BESTE BOEKEN
Voor zijn debuut ‘Onbepaald door het lot’ voelde Imre Kertész de noodzaak een ‘atonale’ taal te scheppen. Aan tonaliteit ligt een cultuur met normen en waarden ten grondslag; atonaliteit, het ontbreken van een basisklank, staat voor het verdwijnen van elk referentiepunt. De eenduidig lijkende zinnen bevatten een ijskoude logica met diepliggende ironie, waardoor het voorgaande steeds in twijfel wordt getrokken of ronduit wordt opgeheven. Deze roman van 1975 werd het uitgangspunt voor een naar zichzelf verwijzend oeuvre, dat gelijkenissen vertoont met het leven van de auteur. Zowel in ‘Het fiasco’ (1988) als in ‘Kaddisj voor een niet geboren kind’ (1990) heeft hij het over de jongen Gyuri Köves, die op veertienjarige leeftijd ‘logischerwijze’ naar Auschwitz wordt gedeporteerd, en die gelijkenis vertoont met Kertész zelf. Köves, ‘de oude’, een schrijver van één enkele, maar noodzakelijke roman over zijn concentratiekampervaringen als jongen, blikt in ‘Het fiasco’ terug op zijn leven en op zijn verbitterde strijd tegen de communistische censuur. De hoofdpersoon van ‘Kaddisj voor een niet geboren kind’, B., wordt een simpele, onschuldige vraag gesteld: of hij kinderen heeft. De roman is de uitleg van zijn bondige antwoord ‘nee’. ‘Liquidatie’ (2003), geschreven na de Wende en verschenen na de Nobelprijs, herhaalt bepaalde scènes uit ‘Kaddisj’ bijna letterlijk, maar met een andere conclusie: het doorgeven van het leven is de enige mogelijkheid. ‘Liquidatie’ is de ultieme opheffing: van een uitgeverij, van het communisme, maar ook van de herinneringen die het krijgen van een kind beletten – de herinneringen aan Auschwitz, dus. Maar daar is Kertész niet in geslaagd. De Nederlandse vertalingen zijn uitgegeven door De Bezige Bij en Van Gennep.