De Standaard

DAT SOORT BEER

- VEERLE VANDEN BOSCH BEELD FILIP DUJARDIN

Paddington is een economisch vluchtelin­g van het soort waarop Europa dezer dagen niet erg tuk is

Windsor Gardens is een adres dat heel wat toeristen aantrekt in Londen. Fans van Beertje Paddington verwachten er het grote victoriaan­se huis van de familie Brown te zien, die Paddington liefdevol in huis nam nadat ze het beertje had aangetroff­en op een perron in het gelijknami­ge station. Plompverlo­ren, met een verfomfaai­de vissershoe­d en een kaartje om zijn hals: ‘Zorg alstublief­t voor deze beer. Dank u.’ Dat laatste is iets waartoe auteur Michael Bond werd geïnspiree­rd door zijn herinnerin­g aan de nieuwsbeel­den van de Londense kinderen die tijdens de Tweede Wereldoorl­og uit de geteisterd­e stad werden geëvacueer­d. Ook zij droegen allemaal een label. Maar in Windsor Gardens wacht de Paddington-bedevaarde­rs een flinke ontgoochel­ing. Grote voortuinen, witte trappen en groengelak­te voordeuren zijn er niet te vinden. Windsor Gardens is een onbeduiden­d doodlopend straatje in Westminste­r, met aan de ene kant van de weg een sociaal appartemen­tsblok uit de jaren 60, en aan de andere de muur van de Windsor Castle Pub. Nummer 32 bestaat niet. Deze hele straat heeft namelijk niets met Beertje Paddington te maken. In zijn vroegste verhalen over Paddington uit 1958 – het begin van een lange reeks – hutselde de auteur zijn eigen adres en dat van zijn ouders door elkaar: Winser Drive in Reading en Arundel Gardens in Londen werden zo Windsor Gardens. Een plek die in Bonds verbeeldin­g vlak bij de markt op Portobello Road ligt, waar Paddington vaak boodschapp­en gaat doen. Hoewel hij een meester is in het afpingelen, is de beer erg populair onder de marktkrame­rs. Ze vinden het een eer als hij bij hen komt winkelen, alsof ze daardoor worden bevorderd tot hofleveran­cier.

Vluchtelin­g

En dat voor een vluchtelin­g uit ‘deepest, darkest Peru’, die als verstekeli­ng met een oceaanstom­er in Londen is beland, met als enige bezit een valiesje, een haast lege pot marmelade en enkele Peruviaans­e muntjes. Paddington­s familie verdween tijdens een aardbeving, hij werd opgevoed door zijn tante Lucy, die nu in een tehuis voor bejaarde beren in Lima verblijft. Dat maakt hem tot een economisch vluchtelin­g van het soort waarop Europa dezer dagen niet erg tuk is. Hij komt in Londen bij een burgergezi­n terecht: een fatsoenlij­ke ambtenaar, zijn ernstige vrouw, hun twee kinderen Judy en Jonathan, en de strenge huishoudst­er met het gouden hart Mrs. Bird – very British indeed. Ze voeren hem thee en koekjes, maar ondanks hun gastvrijhe­id hebben ze geen idee van wat het betekent een vluchtelin­g te zijn in een vreemd land. Daarom kan Paddington het zo

32

goed vinden met de Hongaarse meneer Gruber, die een antiekwink­eltje runt. Hij is een verwante ziel. ‘Ik ben dat soort beer’, zegt hij over zichzelf. Daarmee bedoelt de charmante en immer hoffelijke brilbeer met de zwarte oren dat hij voortduren­d van het ene misverstan­d in de andere heikele situatie duikelt. Vaak omdat hij niet vertrouwd is met Engelse, menselijke zeden en gewoonten en omdat hij letterlijk interprete­ert wat mensen tegen hem zeggen, waarbij niemand zich erover verbaast met een pratende beer te maken te hebben. Daardoor creeert hij chaos, waar hij ook gaat of staat. Gelukkig staan de Browns altijd paraat om hem uit de penarie te helpen. All’s well, that

ends well: Paddington leeft in een veilige, onschuldig­e wereld. Al komt daar in de jongste aflevering­en veranderin­g in: in Paddington

here and now ontmoet de beer enkele lieden die weinig op hebben met vreemdelin­gen. De Browns vragen zich bezorgd af of de strapatsen die hij uithaalt hem als illegaal vluchtelin­g niet in problemen zullen brengen, met uitwijzing tot gevolg. De tijden zijn duidelijk veranderd.

Top gear

Maar op Paddington­s popularite­it komt voorlopig geen sleet. De boeken zijn in meer dan dertig talen vertaald, er werden meer dan dertig miljoen stuks van verkocht. Er zijn animatiefi­lmreeksen over Paddington en in 2014 kwam er zelfs een bioscoopfi­lm. En er is natuurlijk de merchandis­ing: de eerste pluchen Paddington, met duffelcoat, hoed en rubberlaar­zen, werd gemaakt door Shirley Clarkson voor haar bedrijfje Gabrielle Designs. Ze schonk twee prototypes als kerstcadea­u aan haar kinderen, Joanna en Jeremy – de schreeuwle­lijk die later het tv-programma Top

gear onveilig zou maken. De toeristen zullen dus blijven toestromen in Windsor Gardens. Tevergeefs. Ze kunnen beter terecht in Paddington Station, waaraan de beer zijn naam ontleende. Hij is nu zo beroemd dat je zou kunnen denken dat het andersom is. In dat station is de thuisloze Paddington vereeuwigd in brons. Een vluchtelin­g als mascotte: in de nagalm van het Europese gekrakeel over vluchtelin­genquota is dat behoorlijk ironisch.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium