BELGISCHE INFLATIE IS NIET ONSCHULDIG
Terwijl heel Europa vruchteloos op zoek is naar een beetje inflatie om de economie aan te wakkeren, stijgen de prijzen in België vlotjes met ruim twee procent per jaar. De Europese Centrale Bank drukt onophoudelijk geld bij en duwt de rente omlaag opdat ondernemingen en gezinnen eindelijk het geld zouden laten rollen. Maar de Belgische truc is de eenvoud zelve: verhoog belastingen, heffingen, accijnzen en taksen. De aanbieders van goederen en diensten zullen die gestegen kosten doorrekenen in hun prijzen en klaar is kees: eindelijk inflatie. Zo simpel en onschuldig zit het helaas niet in elkaar. De prijsstijgingen sijpelen via de indexkoppeling, die door de federale regering slechts één keer is opgeschort, door in de lonen en uitkeringen. De eerstvolgende indexaanpassing zal daardoor vroeger komen dan verwacht. In onze buurlanden, waar de inflatie lager is en er geen automatische indexkoppeling is, veranderen de lonen intussen niet. Dat weegt dus op onze concurrentiekracht die diezelfde regering met lastenverlagingen en een taxshift net wilde versterken. Vandaag wordt een belangrijke maatregel van kracht: de eerste stap in een stelselmatige verlaging van de werkgeversbijdrage die de loonkosten laat dalen. Nu die daling gedeeltelijk wordt tenietgedaan, moeten we er rekening mee houden dat er minder jobs bijko- men en er dus minder groei is en lagere inkomsten voor de toch al lekkende begroting. Het lijkt er dus op dat het gezamenlijke beleid van de diverse overheden neerkomt op een vestzak-broekzakoperatie. De economen die het belang van een taxshift, een loutere verschuiving van belastingen dus, relativeerden, lijken hiermee gelijk te krijgen. Maar ook het alternatief, hard snijden bij de overheid, botst op beperkingen. Als het onoordeelkundig gebeurt, kan het de economie zelfs juist doen krimpen. Het belangrijkste is niet hoe groot de overheid is, maar wel hoe efficiënt ze is en welke rol ze speelt in het stimuleren van ondernemen en groei. Er zijn landen met een even groot overheidsbeslag als het onze, die sterk inzetten op sociale zekerheid en toch aantrekkelijker zijn als investeringsplek. Aan hen moeten we ons spiegelen. Een kleine, open economie als de onze kan niet tegen het tij van de zwakke Europese conjunctuur oproeien. Ondoordachte stimuleringsmaatregelen leveren meestal weinig op. Investeren in een doelgerichte, aanspreekbare, transparante overheid die zichzelf kritisch bekijkt en die niet groter is dan ze op basis van haar prestaties kan verantwoorden, biedt het meeste kans op economisch succes. En dat laatste is de beste, de enige basis voor een performante sociale zekerheid.
Gezamenlijk beleid van onze overheden komt neer op vestzakbroekzakoperatie