Amper 19 veroordelingen voor racisme
De voorbije vijf jaar is het aantal strafrechtelijke veroordelingen voor racisme en xenofobie alleen maar afgenomen. Volgens Jogchum Vrielink (KU Leuven) interpreteren rechters de antiracismewet weer correcter dan vroeger. Er zijn volgens hem zelfs nog te
BRUSSEL | De voorbije vijf jaar is het aantal strafrechtelijke veroordelingen voor racisme en xenofobie in ons land alleen maar afgenomen. In 2010 waren er nog 49 definitieve strafrechtelijke veroordelingen voor racisme en xenofobie op basis van de antiracismewet van 1981. Sindsdien is het aantal veroordelingen alleen maar gedaald, tot 19 in 2015. Dat blijkt uit cijfers van de Dienst voor het strafrechtelijk beleid van de federale overheidsdienst Justitie. De daling is niet noodzakelijk slecht, zegt rechtsantropoloog Jogchum Vrielink (KU Leuven). ‘Een strafzaak duurt vaak lang en de bewijslast is hoog. Veel belangrijker is dat mensen, voor discriminerende handelingen, nu ook de burgerrechtelijke weg kunnen kiezen.’ Dit weekend raakte ook bekend dat zowel een militair als een lokale N-VA-partijsecretaris op het matje is geroepen na racistische uitlatingen op sociale media. Die kwamen aan het licht via de website Welkom in Warm Vlaanderen, waar een blogger racistische posts aanklaagt.
| In 2010 waren er nog 49 definitieve strafrechtelijke veroordelingen voor racisme en xenofobie op basis van de antiracismewet van 1981. Sindsdien is het aantal veroordelingen alleen maar gedaald, tot 19 in 2015. De
Standaard vroeg de cijfers op bij de Dienst voor het strafrechtelijk beleid van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie. De grove reacties op de dood van de 15-jarige Genkenaar van Marokkaanse origine Ramzi Mohammad Kaddouri legden vorige week bloot dat het ranzige racisme in onze samenleving nog lang niet is uitgeroeid. Op sociale media lijken veel mensen zelfs geen enkele schroom meer te hebben om hun racistische mening te posten (zie
hiernaast). Hoe komt het dan dat het aantal veroordelingen daalt?
Vlaams Blok
Rechtsantropoloog Jogchum Vrielink (KU Leuven en Université Saint-Louis), die de antiracismewet kritisch onder de loep nam, ziet enkele verklaringen. ‘Door de opkomst van het Vlaams Blok in de jaren negentig was er lange tijd grote druk om racisme hard te veroordelen en strafrechtelijk te vervolgen. Die druk is verdwenen. Maar veel belangrijker is dat voor discriminerende handelingen nu ook de burgerrechtelijke weg kan worden gekozen. Een strafzaak duurt vaak lang en de bewijslast is hoog. Een burgerlijke rechter kan ook zonder een strafrechtelijke veroordeling een schadevergoeding toekennen, bijvoorbeeld wanneer een verhuurder weigert te verhuren aan iemand met een andere huidskleur.’ ‘Na jaren van ongrondwettig toepassen van de antiracismewet zijn veel rechters de wet ook weer correcter gaan interpreteren’, aldus Vrielink. ‘Het gros van de veroordelingen ging vroeger over eenvoudige beledigingen met racistische ondertoon. Voor zulke zaken is de antiracismewet nooit bedoeld geweest. Die zegt dat je als dader moet aanzetten tot haat en geweld en dat je ook de intentie moet hebben om dat te doen.’ ‘Diverse arresten van het Grondwettelijk Hof hebben de puntjes op de i gezet. Sindsdien is er weer meer ruimte voor de vrijheid van meningsuiting. Dat heeft tot meer vrijspraken geleid.’ Toch ziet Vrielink nog al te vaak ‘makkelijke veroordelingen’. ‘Onlangs werden twee mannen veroordeeld omdat ze stickers op de Dossinkazerne ( een museum over de Holocaust, red.) hadden gekleefd, met de tekst “ons socialisme is nationaal”. Allicht een verwijzing naar het nazisme. Maar is die boodschap – die vrij sec is – echt een inbreuk op de antiracismewet? De rechter vond van wel, ik vind van niet.’
Radicaler
Voor haatmisdrijven (bijvoorbeeld als iemand de hoofddoek van een vrouw aftrekt) trekt Unia, het vroegere Interfederaal Gelijkekansencentrum, altijd naar de rechter. ‘Maar voor haatboodschappen – in het echte of virtuele leven – is het inderdaad moeilijk om te bewijzen of iemand aanzet tot haat’, zegt Patrick Charlier, codirecteur van Unia. ‘De wet bestraft niet alle vormen van racisme. Een uitlating die racistisch klinkt, is nog niet strafbaar.’ Intussen blijft het riool dat sociale media heet, openstaan. Valt daar dan niets aan te doen? Charlier: ‘In hoogdringende gevallen kunnen we een site offline laten halen. Dat is vaak efficiënter dan een rechtszaak. De rechter is niet altijd de beste weg, zeker niet voor racistische uitlatingen.’ Vrielink beaamt: ‘Je krijgt vaak een tegenovergesteld effect. Daders worden radicaler, gaan ondergronds en worden in de armen van gelijkgezinden gejaagd.’ ‘Zeker voor uitspraken van politici is het strafrecht geen oplossing. Als ze worden vrijgesproken, ko- men ze gelegitimeerd uit de strijd. Als ze worden veroordeeld, passen ze hun discours een beetje aan, maar hun ideeën niet.’ ‘In Frankrijk ligt de wettelijke drempel lager’, zegt Charlier. ‘Daar zijn al veel politici voor racisme veroordeeld. Maar ze bleven in de politiek actief en door de media bevraagd. Wat is dan de impact van zo’n veroordeling?’ ‘Andere reacties zijn mogelijk. Zo hebben we vorige week gezien dat de mensen die racistische uitlatingen hadden gepost, door heel wat mensen zijn aangesproken, vaak door hun eigen omgeving.’
‘Veroordeelde daders worden vaak radicaler, gaan ondergronds en worden in de armen van gelijkgezinden gejaagd’