‘Opnieuw plunderingen in Palmyra’
NA HEROVERING DOOR SYRISCHE REGIME OP IS Videobeelden suggereren dat er ook na de herovering van Palmyra op IS opnieuw plunderingen uit burgerhuizen plaatsvinden. ‘De deuren van het museum staan nog altijd wijd open.’
| Voor het Syrische regime van president Bashar al-Assad was de herovering van Palmyra op IS, dit weekeinde, een mediagenieke opsteker van formaat. Hoewel het regime in mei 2015 nauwelijks moeite deed om een IS-offensief in de woestijnstad tegen te houden, wordt de herovering nu uitgestald als een zege van de beschaving op de barbaren. De ruïnes van de opgeblazen tempel van Baal en de bekende triomfboog getuigen van de vernielzucht van IS. Maar terwijl sommige archeologen er nu al van dromen dat die historische monumenten kunnen worden heropgebouwd (DS 30 maart), maken anderen zich zorgen dat het drama van Palmyra nog niet voorbij is. ‘Zolang het Syrische leger daar is, ben ik niet gerustgesteld’, zei de Franse historica Annie Sartre-Fauriat, lid van de Unesco-expertengroep voor het Syrische patrimonium, dinsdag aan het persbureau AFP. ‘ We mogen niet vergeten dat het leger de site bezette van 2012 tot 2015 en er een hoop vernielingen en plunderingen aanrichtte. Het is niet omdat Palmyra is heroverd op IS dat de oorlog voorbij is. Dit was een politieke en mediatieke operatie, bedoeld om de publieke opinie te winnen voor het regime van president Bashar al-Assad.’
Revolutie
Toen de Syrische revolutie uitbrak in maart 2011 kwamen ook de inwoners van het grotendeels soennitische Palmyra op straat om hervormingen te eisen. Ze werden toen onder meer beschoten vanuit de hoge citadel boven de oude en nieuwe stad. Net zoals el- ders in het land ontstonden rebellengroepen en in 2013 verloor het regimeleger tijdelijk de controle over een deel van Palmyra. Daarna regeerde Assad er onbedreigd, tot IS in mei 2015 kwam. Rapporten over die periode, zowel door kritische Syrische organisaties als de VN, illustreren hoe er toen al met Palmyra werd omgesprongen. In de antieke ruïnes werden militaire wegen getrokken door bulldozers van het leger en werden artillerie- en tankposities ingegraven. Dat dat midden in de ruïnes gebeurde, lokte de kritiek uit dat het leger zich eerder wilde laten beschermen door de ruïnes dan andersom. De typerende grafbustes uit de oude graftorens werden toen al ontvreemd – het is nooit duidelijk geworden of dat gebeurde door lokale plunderaars, legersoldaten of regimegetrouwe shabiha-milities.
Koelkasten en televisies
Toen Palmyra in mei 2015 in handen van IS dreigde te vallen, zei het regime dat de burgerbevolking was geëvacueerd. Maar nog in de laatste weken zijn, te midden van de gevechten en Russische bombardementen, nog eens 70.000 burgers uit de nieuwe stad gevlucht, zeggen activisten uit de omgeving. Nu de stad goeddeels leeg is, suggereren stiekeme en onbevestigde videobeelden van koelkasten en televisies op een woestijnweg dat er opnieuw plunderingen plaatsvinden. Volgens het Syrische regime waren in 2015, net voor IS arriveerde, de meeste kostbare oudheden geëvacueerd uit Palmyra. Nieuwe televisiebeelden uit het museum tonen hoe verrassend veel oude kostbaarheden zelfs in die collectie van topstukken aanwezig waren gebleven. De deuren van het museum staan nog altijd ‘wijd open’, zei Shekhmous Ali, een Syrische archeoloog verbonden aan de universiteit van Straatsburg, gisteren. Volgens Ali kunnen verdere plunderingen eenvoudig aan IS worden toegeschreven, aangezien er toch geen betrouwbare catalogus van de museumstukken meer bestaat. ‘ De bescherming van Palmyra is voor het regeringsleger net zomin een prioriteit als voor andere strijdende partijen’, aldus Ali.
‘Velen vergeten hoeveel het Syrische leger
hier heeft vernietigd en gestolen vóór
IS kwam’