Alles voor het grote publiek
Wie wordt beter van de vele virtuele modeshows die in Milaan plaatsvinden? Niet de journalisten die de livestream via de laptop thuis volgen. Wel het grote publiek en de vele fans. Nog nooit is de lijn tussen merk en klant zo direct geweest.
‘Ieder seizoen beslissen we een modeshow te organiseren’, stond gisterenmiddag in het persbericht van het Italiaanse modehuis Marni. ‘Dit seizoen vroegen we ons af waarom.’ Wat volgde, was een betoog over dit eigenste moment. Dat we er allemaal samen in zitten en vooral niet moeten terugkeren naar wat was.
Dus pakt Marni vandaag niet uit met een gewone modeshow, maar krijgen we een bijzonder plaatje te zien: geen mannequins, maar echte mensen. Geen catwalk, maar een leefwereld. Geen showplek, maar de wereld. Met Marnifesto (sic) laat het huis ons vanaf 14 uur tot ’s avonds laat binnenkijken in de wereld van een veertigtal mensen, van Dakar tot Tokio, van New
York tot Shanghai. Mensen die live gefilmd zullen worden door hun vrienden of familie, doorspekt met liveoptredens van Deem Spencer, Mykki Blanco, Moses Sumney, Yves Tumor en nog enkele surprise acts. Daarna volgt telkens de Marni-show zelf.
Terwijl een modeshow in normale tijden nauwelijks een kwartier mag duren, zal het hele gebeuren per locatie nu makkelijk drie keer zoveel tijd nemen. ‘We weten niet exact wat er zal gebeuren’, stond verder in het persbericht. ‘Maar niks kan dichter bij het echte leven staan.’ Wat we wel zeker weten? Iedereen, waar ook ter wereld, mag meekijken. De beelden worden live gestreamd via marni.com, Instagram, Youtube, Weibo en cameramoda.it. Dat laatste orgaan organiseert al jaren de modeweken van Milaan en heeft voor deze editie een livestreamplatform opgericht. Dat is nodig, want van de 156 evenementen tijdens deze modeweek zijn er 81 live (al dan niet met een maximum van een vijftigtal zitplaatsen, op anderhalve meter) en gaan er 75 digitaal.
Compleet nieuw is die publieksparticipatie niet. Van oudsher staan er schermen opgesteld rond de Duomo van Milaan en ademt de hele stad een week lang mode en dat bijbehorende Made in Italy-gevoel. Maar nooit eerder is het publiek, de uiteindelijke klant dus, zo betrokken bij wat decennialang een gesloten wereld was waar alleen modeprofessionals een inkijk in kregen. U, de gewone mens in de straat, iedereen die beschikt over een smartphone, zit momenteel op de virtuele eerste rij. Daar waar tot voor kort alleen belangrijke boetiekhouders en modejournalisten zaten. Akkoord, de voorbije jaren waren daar ook steeds meer beroemdheden en influencers gaan plaatsnemen, maar misschien komt daar nu ook wel weer verandering in. Giorgio Armani pakte gisteren trouwens uit met een video, die je op zijn site kan herbekijken en die niet toevallig Building dialogues heette. Geen dialoog met de industrie zelf, wel met het grote publiek, wat dacht u?
Interview met Raf Simons
Ook de show van Prada voedde die stelling. Geen livegebeuren gisterenmiddag, maar een virtueel defilé, vooraf opgenomen, net als het interview met Miuccia Prada en Raf Simons dat erop volgde. Een unicum, want nooit eerder is zo professioneel gewerkt aan een soort handleiding bij een collectie, door de mensen die de collectie bedacht hebben bovendien. Andere jaren mochten de belangrijkste toeschouwers van shows meteen na de finale even de backstage binnenglippen om de designer te feliciteren of enkele vragen te stellen, nu werd dit netjes vervangen door een sterk geregisseerd vraaggesprek, met vragen die vooraf door het grote publiek konden gesteld worden. De vragen kwamen uit Kyoto en New York en behelsden onderwerpen als samenwerking, vernieuwing en Pradaness. Wie de modewereld niet kent, zapte bij het zien van de statige, kille,
ietwat pretentieuze setting allicht snel weg, maar voor de fans van het huis was dit gegarandeerd kicken.
Deze nieuwe aanpak heeft zowel een positieve als een negatieve kant. Het vergt veel creativiteit van een modehuis om een systeem dat sinds de jaren 70 bestaat zomaar te doorbreken. Een show organiseren was – nou ja – simpel: je boekte een locatie, modellen, visagisten, een deejay, je nodigde mensen uit, zorgde al dan niet voor een drankje aan de deur, en dat was dat. Nu weet het kleinste kind dat zomaar een video ineen boksen geen goed idee is. Het mag, neen, moet wel iets meer zijn, Niet noodzakelijk voor mensen die al jaren in de branche zitten en de kleren van dichtbij willen zien om erover te schrijven of om te weten of ze die straks in hun winkel willen hebben, maar vooral omdat jonge mensen, het publiek van morgen, opgegroeid zijn met sterke, flitsende beelden. De taal van mode wordt dus anders. In het geval van Armani: veel beter dan die saaie shows in een plek die al jaren dezelfde was.
Wat wel op de helling staat, is de modejournalistiek. De laatste jaren werd het al lastiger om interviews te doen met designers en dichter bij het werkelijke product en het metier te komen. Maar wie heeft nog baat bij modekritiek, als de uiteindelijke klant al tijdens de show een virtuele duim in de lucht kan steken en zijn keuze gemaakt heeft?
Een Frans team met experts in bedreigd erfgoed filmde als eerste het geteisterde Aleppo. Een digitale presentatie zoomt in op de ravage en op wat we kwijtspeelden.
Aleppo, een reis door 5.000 jaar geschiedenis
Op een panoramisch scherm komt de zwaar gehavende Umayyad-moskee in het Syrische Aleppo in beeld. Ze is gefilmd vanuit een duizelingwekkend perspectief. Hier zindert eeuwenoude geschiedenis mee. Toen de moskee gebouwd werd in de achtste eeuw, was Aleppo al een stad van vele beschavingen. De ‘stad der wonderen’ floreerde als pitstop langs de zijderoute en zou ook een toevluchtsoord worden voor christenen, Joden en Armeniërs.
In de kelder van Villa Empain, tussen de projectoren, waan je je even een bezoeker in oorlogsgebied. Dramatisch aanzwellende muziek kleurt de aanblik van de ravage: hier is werelderfgoed toegetakeld. Dan verschuift het beeld haast ongemerkt naar wat er ooit was. Met de inzet van artificiële intelligentie rijst de minaret van de moskee op die in 2012 door Syrische terroristen vernield werd.
Op oorlogspad
Zeven toegetakelde monumenten komen aan bod in Aleppo, een reis door 5.000 jaar geschiedenis. Meteen na het einde van de gevechten tussen rebellen en regime, in 2017, werden ze gefilmd door een Frans team. Tijdens hun terreinbezoeken schakelden ze de grote middelen in, zoals camera’s op telescoopstangen en drones die filmbeelden in hoge resolutie leverden.
De architect Yves Ubelmann richtte in 2013 Iconem op, een stichting die bedreigd erfgoed digitaal vastlegt. Hij is pas terug uit Beiroet, om er de impact van de verwoestende ontploffing van deze zomer te filmen. Ubelmann heeft veel archeologische terreinervaring in het Midden-Oosten in zijn rugzakje zitten. De voorbije jaren was hij er continu op oorlogspad, om in kaart te brengen hoe heilige plekken en eeuwenoud patrimonium beschadigd werden. ‘Wat er in Aleppo gebeurde, maar ook in Palmyra of Mosul, was een dubbele catastrofe’, zegt Ubelmann. ‘Voor de getroffen inwoners, maar ook voor het patrimonium dat ze voor hun ogen zagen verdwijnen.’
De staf van Villa Empain zag een eerdere presentatie, in 2018 in Parijs. Men koos ervoor om in te zoomen op Aleppo vanwege de emotionele band. Jean Boghossian, de Libanees van Armeense afkomst die met zijn stichting Villa Empain redde, werd er namelijk geboren.
Jean Boghossian, de Libanees van Armeense afkomst die met zijn stichting Villa Empain redde, werd geboren in Aleppo