Duizenden gelovige moslims naar Hagia Sophia
TURKIJE - Duizenden gelovige moslims hadden zich verzameld bij de beroemde Hagia Sophia, waar voor het eerst sinds 86 jaar het vrijdaggebed weer werd gehouden. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan besloot onlangs dat het 1500 jaar oude monument weer een moskee zal worden, en het Turkse hooggerechtshof gaf hem daarvoor eerder deze week het groene licht.
De stap werd wereldwijd door politieke en religieuze leiders betreurd. Paus Franciscus zei gepijnigd te zijn door de beslissing en ook de Russische orthodoxe kerk, de grootste orthodoxe gemeenschap ter wereld, sprak er zijn treurnis over uit. De Unesco kondigde aan de status van de Hagia Sophia op de Werelderfgoedlijst opnieuw in overweging te nemen.
Ali Yerlikaya, de gouverneur van Istanbul, riep de gelovigen op ‘een mondkapje, een gebedskleedje, geduld en begrip’ mee te nemen voor het eerste vrijdaggebed. Er was voorlopig slechts plaats voor duizend gelovigen. De Hagia Sophia blijft toegankelijk voor niet-moslims en buitenlandse bezoekers, zo liet president Erdogan weten. De president heeft het vrijdaggebed ook bijgewoond.
De Hagia Sophia werd in het jaar 537 door de Byzantijnse keizer Justianus als orthodoxchristelijke kerk gebouwd. Nadat de Ottomaanse sultan Mehmed II Constantinopel in 1453 veroverde, werd de kerk tot moskee gemaakt. Daar kwam in 1934 een einde aan toen Kemal Atatürk, de oprichter van de moderne Turkse staat, de Hagia Sophia in een museum veranderde. Het monument is met jaarlijks 3,7 miljoen bezoekers een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Turkije. (De Telegraaf)