DAT SOORT BEER
Paddington is een economisch vluchteling van het soort waarop Europa dezer dagen niet erg tuk is
Windsor Gardens is een adres dat heel wat toeristen aantrekt in Londen. Fans van Beertje Paddington verwachten er het grote victoriaanse huis van de familie Brown te zien, die Paddington liefdevol in huis nam nadat ze het beertje had aangetroffen op een perron in het gelijknamige station. Plompverloren, met een verfomfaaide vissershoed en een kaartje om zijn hals: ‘Zorg alstublieft voor deze beer. Dank u.’ Dat laatste is iets waartoe auteur Michael Bond werd geïnspireerd door zijn herinnering aan de nieuwsbeelden van de Londense kinderen die tijdens de Tweede Wereldoorlog uit de geteisterde stad werden geëvacueerd. Ook zij droegen allemaal een label. Maar in Windsor Gardens wacht de Paddington-bedevaarders een flinke ontgoocheling. Grote voortuinen, witte trappen en groengelakte voordeuren zijn er niet te vinden. Windsor Gardens is een onbeduidend doodlopend straatje in Westminster, met aan de ene kant van de weg een sociaal appartementsblok uit de jaren 60, en aan de andere de muur van de Windsor Castle Pub. Nummer 32 bestaat niet. Deze hele straat heeft namelijk niets met Beertje Paddington te maken. In zijn vroegste verhalen over Paddington uit 1958 – het begin van een lange reeks – hutselde de auteur zijn eigen adres en dat van zijn ouders door elkaar: Winser Drive in Reading en Arundel Gardens in Londen werden zo Windsor Gardens. Een plek die in Bonds verbeelding vlak bij de markt op Portobello Road ligt, waar Paddington vaak boodschappen gaat doen. Hoewel hij een meester is in het afpingelen, is de beer erg populair onder de marktkramers. Ze vinden het een eer als hij bij hen komt winkelen, alsof ze daardoor worden bevorderd tot hofleverancier.
Vluchteling
En dat voor een vluchteling uit ‘deepest, darkest Peru’, die als verstekeling met een oceaanstomer in Londen is beland, met als enige bezit een valiesje, een haast lege pot marmelade en enkele Peruviaanse muntjes. Paddingtons familie verdween tijdens een aardbeving, hij werd opgevoed door zijn tante Lucy, die nu in een tehuis voor bejaarde beren in Lima verblijft. Dat maakt hem tot een economisch vluchteling van het soort waarop Europa dezer dagen niet erg tuk is. Hij komt in Londen bij een burgergezin terecht: een fatsoenlijke ambtenaar, zijn ernstige vrouw, hun twee kinderen Judy en Jonathan, en de strenge huishoudster met het gouden hart Mrs. Bird – very British indeed. Ze voeren hem thee en koekjes, maar ondanks hun gastvrijheid hebben ze geen idee van wat het betekent een vluchteling te zijn in een vreemd land. Daarom kan Paddington het zo
32
goed vinden met de Hongaarse meneer Gruber, die een antiekwinkeltje runt. Hij is een verwante ziel. ‘Ik ben dat soort beer’, zegt hij over zichzelf. Daarmee bedoelt de charmante en immer hoffelijke brilbeer met de zwarte oren dat hij voortdurend van het ene misverstand in de andere heikele situatie duikelt. Vaak omdat hij niet vertrouwd is met Engelse, menselijke zeden en gewoonten en omdat hij letterlijk interpreteert wat mensen tegen hem zeggen, waarbij niemand zich erover verbaast met een pratende beer te maken te hebben. Daardoor creeert hij chaos, waar hij ook gaat of staat. Gelukkig staan de Browns altijd paraat om hem uit de penarie te helpen. All’s well, that
ends well: Paddington leeft in een veilige, onschuldige wereld. Al komt daar in de jongste afleveringen verandering in: in Paddington
here and now ontmoet de beer enkele lieden die weinig op hebben met vreemdelingen. De Browns vragen zich bezorgd af of de strapatsen die hij uithaalt hem als illegaal vluchteling niet in problemen zullen brengen, met uitwijzing tot gevolg. De tijden zijn duidelijk veranderd.
Top gear
Maar op Paddingtons populariteit komt voorlopig geen sleet. De boeken zijn in meer dan dertig talen vertaald, er werden meer dan dertig miljoen stuks van verkocht. Er zijn animatiefilmreeksen over Paddington en in 2014 kwam er zelfs een bioscoopfilm. En er is natuurlijk de merchandising: de eerste pluchen Paddington, met duffelcoat, hoed en rubberlaarzen, werd gemaakt door Shirley Clarkson voor haar bedrijfje Gabrielle Designs. Ze schonk twee prototypes als kerstcadeau aan haar kinderen, Joanna en Jeremy – de schreeuwlelijk die later het tv-programma Top
gear onveilig zou maken. De toeristen zullen dus blijven toestromen in Windsor Gardens. Tevergeefs. Ze kunnen beter terecht in Paddington Station, waaraan de beer zijn naam ontleende. Hij is nu zo beroemd dat je zou kunnen denken dat het andersom is. In dat station is de thuisloze Paddington vereeuwigd in brons. Een vluchteling als mascotte: in de nagalm van het Europese gekrakeel over vluchtelingenquota is dat behoorlijk ironisch.