In tijden van nood
We bevinden ons nog niet in staat van oorlog met IS, maar de situatie is ernstig genoeg om onze veiligheidsdiensten middels uitzonderingswetten meer middelen te geven, schrijft We zetten stappen, maar het zijn veel te kleine pasjes.
Na de aanslagen op de Twin Towers in New York en de terreur in Parijs reageerden de Amerikaanse president George W. Bush en zijn Franse ambtsgenoot François Hollande op dezelfde manier: ze verklaarden de oorlog aan het internationale terrorisme. De Verenigde Staten vielen Afghanistan en Irak binnen, Frankrijk had zich eerder al militair gemoeid in Mali, Niger, Tsjaad en ook Irak en Syrië. Kunnen we daaruit afleiden dat wij sinds de aanslagen op Belgische bodem ook in oorlog zijn? Zijn de aanslagen van IS een gewapende aanval tegen ons land, en hebben we dus het inherente recht op zelfverdediging tegen de terreurgroep? Uiteraard niet, of toch nog niet. Ondanks het grote aantal slachtoffers in Zaventem en Brussel hebben deze terroristische daden de drempelwaarde van een gewapende aanval nog niet bereikt. De schaal waarop ze werden gepleegd, alsook de effecten ervan, zijn onvoldoende om van zo’n gewapende aanval te kunnen spreken. Maar het is niet uit te sluiten dat als IS er opnieuw zou in slagen om soortgelijke daden te plegen, er door het gecumuleerde effect alsnog sprake is van een gewapende aanval tegen ons land. In dat geval zou het recht op individuele zelfverdediging gelden en is er tevens sprake van een niet-internationaal gewapend conflict tussen België en IS op ons grondgebied. Ook het internationale humanitaire recht zou dan van toepassing zijn, wat inhoudt dat dodelijk geweld tegen IS-strijders in België gerechtvaardigd is en dat le- den van de terreurgroep in detentie kunnen worden genomen en gehouden voor lange(re) duur. In dat geval zouden ook bepaalde afwijkingen van de mensenrechten toegestaan zijn.
Noodtoestand
Maar zover zijn we nog niet en dus blijft elk optreden tegen IS in België gebonden aan het nationaal recht en de mensenrechten, in het bijzonder de fundamentele rechten en vrijheden die worden gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Detentiemogelijkheden zijn beperkt en dodelijk geweld tegen IS-strijders is slechts toegestaan als laatste redmiddel, alleen in geval van wettige verdediging en als voldaan is aan de criteria van de (strikte) evenredigheid en de noodzakelijkheid. Nochtans voorziet het EVRM in de mogelijkheid om af te wijken van bepaalde rechten en vrijheden, ook als het land zich niet in staat van oorlog bevindt. De terroristische aanslagen die ons land troffen, kunnen een dergelijke noodtoestand rechtvaardigen, omdat het om een crisis- of