Ruim 100 duizend coronatests afgenomen sinds 1 juni; 1,7 procent positief
ROTTERDAM - Sinds iedereen met klachten zich vanaf 1 juni kan laten testen, hebben de GGD’s in Nederland ruim 113.800 testen afgenomen. Van ruim 103.400 daarvan is de uitslag al binnen: 1,7 procent was positief, laat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gisteren weten.
Het RIVM ziet grote regionale verschillen in het aantal positieve testen. Zo valt de regio rond Den Haag op, waar het percentage positieve testen tussen de 3 en 4 procent ligt. In de noordelijke provincies ligt dit percentage tussen de 0 en 0,9 procent.
Waarom deze precies zijn verschillen ontstaan, kan een woordvoerder van het RIVM nog niet zeggen. “Waarschijnlijk is het virus meer verspreid in regio’s waar meer positieve tests zijn. Maar het kan ook afhangen van bereidheid om te testen.” Naast de regionale verschillen ziet het RIVM dat het percentage positieve testen het hoogste is bij mensen die in het kader van bron- en contactonderzoek worden getest. Deze mensen zijn in contact geweest met een bevestigde COVID19patiënt. Van de ruim 1.700 die in dit kader zijn afgenomen, bleek bijna 16 procent positief.
Ook onder zorgmedewerkers is het percentage positieve testen bekend: het gaat hier om 1,2 procent van de ruim 5.700 afgenomen testen sinds 1 juni.
Dat het risico bij kinderen op COVID-19 oploopt met de leeftijd, blijkt uit het percentage kinderen dat positief test op het virus. Van kinderen die niet in het kader van bron- en contactonderzoek zijn getest, was het percentage positieve testen 0,5 procent van de 3.500.
Jongere kinderen testten minder vaak positief dan oudere: bij kinderen van 5 tot 12 jaar was ruim 0,5 procent van de 2.500 testen positief, bij de 2.000 afgenomen testen bij kinderen tussen de 11 en 18 jaar steeg dit percentage naar 1,8 procent. (NU)