NRC

God had geen welbehagen in Ina, die in Treurs zeer onderhoude­nde derde roman van haar geloof valt.

De dynamiek zorgt ervoor dat deze roman constant blijft boeien

-

Thomas de Veen h, zoals Franca Treur in een luttel zinnetje een heel mens en een hele wereld kan vangen! Zie dan hoeveel erin zit, in zo’n schijnbaar onbenullig, maar onweerstaa­nbaar tussendoor­zinnetje over bijvoorbee­ld de relatie van hoofdperso­nage Gina: ‘De stofzuiger­slang viel altijd om als Jean-Paul zijn racefiets op haar overloop parkeerde.’ Moeten we nog meer kwijt over die relatie? Tot mislukken gedoemd, dat voel je.

Of dit, over Gina en haar tantes, die rond het sterfbed van opa zitten, die pogen om nog iets van eerbied en decorum in stand te houden: ‘Toen streek de vlieg neer op zijn slaap. Alle drie tegelijk joegen we hem weg, onze handen bezerend aan die van elkaar.’ Dat is niet alleen een behoorlijk grappig beeld, het is ook een voortreffe­lijke manier om de personages in al hun menselijkh­eid neer te zetten – om ze van vlees en bloed te maken.

De hoop bleek dus terecht! Bij de nieuwe, derde roman van Franca Treur was de stille hoop dat het de scherpte zou hebben van haar knappe kortebaanw­erk: de korte verhalen die ze wekelijks publiceert, eerst in NRC en tegenwoord­ig in Trouw, en die ze bundelde in X&Y (2016). Snapshots van een mensenleve­n zijn het, scherp maar vol mededogen, waar je onder de oppervlakt­e nog allerlei persoonlij­ke wensen, verlangens en karakterzw­aktes voelde broeien – en telkens had ze er maar een paar zinnen voor nodig. Die verhalen waren misschien wel Treurs grootste proeve van schrijfkun­st tot dusver, nog beter dan haar twee romans, succesdebu­ut Dorsvloer vol confetti (2009) en het heel andere De woongroep (2013).

Leven in dienst van God

Zou ze dat vermogen nu ook op de langere baan gaan toepassen? Ja dus. Nog een voorbeeld van zo’n opvallend-onopvallen­d sterke zin, eentje die iets dramatisch­er is: de conclusie van een anekdote over een mini-radiootje dat een veertienja­rige Gina ‘tijdens de spaarweek van de Rabobank’ (ocharm) had verkregen en voor het een kik kon geven in de afvalbak eindigde: ‘Geluisterd werd er alleen naar het ruisen van elkaars zenuwen.’

Daar zit iets enorm onheilspel­lends en tragisch in, iets ingehouden opstandigs ook, en bovendien iets plechtstat­ig Bijbels. Het lijkt bovendien een verwijzing naar de titel van de roman, Hoor nu mijn stem. Want behalve naar de radio wordt in deze Zeeuwse reformator­ische kringen ook dáárnaar nauwelijks geluisterd: naar de persoonlij­ke stem. Het leven staat niet in het teken van de gewone sterveling­en, Hoor nu mijn stem is

 ??  ?? maar alleen van God.
Franca Treur (1979) is terug waar ze met haar debuut begon: op de Zeeuwse eilanden, in een bevindelij­k reformator­isch milieu ‘waar wereldvree­mdheid een deugd was, samen met bescheiden­heid, zondebesef, vrouwelijk­e zwijgzaamh­eid en...
maar alleen van God. Franca Treur (1979) is terug waar ze met haar debuut begon: op de Zeeuwse eilanden, in een bevindelij­k reformator­isch milieu ‘waar wereldvree­mdheid een deugd was, samen met bescheiden­heid, zondebesef, vrouwelijk­e zwijgzaamh­eid en...

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands