De vloek van Algerije
Er moest ooit een ongeluk van komen. Al jaren slaagt ons land er niet in om Algerijnen zonder papieren uit te wijzen. Ook Theo Francken niet. Het Maghrebland is de zwakste plek in het terugkeerbeleid omdat het elke medewerking weigert.
| Khaled Babouri, de Algerijn die zaterdag twee politieagenten in Charleroi met een machete verwondde en zich daarbij waarschijnlijk liet inspireren door een oproep van IS, had nooit in ons land mogen zijn. Hij was hier illegaal en had al twee keer het bevel gekregen om ons land te verlaten. De reacties op sociale media bleven dan ook niet uit. Waarom heeft de regering die man gewoon niet op het vliegtuig gezet? Omdat dat niet eenvoudig is, om niet te zeggen: bijna onmogelijk. Algerije weigert al jarenlang mee te werken aan de repatriëring van landgenoten, en die medewerking is cruciaal. Zo moet de Algerijnse ambassade in Brussel helpen bij de identificatie van een landgenoot die geen documenten heeft. Ze moet ook een ‘laissez-passer’ afleveren waarmee de teruggestuurde persoon in Algerije door de douane raakt. In beide gevallen doet de ambassade moeilijk. Meestal laat ze de identificatieprocedure zolang aanslepen dat de Dienst Vreemdelingenzaken genoodzaakt is om een vastgehouden Algerijn weer vrij te laten. Volgens de wet mag een vreemdeling niet nodeloos lang worden opgesloten.
Beperkte plaatsen
Dat is ook de reden waarom Vreemdelingenzaken amper illegale Algerijnen opsluit, tenzij het om echt zware gevallen gaat. ‘Je moet mij niet zeggen dat er nog altijd tienduizenden illegalen rondlopen in België. Dat is heel frustrerend voor mij, voor mijn diensten en voor de politie’, zei staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) gisteren aan VTM. Bovendien zijn de plaatsen in gesloten centra beperkt en verkiest Vreemdelingenzaken per centrum om maar een bepaald percentage vreemdelingen uit de Maghreb-landen op te sluiten om problemen en conflicten te vermijden (zoals tijdens de ramadan). Uit een analyse van het federaal migratiecentrum Myria blijkt dat 96 procent van de Algerijnen zonder papieren die in 2014 administratief werden aangehouden alleen een bevel kregen om het grondgebied te verlaten. Sans-papiers zijn zich daar zo goed van bewust, dat ze vaak valselijk beweren Algerijn te zijn in de hoop niet te worden opgesloten en gerepatrieerd. Het is een van de grote frustraties van Francken dat hij zelfs met zijn succesvolle acties tegen illegale dieven en drugsdealers in de steden maar geen vat krijgt op de Algerijnen, omdat hij ze steeds moet laten gaan. Vorig jaar nog uitte hij zijn ongenoegen over het probleem dat hij als oppositielid altijd heeft aangeklaagd: ‘Algerije werkt niet mee en ik kan dat niet tolereren. Het kan niet zijn dat zij hun onderdanen niet terugnemen.’ De samenwerking met andere Maghreb-landen, zoals Marokko en Tunesië, is wel al (veel) verbeterd. Met Marokko heeft ons land een terugnameakkoord. Ook met Algerije moet er volgens Francken dringend een komen, bij voorkeur onder druk en mandaat van Europa.
Dit jaar al 909 criminelen gerepatrieerd
Francken is er als de dood voor dat hijzelf en zijn partij de prijs zouden betalen voor een incident dat niet los kan worden gezien van een falend terugkeerbeleid, terwijl hij net doet wat zijn voorgangers lang niet hebben gedaan: focussen op de gedwongen terugkeer van illegale criminelen. Dit jaar (tot juli) werden al 909 illegale criminelen vanuit de gevangenis gerepatrieerd. In heel 2015 waren dat er 1.434, een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor. 32 procent van alle gerepatrieerde vreemdelingen was vorig jaar crimineel, in 2013 was dat maar 17 procent. Ondanks het tekort aan plaatsen in gesloten centra, realiseerde de DVZ vorig jaar ook 6,6 repatriëringen per plaats. In 2013 waren dat er nog 6,1.
‘Je moet mij niet zeggen dat er nog altijd tienduizenden illegalen rondlopen in België. Dat is heel frustrerend’ THEO FRANCKEN (N-VA) Staatssecretaris voor Asiel en Migratie