Jaap Peters
Ooit had Kia een topmodel waar iedereen een beetje om moest gniffelen, de Opirus. Niemand kon met droge ogen beweren dat dit een serieuze concurrent was voor de grote merken uit Duitsland. Met de Stinger worden de zaken serieuzer aangepakt.
“Ooit had Kia een topmodel waar iedereen een beetje om moest gniffelen, de Opirus. Met de nieuwe Stinger worden de zaken serieuzer aangepakt.”
Als je niet aan zijn hoge basisprijs denkt, is de Stinger een goede auto.
Kia was tot nu toe vooral een merk dat leuk meedeed. Steeds meer mensen weten het merk te waarderen, verkooprecord na verkooprecord wordt verbroken. Maar het zijn vooral de kleine auto’s en de compacte suv’s die succes hebben. In de prestigieuze superliga van de auto’s, waar merken als Mercedes, BMW en Audi de dienst uitmaken, kijkt Kia vanaf de zijlijn toe. De Opirus uit 2004 was nauwelijks serieus te nemen: het was met zijn dubbele ronde koplampen en zijn staande grille een mislukte kopie van de toenmalige Mercedes E-klasse. Daarna heeft Kia zich met succes vooral op kleinere modellen gestort. Maar inmiddels reiken Kia’s ambities hoger dan betaalbare, goed uitgeruste auto’s met 7 jaar garantie. En dus krijgen de Picanto, de Rio en de Sportage gezelschap van een prestigieus model. De Stinger is ambitieus: Kia maakt er geen geheim van dat hij recht tegenover de BMW 4-serie Gran Coupé wordt gezet. VAART DER VOLKEREN Mercedes, BMW en Audi hebben wereldwijd een enorme reputatie. Of je nu in China, de VS, Nederland of België woont, een dikke Duitser voor de deur is een symbool voor succes in het leven. Het is dapper dat Kia nu een poging waagt om tot dit bastion door te dringen. Het merk weet zelf ook dat het niet te hoog van de toren moet blazen: met geen woord wordt gerept over verkoopprognoses. De Stinger heeft wel een andere taak: hij stuwt de andere modellen van Kia op in de vaart der volkeren. De Picanto-rijder kan nu verheugd ‘Kijk eens, dat is mijn merk’ uitroepen als hij wordt ingehaald door een Stinger. Om enige kans van slagen te hebben, moet de Stinger zijn Duitse concurrenten eigenlijk alle hoeken van het circuit en de snelweg laten zien, en daarbij ook nog goedkoper en zuiniger zijn én een mooi uiterlijk hebben. Wat dat laatste betreft, is Kia naar onze mening geslaagd. Luchthappers in de motorkap en achter de wielkuipen zijn een geijkte manier om sportieve ambities kracht bij te zetten, net als een aflopende daklijn. De dubbele uitlaatpijpen, de korte overhang voor en de lange overhang achter en de achterlichten die ver doorlopen zijn andere opvallende details. Bij het ontwerpen van het interieur was de uitdaging voor Kia nog groter. Reken maar dat de Stinger-koper een kritische blik op de knopjes en de schermen werpt voordat hij zijn handtekening onder een koopcontract zet. Wij bekijken het dashboard met zo’n zelfde blik en hebben niets te klagen: op het gebied van materialen en afwerking is het allemaal voorbeeldig. En tóch hadden we meer verwacht. We hoopten op een overtreffende trap van Audi’s virtual cockpit, of een volledig digitaal instrumentarium waarbij de reuzeschermen in de Mercedes E-klasse verbleken. In plaats daarvan zien we alleen wat Mercedes-trekjes, zoals de ronde ventilatieroosters en de vorm van de keuzehendel van de automaat (AMG GT). Kia heeft alles traditioneel gehouden: een niet al te
groot navigatiescherm, analoge ronde klokken voor de toerenteller en de snelheidsmeter, knopje hier, toetsje daar. Het is nergens vernieuwend. Bij de veiligheidsopties zien we hetzelfde: de Stinger kan met alles besteld worden wat tegenwoordig gangbaar is, zoals adaptieve cruisecontrol, een head-up display, een draadloze telefoonoplader en launch control, maar voegt daar zelf geen nieuwe features aan toe. EEN TON VOOR EEN KIA Misschien dat Kia zich vooral heeft gestort op de motoren en de rijeigenschappen. Er zijn drie motorkeuzes: een 2,2-liter turbodiesel met 200 pk, een tweeliter turbomotor die 255 pk levert en een 3.3 Twin Turbo-zescilinder die goed is voor 370 pk en standaard vierwielaandrijving heeft. Die laatste is het kroonjuweel, en daarvoor betaal je een prijs die tot voor kort onmogelijk was bij Kia. Hij kost 99.995 euro (bijna een ton! Voor een Kia!), wat mede te wijten is aan zijn hoge CO2-uitstoot van 244 gram. Ter vergelijking: de BMW 440iA Gran Coupé (326 pk) met vierwielaandrijving kost ‘maar’ 74.946 euro. Een treetje lager staat de 2.0 Turbo, die wordt geleverd met achterwielaandrijving. Ook deze auto is geen koopje, en ook nu is de CO2-uitstoot de grote boosdoener. Je betaalt 67.995 euro. Een BMW met ongeveer evenveel vermogen, de BMW 430i Gran Coupé (252 pk), kost 54.870 euro. Zullen we maar stoppen met dit verhaal en een kaarsje opsteken voor de Stinger? Dat zou sneu zijn, want als je de hoge basisprijs even buiten beschouwing laat, is de Stinger 2.0 Turbo een goede auto. De motor is met een 0-100 in 6 seconden en een top van 240 km/h niet van traagheid te betichten. Het koppel van 353 Nm is bovendien van 1400 tot 4000 tpm beschikbaar. De automaat, die Kia in eigen huis heeft ontwikkeld, doet zijn werk goed en onopvallend als het niet snel hoeft te gaan. Heb je wel ambities op dat vlak, dan reageert hij wat traag: als je vanuit een krappe bocht vol op het gas gaat staan, duurt het te lang voordat de automaat de bijpassende versnelling heeft gevonden. De besturing is dan weer uitstekend voor elkaar: precies voldoende scherp voor spannende wegen vol bochten, maar niet te nerveus voor de op comfort gerichte bestuurder. De Stinger geeft je de keuze om zijn karakter te veranderen: er zijn 5 rijprogramma’s die variëren van milieuvriendelijk tot zeer sportief en waarbij onder meer de gaspedaalrespons en de stevigheid van de schokdempers worden aangepast. Als je het warm hebt gekregen van al die snelle bochten, bieden de uitstekend zittende geventileerde stoelen verkoeling. Van de motor hoor je weinig tijdens het rijden, het enige rustverstorende element zijn de afrolgeluiden op slecht wegdek. IETS SPANNENDER Heeft de Stinger het in zich om een succes te worden? In Nederland moet gevreesd worden van niet. Hoewel het een prima auto is, is er eigenlijk niets wat zijn torenhoge basisprijs rechtvaardigt. Als we heel eerlijk zijn, hadden we gehoopt op nét iets meer: spannender motoren (bijvoorbeeld een hybride aandrijflijn met krachtige elektromotor) en hightechfeatures die we nog niet kenden van andere merken. In één opzicht is de Stinger wel degelijk voor zijn vuurdoop geslaagd: hij zorgt ervoor dat Kia eindelijk een waardig vlaggenschip heeft. Alleen dat al rechtvaardigt zijn raisond’être.