Dit zei de Nijmeegse hoogleraar invasiebiologie Rob Leuven in het radioprogramma
De aanleiding
Rob Leuven (60) is expert op het gebied van exoten, uitheemse soorten die door menselijk toedoen in onze leefomgeving zijn geïntroduceerd. In maart werd hij hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. In het programma Vroege Vogels (17 september) zei hij dat lang niet alle exoten schadelijk zijn; 10 tot 15 procent van de gevestigde soorten is dat volgens hem wel. Deze invasieve nieuwkomers (planten, dieren en micro-organismen) tasten de biodiversiteit aan, schaden ecosystemen, veroorzaken economische schade en kunnen ziektes verspreiden.
In Vroege Vogels sprak Leuven over de „enorme invasie” van grondels (baarsachtigen) uit de regio van de Kaspische Zee en de Zwarte Zee, die volgens hem samenhangt met het openen van het MainDonaukanaal (naast verbetering van waterkwaliteit). We onderzoeken of deze verbinding tussen Donau en Rijn zo’n cruciale rol speelt.
Waar is het op gebaseerd?
Leuven doet al vanaf de jaren tachtig onderzoek naar het leven in Europese rivieren. Hij zegt zich te baseren op eigen onderzoek en op tal van andere wetenschappelijke studies. De door de jaren heen waargenomen invasiepatronen van vier grondelsoorten (zwartbekgrondel, Pontische stroomgrondel, marmergrondel en Kesslers grondel) duiden erop dat de vissen via de Donau, de Main en de Rijn ons land bereiken, zegt Leuven.
In veel rapporten wordt die stelling onderschreven – hoewel ook andere routes worden beschreven. Leuven zegt dat er voor de zwartbekgrondel, de meeste agressieve soort, aanwijzingen zijn dat deze ook met ballastwater van (zeegaande) schepen is meegelift. De soort wordt al langer aangetroffen in de Grote Meren van Noord-Amerika en is mogelijk ook via ballastwater terechtgekomen in havens aan de Noordzee, om zich van daaruit stroomopwaarts in Nederlandse rivieren te verspreiden.
En, klopt het?
Het Main-Donaukanaal (171 kilometer) werd op 25 september 1992 in gebruik genomen. De hoge verwachtingen over de economische winst zijn nooit bewaarheid. Jaarlijks gaat er zo’n vijf miljoen ton
waar grotendeels waar
door het kanaal, dat met zestien sluizen 406 meter hoogteverschil overbrugt. Dan zijn twintig schepen per dag al veel.
Dat de verbinding tussen voorheen gescheiden gebieden leidt tot evolutionaire en soms relatief snelle veranderingen in het leefmilieu, is vaker beschreven. In de afgelopen twee decennia zijn steeds meer grondels aangetroffen in de rivieren, eerst in Duitsland en daarna Nederland. Het patroon verschilt per soort, en na een stijging treedt vaak stabilisatie en teruggang op, terwijl een andere soort dominant wordt.
De zwartbekgrondel, die eind 2004 voor het eerst in Nederland werd gesignaleerd doet inheemse vissen verdwijnen door vraat van eieren en larven, en door verjaging van schuil- en voortplantingsplaatsen. „Overal waar hij opduikt, verdwijnt de rivierdonderpad”, zegt hoogleraar Leuven. „Ze verdringen inheemse soorten waar we meer waarde aan hechten”, zegt Hendry Vis van het bureau VisAdvies, dat laboratoriumonderzoek deed naar het agressieve karakter van de zwartbekgrondel.
Sportvissers, onder andere op de kade achter het centraal station aan het IJ in Amsterdam, aan de IJssel bij Wilp en bij de Maas in Maastricht, bevestigen dat ze veel grondels vangen. Ze zijn er niet blij mee, zeggen ze. Vissers haten de grondel, want het is maar een klein diertje dat niet veel gewicht in de schaal legt, zegt bestuurslid Thijs Bergers van Sportvisserij Limburg. In augustus zou in Limburg voor het eerst een kampioenschap grondelvissen worden gehouden, maar er was onvoldoende belangstelling.
Toch zijn er ook plekken waar de opmars van de zwartbekgrondel stokt. Ze worden bijvoorbeeld als prooi herkend door snoekbaars en snoek. „Het aantal neemt in sommige delen van onze rivieren duidelijk af”, stelt bioloog Lothar Kroll van het Landesamt für Umwelt in Mainz in een e-mail. Maar onder andere baarzen en zelfs aalscholvers worden talrijker.
Conclusie
Onderzoek en waarneming van vissers bevestigen de invasie van grondels na de opening van het Main-Donaukanaal. De bewering is waar. Wim Brummelman
grotendeels onwaar onwaar