Doorspelen tegen de terreur
Het zeventigste Avignonfestival liet zich nauwelijks raken door de aanslag in Nice, maar op scène gingen zowat alle voorstellingen erover. Ook bij de Vlamingen in het programma.
Is het gewenning? Of is het weerstand? Op amper tweehonderd kilometer van Nice was er op Frankrijks meest prestigieuze podiumfestival verrassend weinig te merken van nationale rouw. De culturele kermis ging gewoon door. Je tas openen aan de ingang moest je ook voor de aanslag al doen, en de rijtjes soldaten in het straatbeeld behoren intussen tot het decor. Het enige verschil met de zoveel andere verklede troepjes die door Avignon struinen, is dat zij geen flyers voor hun show uitdelen. Festivaldirecteur Olivier Py reageerde met een citaat uit Hamlet, waarin Horatio aan Hamlet vraagt: ‘Stel je pijn uit om mijn verhaal te vertellen.’ Py riep op het verdriet niet te ontkennen of uit te stellen, maar om het te blijven uitspreken, zonder het leven te onderbreken. Geen enkele voorstelling werd geannuleerd, hoogstens werd ze ingeleid met een passend eerbetoon. ‘Tegenover zij die willen dat we zwijgen, stel ik geen minuut stilte voor, maar een applaus voor de kracht van het leven.’ Slechts één zo’n applaus konden we tijdens de slotweek noteren, vóór de dansvoorstelling Fatmeh van Ali Chahrour. De Libanese choreograaf nam zelf even het woord, om te verwijzen naar alle slachtoffers van terreur buiten Europa. ‘Alleen al tijdens onze repetitieperiode zijn er in Beiroet zes aanslagen gepleegd.’ Spreken deed vooral zijn voorstelling zelf: een prangend duet waarin twee vrouwen zichzelf onder Arabische klaagmuziek minutenlang op de borst kletsen, wild hun haren schudden en elkaar dan zacht in de armen sluiten. Dans als weeklacht. Dans als een persoonlijke lamentatie over extern geweld, geritualiseerd tot een collectieve emotie.
Doodsmantel
Je zag het in wel meer voorstellingen: menselijke agressie die uitgedreven wordt in duistere schoonheid of gedeelde troost. Of simpelweg in meer inzicht. Enkele uren voor de aanslag in Nice, en één week voor München, ging de Zweedse Sofia Jupither in Avignon in première met 20 November: het relaas van Sebastian Bosse, de ingekeerde leerling die in 2006 wild het vuur opende in het Duitse Emsdetten. Op basis van zijn dagboek krijgt de (toen omgekomen) dader op scène zelf het woord. Terwijl hij zijn leren doodsmantel aantrekt, noemt hij zijn daad een revolte tegen de hel van het onderwijs en de politiek. Als hij aan het slot aan de zaal vraagt of iemand nog iets wil zeggen om hem tegen te houden, blijft het verpletterend stil. Ook over de vier Vlaamse producties in het programma viel de verre schaduw van terreur. Komt onze angst van binnen of van buiten? Die vraag wierp Lisbeth Gruwez op in We’re pretty fuckin’ far from okay. Samen met danser Nicolas Vladyslav begint ze doodstil op twee stoelen. Langzaam wordt hun adem gejaagd, gaat het trekken in hun lijf, schuiven de stoelen uiteindelijk onderuit voor frenetieke spasmen over hun hele lichaam. Angst beleef je alleen. Samen geeft het een repetitieve bedwelming. Kunnen kunstenaars daarmee een verschil maken? FC Bergman plezierde de Franse pers met Het land Nod, waarin het de kunst karakteriseert als een terugge- trokken toevluchtsoord, in de vorm van een volledig nagebouwde museumzaal. Buiten vallen er bommen, binnen hangt de zwijgzame mystiek van de eeuwigheid. Alleen wordt ‘binnen’ steeds meer ‘buiten’, raakt de vloer bezaaid met talloze dekentjes en één tentje. Voor gewonden? Voor vluchtelingen? Onwillekeurig onttakelt FC Bergman het geloof dat kunst ons geborgenheid kan bieden tegen alle wereldse geweld. De suppoosten in het museum van Het land Nod staan met hun mond vol tanden. Ze kunnen hoogstens wat puin ruimen.
Slotakkoord van hoop
Zoveel meer geloof in de helende kracht van theater straalde er af van Babel 7.16. Sidi Larbi Cherkaoui kreeg er de Cour d’Honneur moeiteloos mee aan het stampvoeten. Nadat Les damnés van Ivo Van Hove daar eerder al eindigde op het beeld van een rondschietende terrorist, vierden nu bijna dertig dansers met twintig nationaliteiten de wervelende kracht van interculturele samenhorigheid. Het werd een slotakkoord van hoop na een kwalitatief sterke editie: hoegenaamd niet aangeschoten door de terreur, wel heel betrokken bij de impact ervan.
Je zag het in wel meer voorstellingen: menselijke agressie die uitgedreven wordt in duistere schoonheid of gedeelde troost