De samenleving is geen vodje papier
Eindelijk heeft de N-VA haar slag thuis gehaald. De vrouw of de man van een Belg, zijn ouders of zijn kinderen die zich hier willen vestigen moeten voortaan een nieuwkomersverklaring tekenen (DS 31 maart). Het verblijf van die mensen zou voortaan gelinkt zijn aan het subjectieve criterium dat ‘integratie’ heet. Dit is een schending van de burgerrechten van alle Belgen, zij hebben het recht om hun partners, ouders en kinderen naast hen te hebben. De vraag is natuurlijk of een Amerikaan, een Canadees, een Japanner of een Saudische investeerder ook zo’n verklaring zal moeten tekenen voor hij zijn verblijfsvergunning krijgt. Indien niet, is dat een flagrante discriminatie. Indien wel is het een domme zet en een verkeerd signaal naar investeerders en gekwalificeerde werknemers. Een van de landstalen leren is in het belang van iedereen die het land binnenkomt. Een inburgeringscursus waarin een nieuwkomer leert over de instellingen van het land, zijn politiek en zijn culturen kan alleen maar positief zijn. Ik juich dat toe. Maar door een verklaring te laten tekenen dat men in wezen de wetten moet respecteren, iets wat iedereen sowieso moet doen, suggereer je dat een nieuwkomer die elementaire beginsels niet kent en niet onderschrijft. Er schuilt een vooroordeel achter, het impliceert dat de waarden en normen van de ‘vreemdelingen’ barbaars en achterlijk zijn. In deze tijden van globalisering nog altijd geloven dat mensen overal in de wereld er niet op de hoogte van zijn dat je je vrouw niet mag slaan, dat homoseksuelen rechten hebben en dat ze hier mogen trouwen, is belachelijk. Iedereen weet dat. Niet iedereen is het ermee eens natuurlijk, en niet iedereen respecteert het. Dat is een probleem, maar over alle origines heen zijn er Belgische burgers die daarmee kampen.
En de discriminerende huisbazen?
Ik maak me ook oprecht zorgen over de loyaliteit van een aantal politici aan de principes van de rechtsstaat en aan de mensenrechten. Hun stellingname tegen de Conventie van Genève doet vragen rijzen. Zo is een van de fundamentele mensenrechten het respect voor erediensten en religieuze vrijheden. Als ik dat toets aan het hoofddoekenverbod in scholen en voor openbare functies, dan lijken mijn zorgen gerechtvaardigd. Het
De twee A4’tjes zijn evenveel waard als de eed die Francken en Jambon aflegden bij de koning
zou ook fijn zijn mochten discriminerende bazen, schooldirecteurs en huiseigenaars die geen allochtonen wensen aan te werven, hen geen huizen willen verhuren of ze niet in hun school willen inschrijven ook zo’n verklaring tekenen. En dat er dan na vijf jaar een toets komt, die gekoppeld is aan een sanctie. Het is niet de inhoud van deze verklaring die het probleem is. De kwestie is dat het een vod papier is die de realiteit in deze maatschappij niet weerspiegelt. Dit is niet meer dan een symbolisch politiek signaal naar een deel van de bevolking en een middenvinger naar een ander deel. In de strijd tegen het terrorisme, waarmee Theo Francken het in verband brengt, zal het alleen averechts werken. De grootste kloof is er niet een met nieuwkomers, maar met kinderen van deze maatschappij die de taal spreken en de cultuur kennen en daar om allerlei redenen tegen in opstand komen. En zij worden niet verplicht deze verklaring te tekenen – en als dat wel zo zou zijn, zouden ze het zonder probleem doen. Waarom? Omdat het twee A4’tjes zijn die evenveel waard zijn als de eed die Theo Francken en Jan Jambon bij de koning aflegden. Het enige resultaat dat we met
deze verklaring bereiken, is dat we opnieuw terrein verliezen in de strijd voor the hearts and minds van de allochtonen in dit land.