Sportieve coupés
BMW M4, Audi RS 5
Volgens onze collega’s van de marketingafdeling moeten we gaan A/B-testen. Dat betekent twee covers ontwerpen om te kijken welke beter verkoopt. Of twee nieuwsbrieven uitsturen en meten welke beter ontvangen wordt. Toen bij ons het kwartje viel, zaten wij al achter het stuur van onze ‘A’ en ‘B’: de Audi RS 5 Coupé en BMW M4 Coupé ...
Wij zijn niet jaloers op de techneuten die bij Audi de taak kregen om met een passend antwoord te komen op de BMW M4. De M4 wordt namelijk beschouwd als de ultieme sportcoupé. Audi wil daar verandering in brengen met de nieuwe RS 5 Coupé en zet daarvoor de loodzware V8 bij het grofvuil. Ervoor in de plaats komt een lichtere V6 met twee turbo’s die weliswaar niet meer paardenkrachten (450 pk), maar wel meer newtonmeters (V8: 430 Nm, V6: 600 Nm) naar alle vier de wielen stuurt. De zes-in-lijn van de BMW M4 schopt het ook tot 450 pk, maar heeft een trekkracht van 550 Nm. De testauto is voorzien van het Competition-pakket en beschikt, zoals we van de sportieve BMW-modellen gewend zijn, over achterwielaandrijving. De winnaar van deze test is zoals altijd de auto die in alle vijf hoofdstukken de meeste punten verzamelt, maar ditmaal zijn we vooral gefocust op het onderdeel waarvoor deze sportcoupés in het leven zijn geroepen: de rijeigenschappen. IN-/EXTERIEUR Audi heeft meer aandacht voor detail. In beide coupés heb je voorin alle ruimte en is het afzien op het strafbankje achterin. Als een lange bestuurder plaatsneemt in de Audi, schuift hij de voorstoel tot tegen de achterbank. Dan blijft er voor de kinderen achterin nul beenruimte over. De BMW is zowel voorals achterin een fractie ruimer. Wat betreft veiligheid gaan deze sportwagens ook aardig gelijk op. Een spoorassistent, dodehoekwaarschuwing, verkeersbordherkenning en een head-up display zijn voor beide auto’s leverbaar. In de BMW-fabriek wordt te weinig aandacht besteed aan de afwerking. De plastic panelen op de middentunnel hebben scherpe randen en het gebied waar de voorste spatborden en de A-stijlen samenkomen, is niet zo fraai gelakt. Bij de Audi bespeuren we meer liefde voor detail. COMFORT De M4 veert soepeler, de RS 5 zit lekkerder. Liefde voor detail zegt echter niets over het veercomfort. De RS 5 stuitert hard op drempels en richels. Zelfs op asfalt in de categorie biljartlaken en met het comfortprogramma
ingeschakeld, zijn de adaptieve schokdempers druk in de weer. Duikt er een echte oneffenheid op, dan ontstaan er grote veeruitslagen die hardhandig worden opgevangen. Hierdoor beweegt de carrosserie van de Audi meer dan nodig of wenselijk is. Stel dat je in de bikkelharde sportstand over slecht asfalt naar je werk moet rijden, dan ga je serieus overwegen om voor de terugweg de trein te nemen. De BMW is absoluut geen vliegend tapijt, maar zijn onderstel klaart de klus veel beter. Hoe je de schokdempers ook instelt, oneffenheden worden met meer beleid geïncasseerd. Grote gaten kan hij niet gladstrijken, maar het onderstel haalt wel het scherpe randje eraf. De stoelen van de M4 Competition zijn wat gewoontjes. De zitting is niet uitschuifbaar en de lendensteun is niet instelbaar. Ze bieden wel veel ondersteuning, maar dat doen de stoe- len in de RS 5 ook. Bovendien hebben de sportstoelen in de Audi wel oog voor je onderrug en bovenbenen. Ze kunnen je zelfs masseren. Een ander pluspunt van de RS 5 is de stille cabine. Naar motorgeluid luisteren is vermakelijk, maar wind- en afrolgeluiden horen daar waar de vogels fluiten. Maar hoe fijn de stilte aan boord ook is, het maakt het straf geveerde onderstel niet minder hard. De M4 wint dit hoofdstuk. MOTOR/TRANSMISSIE De Audi sprint sneller dan beloofd. De BMW brult het uit. Volgens Audi is het mogelijk om in 3,9 seconden naar 100 km/h te accelereren. Daar is geen woord van gelogen. Sterker nog, dankzij de grandioze tractie lukt het ons ook in 3,5 seconden. Bij de achterwielaangedreven BMW gaat een deel van de kracht in rook op. Hierdoor is de M4 niet alleen een seconde langzamer dan de RS 5, hij doet er drie tiende van een seconde langer over dan de folder vermeldt. Maar zodra de M4 eenmaal grip heeft, zet hij heel snel de achtervolging in. Dat gaat zo vlug, dat bij 200 km/h de achterstand op de Audi heeft ingelopen. En hoewel de BMW 50 newtonmeter minder heeft, reageert hij op hoge snelheden venijniger en versnelt hij makkelijker tot 280 km/h. Bij beide auto’s is de begrensde topsnelheid verhoogd van 250 naar 280 km/h. De BMW trompettert helse klanken uit zijn optionele uitlaatsysteem met brulkleppen. Dat klinkt vooral luidruchtig en niet per se mooi. De Audi speelt een harmonische melodie die bij verschillende toerentallen fraai klinkt. De achttraps automaat van de RS 5 lijkt de voorstelling niet te willen verstoren en schakelt
Bewapend met het RS Dynamic Pakket is de tractie van de RS 5 immens.
zonder drama, oftewel snel en soepel. De zeventraps transmissie met dubbele koppeling van de M4 knalt in de Sport-Plus-stand de ene na de andere versnelling erin. Dat doet hij goed, want je hebt altijd de beschikking over het vele koppel. De RS 5 haast zich bijna te snel naar de hoge toerengebieden. Op constante snelheid is de Audi juist beter in het opzoeken van de lage toerentallen en daardoor behaalt hij een gunstiger testverbruik. Al is de Audi met 10,8 l/100 (1 op 9,3) niet heel veel zuiniger dan de BMW: 11,6 l/100 km (1 op 8,6). RIJEIGENSCHAPPEN Prestatieverhogende hulpmiddelen. Beide testauto’s gebruiken een prestatieverhogend pakket om de ander te snel af te zijn op het testcircuit. Zo beschikt de RS 5 over het RS Dynamic Pakket met variabele bestu- ring, een differentieel en een sportonderstel met Dynamic Ride Control dat rol- en duikbewegingen tegengaat. Met dit pakket wordt bovendien de begrensde topsnelheid verhoogd naar 280 km/h en krijgt de RS 5 Coupé Matrix led-verlichting aangemeten. Bij BMW zorgt het Competition Pack ervoor dat de M4 Coupé over 450 pk beschikt (standaard M4: 431 pk). Bij de prijs van het pakket is ook een sportonderstel met adaptieve schokdempers en gesmeed 20-inch lichtmetaal inbegrepen. Beide auto’s zijn voorzien van dure carbonkeramische remschijven. Kortom, wat betreft uitrusting doen de sportcoupés niet voor elkaar onder. Bewapend met het RS Dynamic Pakket is de tractie van de RS 5 immens en reageert de besturing vliegensvlug op elke stuurbeweging. Dat de voorwielen het af en toe zwaar hebben, komt doordat er 154 kilo meer op rust dan bij de M4. Als we op de grens rijden, leunt de Audi bij het insturen zwaar op de voorwielen en heeft hij te neiging om te ondersturen. Het Dynamic Ride Control-systeem kan rol- en duikbewegingen tegengaan, doordat de schokdempers met elkaar verbonden zijn. De verbinding is diagonaal, dus de schokdemper rechtsachter reageert op wat er met het wiel linksvoor gebeurt. En linksachter compenseert voor rechtsvoor. De vierwielaandrijving verdeelt de kracht tussen de wielen zo, dat de
Als de finishlijn in zicht komt, heeft de M4 een neuslengte voorsprong.
Audi gecontroleerd op de grens kan opereren. Nadeel is het gebrek aan terugkoppeling naar de bestuurder. In de BMW is die wel ruimschoots aanwezig. In vergelijking met de ietwat afstandelijke RS 5 bouwt de M4 een intiemere band op met zijn bestuurder. In plaats van overhaast te reageren op stuurbevelen, volgen de voorwielen van de M4 Competition de aanwijzingen van de messcherpe besturing beter op. Met uiterste precisie rijdt BMW op de toppen van zijn kunnen. De kracht is perfect te doseren en de achterkant zwaait beheerst uit. Als de finishlijn in zicht komt, heeft de M4 een neuslengte voorsprong. Ook bij het snel van richting veranderen op de slalom profiteert de BMW van zijn lichtvoetigheid en klokt hij de hoogste snelheid en krijgt hij dus de meeste punten. In de regen brengt hij het er echter niet zo goed vanaf. De Audi schittert juist wel op natte on- dergronden. Dan zijn de vierwielaandrijving en het differentieel in hun element en krijgt elk wiel precies genoeg kracht aangeleverd. Hoewel de Audi op een droog circuit een fractie langzamer is, maar onder natte omstandigheden de stabielere auto blijkt, wint hij dit belangrijke hoofdstuk. MILIEU/KOSTEN Grote bedragen, kleine verschillen. De BMW M4 kost 120.350 euro en de Audi RS 5 is ruim vijfduizend euro duurder (125.892 euro). Die bedragen zijn inclusief de meerprijs van het Competition Pack voor de M4 (7500 euro) en het RS Dynamic Pakket voor de RS 5 (8262 euro). De carbonkeramische remschijven waarmee beide auto’s zijn uitgerust, kosten grofweg achtduizend euro. Voor de Audi brengen we 3152 euro extra in rekening voor het 20-inch lichtmetaal (standaard: 19 inch). Bij BMW zijn de 20-inch wielen met achter bredere banden dan voor, bij de prijs van het Competition Pack inbegrepen. Aangezien de BMW M4 iets goedkoper in aanschaf is, wint hij het laatste hoofdstuk. De vaste lasten komen in grote lijnen overeen: de Audi verbruikt iets minder brandstof, maar voor de BMW betaal je minder wegenbelasting. Beide sportcoupés zijn wat betreft onderhoud en verzekering praktisch even duur.