Gazet van Antwerpen Mechelen-Lier
“Gezien de omstandigheden mag ik tevreden terugblikken”
Bornemse mobiliteitsambtenaar Michiel Dieleman sluit zwak seizoen af met knap BK
Na vier profseizoenen bij het ter ziele gegane Cibel-Cebon sloot Michiel Dieleman zijn eerste seizoen bij de elite zonder contract afgelopen zaterdag af met een zevende plaats op het Belgische kampioenschap in Lokeren. “Gezien de omstandigheden mag ik tevreden terugblikken op dit seizoen”, aldus de Oost-Vlaamse inwijkeling die tegenwoordig in Puurs-Ruisbroek woont.
Voor Dieleman werd het een bijzonder 2020, en dat niet alleen wegens corona. 2020 was namelijk het eerste jaar dat Dieleman het profwielrennen eerder noodgedwongen vaarwel zei en de koers begon te combineren met een job.
Nog centen tegoed
“Ik had drie mooie jaren bij Cibel-Cebon”, zegt Dieleman. “Met Marcel Omloop aan het roer liep alles op wieltjes. Toen hij vorig jaar wegging, stortte de ploeg als een kaartenhuisje in mekaar en nadien zijn er zelfs heel wat minder fraaie dingen voorgevallen. Ook zelf heb ik nog centen tegoed, dat dossier loopt nog bij de arbeidsrechtbank.”
En dus moest de 30-jarige Dieleman, in 2018 nog goed voor eindwinst in de Ronde van Luik en een zege in de interclubkoers Sint-Niklaas, het dit seizoen over een andere boeg gooien. “Ik koos voor een job en zie de koers nog louter als hobby. Ik ben nu mobiliteitsambtenaar bij de gemeente Bornem.
Michiel Dieleman is al acht jaar samen met renster Hanneke Van Gucht uit Puurs. Samen met hun hond Loesje wonnen ze samen in Ruisbroek.
De job sluit niet meteen aan bij mijn diploma van bio-ingenieur, maar wel bij mijn eindwerk dat ik destijds maakte.”
Als wielrenner is Dieleman voor de gemeente Bornem het ideale uithangbord. Ook bij de organisatie van de plaatselijke wielerkoers van twee weken geleden bewees hij zijn nut. “Ik nam niet alleen deel aan die
koers, maar gaf ook raad bij het uitzetten van het parcours.”
Dieleman is trouwens samen met renster Hanneke Van Gucht uit Puurs. “Al acht jaar intussen. We leerden mekaar kennen aan de Gentse universiteit, zonder dat we van mekaar wisten dat we allebei koersten. Sinds enkele jaren wonen we samen in Ruisbroek, Hanneke is trouwens
ook mijn personal coach. Sinds ik haar ken, maakte ik alleen maar vorderingen. Ik startte dit seizoen met een tweede plaats, maar dan kwam corona. Nadien bleven de goede resultaten uit, vooral dan omdat in de weinige koersen die er nog wel waren steeds een sterke bezetting aanwezig was.”
Floris De Coninck is geen tafelspringer. De Moerbekenaar heeft nochtans al nationale en internationale dressuurwatertjes doorzwommen en traint in zijn stal Coninckshof ook heel wat toppaarden.
Tussendoor leidt hij ook zelf jonge paarden op. Met de zesjarige BWPruin Origi (Don Frederic-Ostara van Lusthof) haalde De Coninck na een spannende finale in Stal Bocage in Dentergem de dressuurbeker van België bij de jonge paarden binnen. Ondanks de coronacrisis konden de voorbije maanden toch nog zes bekerwedstrijden worden afgewerkt. Voor aanvang van de finale werden van elke combinatie de beste drie uitslagen in rekening genomen voor de voorlopige stand. Die werd aangevoerd door Flore De Winne (WinHoreses’ Flynn) uit Zottegem die met een kleine voorsprong op De Coninck aan de finale begon. Maar daarin legde Origi een vlekkeloos parcours af, wat De Coninck naast de dagzege ook de eindzege opleverde. De Winne strandde, met een derde plaats in de finale, op de tweede stek, Katrien Verreet werd derde. “Origi heeft zeker wat in zijn mars, ik heb het paard helemaal zelf opgeleid. Het is intussen eigendom van Line Dejonghe, maar zij geeft me alle vertrouwen om verder te bouwen aan de toekomst”, aldus De Coninck.
Volgend jaar wordt een belangrijk jaar voor Origi, want bij de zevenjarigen ligt het niveau alweer een pak hoger met proeven op het niveau Prix Saint-Georges. “Als de coronacrisis voorbij is, gaan we toch met zijn allen een feestje bouwen om deze prachtige trofee te vieren”, lieten de supporters van stal Coninckshof al weten.