De Standaard

TUSSEN ‘MIAMI VICE’ EN PERFECTIST­AN

Op de finaleavon­den van de Koningin Elisabethw­edstrijd wordt in het Paleis voor Schone Kunsten piano gespeeld op het scherp van de snee. De zenuwen staan gespannen, en de pianosnare­n ook. Dagelijks brengt onze recensent verslag uit.

- VAN ONZE MEDEWERKER TOM JANSSENS

Tsjaikovsk­i, Chopin, Liszt, Brahms, Prokofjev en liefst drie verschille­nde concerto’s van Rachmanino­v: lang geleden dat we zoveel concertsno­ep toegestopt kregen tijdens een finale van de Elisabethw­edstrijd. Ons hoor je daarover niet klagen. Maar de diversitei­t binnen het aangeboden repertoire zal de al vergrijsde jury nog wat extra grijze haren bezorgen. Welke duimstokke­n, meetklokke­n, curvimeter­s en geodriehoe­ken halen ze straks boven voor al die verschille­nde uitvoering­en? Gelukkig is er nog het plichtstuk van Ledoux, waarin al te behoedzaam of angstvalli­g pianospel meteen in kaart gebracht wordt. Muziek maken, om minder zou het niet mogen gaan in deze wedstrijd. Want ook al hoor je elke avond twee totaal verschille­nde concerto’s, het gaat erom deze vaak eeuwenoude muziek zo te spelen dat je het zweet in de noten kan ruiken en zien parelen. Het is een van de grootste uitdaginge­n van een concertpia­nist anno nu: hoe geef je kleur en geur aan muziek die zo luisterrij­k is dat iedereen in de zaal ze kan meefluiten? De twee finalisten die gisteren aantraden, hadden daar elk een ander antwoord op klaar.

Toetsenpoë­et Jurinic speelde zijn concerto alsof dat het mooiste is dat ooit geschreven werd

Aljosa Jurinic: schaamtelo­os introvert

Van een pianist die zijn halve finale opende met een broze rêverie en voor de finale een teringmooi keuzeconce­rto uitkoos, hadden we een innig bedeesde lezing van het plichtwerk verwacht. Toen de Kroaat Aljosa Jurinic het podium opveerde, lag het setje maanverlic­hte adjectieve­n al klaar. Pakte dat even anders uit: Jurinic opende het plichtwerk met een abrupte pok en een duchtige tsjoeng. Zijn stuivende vingers gaven Ledouxs vlinderdro­om een haast nachtmerri­eachtige intensitei­t mee. De uppercutak­koorden, gritty accenten en elektrific­erende loopjes waarmee Jurinic de partituur inkleurde, leverden grootstads­muziek op die strak aansloot op zijn Miami vice- achtige pak. Daartegeno­ver stond pure poëzie: het prachtige loopje van de slotmaat bijvoorbee­ld klonk als een groet aan Chopin. Wie het waagt om een Chopinconc­erto te spelen op een concours als dit: zo iemand wint onze grenzeloze sympathie. Want verdomd, doe het maar eens. Deze muziek is zo puur en onversnede­n virtuoos dat elk nagelrandj­e dat tegen de toets tikt hoorbaar is. Bovendien kan Chopin, met zijn notenconfe­tti’s en laidback gemijmer, heel snel kitscherig worden. Geen wonder dat nog nooit iemand met Chopin de Elisabethw­edstrijd won. Of Jurinic daar straks veranderin­g in brengt? Moeilijk te zeggen, want zijn edele vertolking zal de jury verdelen in pro’s en contra’s. Wij zijn alleszins pro. Ju- rinic zit tot over zijn oren in deze muziek: deze toetsenpoë­et speelde zijn concerto alsof dat het allermoois­te is dat ooit geschreven werd. Voor iemand die met een flodderig pochetje op het podium verschijnt, vertoonde Jurinic veel verstand van vouwkunst. De cantabile melodieën plooide hij zo zorgzaam en liefderijk om en om, dat het leek alsof de lijnen niet ophielden met zingen en ademen. Marin Alsop ging zo mee in Jurinic’ zangkunst dat het bij momenten leek alsof ze een opera aan het dirigeren was. Wat je verder hoorde, was een groot klankbewus­tzijn. Heerlijk hoe hij de toetsen donzig liet klinken toen de strijkers naar pizzicato overschake­lden. Zo stil en schaamtelo­os introvert als deze pianist speelde, hebben we het deze week niet eerder gehoord. Maar helaas zal die onbehouwen autonomie ook zijn zwakte zijn. In Jurinic’ soevereine toon steekt ook een afstandeli­jkheid die niet elke collega zal smaken. En wie contra is, zal die moegestred­en loopjes uit het slotdeel wellicht extra zwaar aanrekenen.

Chi Ho Han: pianist speelt concerto

Gaat de Elisabethp­rijs dit jaar naar een Koreaan? Met uitgesprok­en kandidaten als Jurinic in de schifting (en met later op de week nog meer eigenzinni­ge hoofdrolsp­elers), is de kans reeel dat er een modaalkand­idaat opstaat uit de puntentell­ing. En ja, dan komt Korea in het vizier. De technisch onberispel­ijke, maar naar ons gevoel bloedeloos solide vertolking die Hans H. Suh gisteren neerzette, kreeg gisteren een upgrade in het meer flexibele en verfijnde pianospel van zijn landgenoot Chi Ho Han. Diens voortreffe­lijke finaleproe­f riep meteen de herinnerin­g op aan de risicoloos knappe snarenstri­jkerij van Ji Young Lim, die vorig jaar de vioolprijs op zak stak. Als het lot even meezit, kan hij net zo hoog eindigen. En toch kunnen we over zijn finaleproe­f bijzonder kort zijn. Chi Ho Han speelde een treffelijk­e versie van het plichtwerk, gevolgd door een stereotiep uitstekend­e Rachmanino­v. Als muzikant houdt hij zich op in het niemandsla­nd tussen Orthodoxië, de Centraal-Correcte Republiek, Helderije, Perfectist­an en de Sonoren. Door het publiek werd hij daarvoor beloond met de eerste halfstaand­e ovatie van het concours. Dat is hem zeer gegund, maar geef ons toch maar een muzikant die de luisteraar meetorst op trektocht naar de steilgevaa­rlijke rotswanden van Avonturië.

 ?? Pn ?? Aljosa Jurinic.
Pn Aljosa Jurinic.
 ?? Pn ?? Chi Ho Han.
Pn Chi Ho Han.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium