“Zelfs met doping breek ik geen wereldrecord”
Maarten Vangramberen onderzoekt unieke sportprestaties
HASSELT - In het nieuwe Canvas-programma 'Wereldrecord' onderzoekt sportjournalist Maarten Vangramberen (39) zeven iconische wereldrecords uit de sportwereld, zoals de 9.58 seconden van topsprinter Usain Bolt op de 100 meter. “Zelf sport ik elke dag intens, maar ik heb vastgesteld dat ik nog niet tot aan de enkels van die topsporters kom.”
Jürgen Schult wierp in 1986 zijn discus 74,08 meter. Gewichtheffer Hossein Rezazadeh tilde in 2004 liefst 263,5 kilo en Dennis Kimetto liep in 2014 de marathon in minder dan 2 uur en drie minuten. Het is een greep uit de wereldrecords waarover Maarten zich met topsporters, trainers en sportwetenschappers in innovatieve sportlabo’s buigt. “Bedoeling is om met al hun expertise en wetenschappelijk onderzoek die records te ontleden. Ik heb geen ambitie om ze zelf scherper te stellen.” (lacht) Toch deed Maarten soms een klein testje om het unieke van de records te ondervinden. Zo kon hij niet één ronde op de piste rijden aan de snelheid waarmee Bradley Wiggins er 218 aflegde tijdens z’n werelduurrecord. “Ik liep wel vollen bak de 100 meter, en liep meteen een spierscheur van drie centimeter op. Bij de marathon trachtte ik even gelijke tred met de Afrikanen te houden, maar die waren hallucinant snel. Ik hield het slechts 920 meter vol. Toen waren de benen compleet verzuurd en bereikte mijn hartslag het alarmpeil. Ik had constant het gevoel een sprint te trekken.”
Verbeelding
Dat veel wereldrecords jaren standhouden, hoeft dus niet te verbazen. “Ze spreken tot de verbeelding. Je kan je niet voorstellen dat een mens erin slaagt om over 2m45 te springen, en toch deed iemand het.”
Acht Maarten zich ooit in staat om een wereldrecord enigszins te benaderen? “Dat bestaat niet, omdat ik er het lichaam niet voor heb. Zelfs met verboden middelen kan ik geen topsporter zijn. In de serie laat ik me testen in de universiteit van Gent met de ‘muscle talent scan’, dat je snelle en trage spiervezels onderzoekt. Men gebruikt dat toestel o.a. bij jeugdspelers van Manchester United, of bij jonge atleten om na te gaan of ze het best zijn in de sprint of in lange afstanden. Uit die scan bleek dat ik snelle spiervezels heb. Uit een andere test bleek dat ik ook de snelle variant heb van het sprintersgen. Als ik me al aan een record zou wagen, moet ik de korte afstand kiezen. Uit mijn studententijd herinner ik me dat ik het best was op de 400 m horden. Maar dat is ook mijn enige talent. Ik weet dat er maar één blanke is die 100 m loopt onder de tien seconden. Ik raak zelfs niet onder elf seconden.”
Hoewel bescheiden, is Maarten toch een pak sportiever dan de doorsnee Vlaming. “Ik heb een master lichamelijke opvoeding, beoefende zowat alle sporten en sport elke dag. Vanochtend om 6u fietste ik al op de rollen. Omdat zoiets overdag niet lukt door het werk, sta ik extra vroeg op om dat te plannen. Gisteren liep ik 10 km en deed ik krachttraining.”
Kimetto
De recordhouders worden niet opgezocht. “Omdat je anders een human interestreportage krijgt en het gaat ons om de wetenschap achter die records. In het geval van de marathon konden we - omdat hij er toevallig was - met Kimetto praten, maar meestal hebben zo’n recordhouders weinig te vertellen.”
Door de opnames ontmoette Vangramberen ook z’n idool Eddy Merckx. “Op de laatste draaidag mocht ik op de koffie. Extra interessant waren al die kleine anekdotes die zo’n mensen vertellen. Zo vertelde hij dol te zijn op hopscheuten, wat ik niet kende. En bloemkool at hij nooit meer sinds hij het meermaals per dag voor de kiezen kreeg in de ronde van Slovenië.” (lacht) Vangramberen presenteert al bijna 10 jaar het sportnieuws, maar een eigen tv-programma was geen ambitie. “Ik ben sportjournalist. Maar wetenschap fascineert me. Als kind was ik geabonneerd op wetenschappelijke tijdschriften en zeker de sportrepor-tages las ik meteen. Voor 'Wereldrecord' kon ik mijn passies voor sport en wetenschap bijeen brengen. Daarom heb ik toegehapt.”
Eén ding heeft Vangramberen geleerd uit het programma. “Een wereldrecord kun je niet alleen bereiken door super sportief te zijn. Achter elk record zit ook een wetenschappelijk verhaal. In het discuswerpen komt er al techniek kijken bij de draaibeweging en het afzetten van de voeten, en in de lucht is de aerodynamica ook belangrijk. Het is niet toevallig dat discuswerpers vaak beter presteren in kleinere stadions. Pas als sport én wetenschap op topniveau samensmelten, is een record haalbaar.”
'Wereldrecord', Canvas, 21.15u
“Je zal godverdomme maar hulpverlener zijn in Brussel en élke dag opnieuw die ellende moeten trotseren”
Jan Verheyen in ‘De Ochtend’ op Radio 1