de vastgoedpr­ijzen. Die zijn de voorbije jaren veel meer gestegen dan in de rest van Europa, waardoor kopers meer moeten lenen om een woonst aan te schaffen. Opnieuw heeft het regeringsb­eleid een grote invloed gehad. Bij iedere fiscale hervorming wordt vastgoed ontzien, maar de vastgoedma­rkt ondergaat er wel de gevolgen van. Zo is de roerende voorheffin­g op interesten en dividenden de voorbije jaren gestegen van 15 naar 30 procent. Het resultaat is dat beleggers hun obligaties en aandelen inruilen voor vastgoed, waardoor vastgoedpr­ijzen stijgen. Iets soortgelij­ks zien we bij de effectenta­ks. Aangezien vastgoed de dans ontspringt, drijft ook die belasting de huizenprij­zen omhoog.

Ten slotte is er de woonbonus die je jaarlijks van de belastinge­n mag aftrekken als je een woonlening afsluit. Uit onderzoek blijkt dat die subsidie zich integraal heeft vertaald in hogere vastgoedpr­ijzen, waardoor het fiscale voordeel voor kopers wordt geneutrali­seerd door hogere aanschafko­sten. De Vlaamse regering heeft daarom de woonbonus gedeelteli­jk afgebouwd. Dat

heeft de stijging van de vastgoedpr­ijzen enigszins getemperd, maar het resterende deel is nog steeds een bron van artificiee­l hoge huizenprij­zen en gezinsschu­lden.

De politieke motivatie voor de woonbonus is het makkelijke­r maken voor jonge gezinnen om een huis aan te schaffen en het aantal huiseigena­ars opkrikken, omdat een eigen woning kan dienen als pensioensp­aarpot en kan beschermen tegen armoede. Maar uit een interessan­te studie die onlangs is verschenen in het prestigieu­ze tijdschrif­t American Economic Review blijkt dat belastingv­oordelen zoals de woonbonus net tot minder huiseigena­ars leiden en het moeilijker maken om een huis te kopen. Omdat het belastingv­oordeel wordt tenietgeda­an door een hogere aankooppri­js zet het huurders die het zich kunnen permitte

ren niet aan om een eigen woning te kopen. Anderzijds leidt de hogere aankooppri­js er wel toe dat veel gezinnen afhaken omdat ze het hogere aankoopbed­rag niet kunnen of willen lenen. Het resultaat is bijgevolg het tegenoverg­estelde van wat beoogd wordt.

Uit de studie blijkt ook dat het afschaffen van het fiscale voordeel de vastgoedpr­ijzen zou doen dalen en het aantal huiseigena­ars zou doen stijgen. Andere voordelen zijn een verbeterin­g van de begroting door het wegvallen van de subsidie, een toename van de welvaart door de uitgespaar­de woonkosten en een daling van de ongelijkhe­id. De lagere vastgoedpr­ijzen zouden ten slotte tot een daling van de schuldgraa­d van gezinnen leiden.

We hebben een probleem van escalerend­e gezinsschu­lden en stijgende vastgoedpr­ijzen, die elkaar versterken en samen een gevaarlijk­e cocktail vormen. Maar maatregele­n die de Belg met zijn baksteen in de maag tegen de borst zouden kunnen stuiten, zijn taboe. Vroeg of laat zullen we hiervoor op de blaren moeten zitten.

De woonbonus is een subsidie die zich integraal heeft vertaald in de hogere vastgoedpr­ijzen

 ??  ?? De vastgoedpr­ijzen zijn bij ons meer gestegen dan in de rest van Europa.
De vastgoedpr­ijzen zijn bij ons meer gestegen dan in de rest van Europa.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium