Paddenstoel manipuleert de wind
De spore valt doorgaans verder van de paddenstoel dan de appel van de boom. Daar zijn ingenieurstechnieken voor nodig.
Paddenstoelen stoten hun sporen niet op goed geluk uit. Ze manipuleren de luchtstroom om zich heen en zorgen zo voor een betere verspreiding van hun nageslacht, blijkt uit de experimenten van Amerikaanse ingenieurs. Emilie Dressaire (New York University) en haar collega’s onderzochten de oesterzwam, de shiitake en een giftige champignonvariant. De paddenstoelen onttrekken warmte aan hun omgeving, die ze gebruiken om in hun hoed water om te zetten in waterdamp, schrijven de Amerikanen in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences. Daardoor koelen de hoed en de lucht eronder af met twee tot vier graden Celsius. De uitgestoten sporen komen in die koudere, relatief dichte lucht terecht, die zich horizontaal uitspreidt naar minder dichte lucht. De hoed stoot zijn sporen uit via een of twee koude ‘luchttongen’. Soms tilt luchtcirculatie die zo ontstaat de sporen over een barrière van bladeren of naalden, aldus de onderzoekers.