Cubase digitaal audioworkstation
Steinbergs DAW Cubase 9.5 heeft een paar praktische tools
Een vaak gehoord kritiekpunt op de sequencer-bolide was zijn beperking tot acht insert-effecten, zeker ook omdat twee van die slots vast als prefader gerout waren. Cubase 9.5 verhoogt het aantal inserts per kanaal naar zestien, die elk afzonderlijk op pre- of postfader in te stellen zijn.
De tot nu toe vrij elementaire metronoom is geheel herzien. Je kunt nu willekeurige geluiden als metronoomklik gebruiken, en ook eigen patronen met verschillende toonhoogtes en klemtonen maken. Dat is vooral handig bij afwijkende maatsoorten. De onderverdeling daarvan, bij een 7/4-maat bijvoorbeeld 2 + 2 + 3 of 3 + 2 + 2, is dan eenvoudig hoorbaar te maken. De Cubase-mixer werkte tot nu toe met een floatingpoint-nauwkeurigheid van 32-bit, maar is nu ook in een 64-bit modus te gebruiken (double-precision). Daarmee worden afrondingsfouten geminimaliseerd die optreden bij het digitaal optellen of aftrekken van signalen. Alle gebruikte plug-ins moeten het 64-bit mixen wel ondersteunen. Daar horen in elk geval bijvoorbeeld alle interne VST3-effecten van Cubase zelf bij. Als er andere plug-ins geactiveerd worden, schakelt Cubase terug naar 32-bit-float.
Nauwkeuriger mixen
In de praktijk zijn de verschillen echter alleen voor vleermuisoren te horen bij extreem zachte muziek. Normale popproducties profiteren amper van de hogere rekennauwkeurigheid. De extra rekenkracht die het vergt blijft wel binnen de vijf tot tien procent, dus je kunt vrij makkelijk uitproberen wat de nauwkeuriger mixengine oplevert.
Voor de duidelijkheid: het gaat hier alleen om de rekennauwkeurigheid van de mix-engine en niet om de 64-bit architectuur van het programma en de plug-ins. Het gaat ook niet over de resolutie van de audio-engine: die werkt nog steeds met 32-bit en een maximale samplerate van 192 kHz.
Offline-effecten
Met Direct Online Processing (DOP) zijn audio-objecten in het arrangeervenster te bewerken met andere plug-ins en interne plug-ins, onafhankelijk van insert- en sendeffecten. Cubase rekent de effecten voor het audiomateriaal offline door, wat slechts een paar seconden kost en daarmee een bijna realtime karakter heeft. DOP werkt niet-destructief, dus plug-ins kunnen te allen tijde uitgewisseld en aangepast worden. Helaas staan daarvoor geen presets ter beschikking.
Het opnemen van automation-data voor bijvoorbeeld volume of stereopanorama deed Cubase alleen in de vorm van rechte lijnen. Vloeiende overgangen moest je moeizaam met de hand maken. Cubase 9.5 ondersteunt nu ook zogeheten Béziercurven: je verbindt twee automationpunten met een lijn en buigt die vervolgens naar de gewenste curve. Dat gaat met de hand redelijk snel, je kunt er heel muzikale in- en uitfades mee maken.
Geheel los daarvan heeft Steinberg de bedieningsinterface uitgebreid. In de rechterzone is nu een compleet bestandsbeheer in te voegen. Je kunt daar ook de mastervolumeweergave of de control room laten zien. Ook praktisch: de nieuwe Snap-To-Zoom-functie past het muisraster automatisch aan de huidige zoominstelling aan.
De laatste update van het Digital Audio Workstation van Steinberg mixt intern met 64-bit. Het biedt meer insert-slots, een bijgewerkte metronoom, automation-curven en resourcevriendelijke offline-effecten.
Conclusie
Steinberg gaat met Cubase 9.5 verder met consolideren. Dat doet het programma goed. Vaak gaat het om kleine details als de Snap-To-Zoom-functie, die het werk aanzienlijk kunnen vergemakkelijken. Omdat Steinberg ook aan extra wensen als Béziercurven en meer insert-slots voldoet, is deze update voor iedereen aan te raden. (nkr)