Wie niet integreert, moet terug
Nieuwkomers moeten voortaan een verklaring ondertekenen. Wie weigert, is niet welkom. En wie geen ‘redelijke inspanning’ levert om zich te integreren, kan zijn verblijfsrecht verliezen. Een unicum in Europa.
BRUSSEL | De federale regering keurde gisteren de tekst van de zogeheten ‘nieuwkomersverklaring’ goed. Elke buitenlander die langer dan drie maanden in België wil verblijven, moet het document ondertekenen. Een weigering resulteert in een ‘ onontvankelijk dossier’. Het engagement is niet vrijblijvend. Wie geen ‘redelijke inspanning’ levert om zich te integreren, kan bij de eerstvolgende verlenging zijn verblijfsrecht verliezen. De koppeling van een recht op verblijf aan de wil tot integratie is uniek voor Europa. De regeling past in de intentie van de federale regering dat een migratiebeleid meer moet zijn dan een loutere verblijfs- en opvangreglementering. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) toont zich dan ook uiterst tevreden dat deze oude partijverzuchting eindelijk realiteit wordt. De koppeling was lange tijd totaal onbespreekbaar voor Franstalige partijen, de MR incluis. Voor de opstelling van de nieuwkomersverklaring deed Francken een beroep op Etienne Vermeersch. De Gentse professor vertaalde de algemene principes van de westerse samenleving naar een concrete lijst van verwachte ge- dragingen. De verklaring besteedt daarbij ook aandacht aan mogelijke sympathieën voor terroristische activiteiten. Het wordt zo een manier om iemand een legaal verblijf te ontzeggen. Iedereen moet de nieuwkomersverklaring ondertekenen, maar een aantal categorieën (EU-burgers, asielzoekers, studenten) mogen sowieso in België verblijven, voor hen geldt de integratieverplichting niet. Voor de rest, zowat drie vierde van de nieuwkomers, geldt die verplichting wel. Buitenlanders die in het kader van gezinshereniging naar België komen, vormen de grootste groep. Zo moet bijvoorbeeld een Marok- kaanse vrouw die hier wil trouwen, de verklaring ondertekenen. Bij de verlenging van haar verblijf (na vijf jaar) volgt een integratietoets. Het is de Dienst Vreemdelingenzaken die de controle doet aan de hand van een lijst mogelijke criteria. Het gaat onder meer om het volgen van een integratiecursus, het spreken van een van de landstalen, het hebben van werk of het volgen van een opleiding. De toegang tot het grondgebied blijft een federale bevoegdheid. Deze regeling staat dus los van het verplicht inburgeringstraject op deelstaatniveau. Francken hoopt dat de regeling dit najaar van kracht wordt.