Welke bedragen moet ik aangeven als ik een studio gemeubeld verhuur?
Wij verhuren een gemeubelde studio aan een student. Volgens mijn belastingkantoor moet ik behalve het kadastraal inkomen ook een huurinkomen voor het meubilair invullen op mijn belastingaangifte. Mijn notaris betwijfelt dat en zegt dat ik het één of het ander moet aangeven. Wie heeft er gelijk? En welk bedrag zou ik dan moeten aangeven als roerend inkomen voor het meubilair? J.C.
Voor de fiscus heeft 40 procent van de huurprijs betrekking op de meubels en de inboedel
Uw belastingkantoor heeft gelijk. Als u een huis of appartement gemeubeld verhuurt, dan moet u twee soorten inkomsten aangeven. Een onroerend inkomen, dat betrekking heeft op het gebouw, en een roerend inkomen, dat betrekking heeft op de meubels.
Onroerend inkomen
Als onroerend inkomen moet u het volle- dige kadastraal inkomen (KI) aangeven naast de code 1106 en 2106. Voor de berekening van de belasting indexeert de fiscus het KI van het verhuurde appartement en verhoogt hij het vervolgens met 40 procent. Heeft u een vastgoedkrediet afgesloten – bijvoorbeeld voor de aankoop of renovatie van de studio of van een andere eigendom – dan mag u de betaalde rentelasten aangeven in vak IX van de aangifte. De betaalde interesten worden dan in mindering gebracht van uw onroerende inkomsten. Het resterende onroerende inkomen wordt globaal belast, samen met uw beroepsinkomsten, tegen uw marginaal tarief.
Roerend inkomen
Bij gemeubelde verhuur bent u daarnaast ook belasting verschuldigd op het roerend inkomen. Dat is het gedeelte van de huur dat betrekking heeft op de verhuring van de meubelen en de aanwezige huisraad. Als daarover niets bepaald is in de (geregistreerde) huurovereenkomst, dan gaat de fiscus ervan uit dat 40 procent van de huurprijs betrekking heeft op de meubels en de inboedel. Daarop wordt een forfaitaire aftrek toegestaan van 50 procent. Concreet dient u als roerend inkomen het nettobedrag – dus 40 procent van de huurprijs verminderd met de helft aan forfaitaire kosten – in te vullen in vak VII, naast de codes 1156 en 2156.
Werkelijke huur
Als in het huurcontract aparte prijzen worden vermeld voor de verhuur van de meubelen enerzijds en de huur voor de studio anderzijds, dan vervalt het forfait van 40 procent. Het aan te geven roerend inkomen wordt dan bepaald op basis van de overeengekomen werkelijke huur voor het meubilair. Wenst u het bestaande contract daarvoor aan te passen, dan kan dat door een bijlage toe te voegen met aparte huurprijzen voor het gebouw en de inboedel.
Afzonderlijk belast
De bedragen die aangegeven worden naast code 1156 en 2156 worden niet samengevoegd met uw andere inkomsten, maar worden afzonderlijk belast. Daarvoor geldt een tarief van 25 procent (tot aanslagjaar 2016) of 27 procent (vanaf aanslagjaar 2017) plus de gemeentebelasting.