Twintig jaar na Fredje Van netnietGreg tot olympisch kampioen
Omdat hij niet graag op de bank zat, ruilde Greg Van Avermaet zijn voetbalschoenen in voor een koersfiets. Wat in de sterren stond geschreven, gebeurde – weliswaar pas op zijn zeventiende – dus toch. De Waaslander komt immers uit een familie van coureurs.
RIO DE JANEIRO | De allermooiste dingen in het leven komen onverwacht. Dat weet Greg Van Avermaet nu ook. Het olympisch parcours in Rio zou geen spek voor zijn bek zijn. Meer iets voor echte klimmers. Dus gaf Van Avermaet zichzelf weinig kans: ‘Laat ons zeggen vijf procent.’ Maar na de perfecte wedstrijd stond hij wel te blinken met een gouden medaille om zijn nek, met naast hem... echte klimmers. ‘Mooier dan dit wordt het niet meer’, zei hij. ‘Hoeveel kansen heeft een mens om olympisch kampioen te worden? Dit zijn van die momenten waarvan je er twee of drie in je leven hebt en die je altijd zullen bijblijven. Het is in ieder geval de mooiste dag uit mijn carrière.’ Een wielercarrière die relatief laat begon, want ook al kwam Van Avermaet uit een echt wielernest, hij koos voor het voetbal. Hij werd doelman van het lokale VK Hamme, maar werd daar op zijn elfde weggeplukt door het toen nog grote SK Beveren. Zijn vader vond het niet zo erg dat zoon Greg, nochtans genoemd naar drievoudig Touwinnaar Greg LeMond, voor het voetbal koos. Roland Van Avermaet was zelf heel even profrenner, maar had daar vooral de dopingcultuur van onthouden. Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan. Toen hij als doelman bij de Uefa-junioren steeds meer geblokkeerd raakte door een aangekochte Portugees, begon hij toch te koersen. ‘Ik stak veel energie in het voetbal en ik zat toch veel op de bank, daar had ik het heel moeilijk mee.’ Te midden van het wielerseizoen stapte hij op de fiets, die hij leende van de vriend van zijn zus, uiteraard een profcoureur. Die wist niet wat hij zag: hij kreeg die voetballer op de Berendries niet eens uit het wiel ge-
‘Hoeveel kansen heeft een mens om olympisch kampioen te worden?’ ‘Ik was misschien niet de sterkste, maar ik pakte het wel prima aan’
reden en raadde hem aan snel een wielerlicentie aan te vragen. Meteen konden de wielerfamiliefoto’s worden aangevuld, want Van Avermaets beide grootvaders waren ook profwielrenner. Aimé Van Avermaet was eind jaren 50, begin jaren 60 knecht van Fausto Coppi en Fred De Bruyne. Kamiel Buysse was in dezelfde periode een kermiscoureur, maar reed in 1959 ook de Ronde van Frankrijk uit. En vader Roland nam als amateur zelfs deel aan de Olympische Spelen in Moskou, waar profwielrenners toen nog geweerd werden. ‘Zijn hoogtepunt als coureur. Hij was er zo fier op, dat hij later in dat olympisch kostuum getrouwd is’, zei Greg Van Avermaet zaterdag.
Veldloopkampioene
En toch treedt Greg eerst in de voetsporen van zijn moeder Bernadette, die bij de jeugd vijf keer veldloopkampioene werd. ‘Hij was vijf toen hij in een veldloop wilde starten, maar niet mocht omdat hij te jong was. Hij begon zo hartsgrondig te wenen dat de verantwoordelijken hem toch maar lieten starten’, zei ze onlangs in Voetbalmagazine. ‘Hij had talent, maar eindigde meestal op de ereplaatsen.’ En dat vond de wielerwereld ook lange tijd het manco van Van Avermaet toen hij prof werd. Hij maakte indruk, won bijvoorbeeld onmiddellijk het puntenklassement in de Vuelta, maar won te weinig. Van Avermaet liet schitterende dingen zien op de fiets, maar hij verspilde te veel energie. Aan cafétogen werd dat vertaald als: ‘Van Avermaet is een domme coureur.’ Grote overwinningen bleven uit en hij verloor op momenten dat hij bijna niet meer kon verliezen, zoals in de Omloop Het Nieuwsblad in 2014 tegen de intrinsiek tragere Ian Stannard. En als het toch eindelijk leek te gaan lukken, reed een motor hem van zijn sokken in San Sebastian in 2015. Dat jaar was nochtans het jaar van de ommekeer. Van Avermaet werd vrijgesproken in de beruchte dopingaffaire rond de ozonarts. Iets wat hem, volgens vriend des huizes José De Cauwer, ‘veel meer had aangegrepen dan de buitenwereld ooit heeft geweten’. Het leek wel alsof het hem bevrijdde, want de eeuwige verliezer werd plots een veelwinnaar. Zijn sterke staaltjes werden nog sterker en hij rondde ze ook zegevierend af: de Omloop Het Nieuwsblad, Tirreno-Adriatico, een spectaculaire zege in een bergrit in de Tour, die hem ook de gele trui opleverde, en nu dus op zijn 31ste de olympische titel. ‘Ik was misschien niet de sterkste, maar ik pakte het wel prima aan’, zei hij. Van Avermaet kan plots de juiste beslissingen nemen op het juiste moment. Want als je te hardnekkig de zege nastreeft, dan maak je fouten, zegt een wielerwijsheid: om te winnen, moet je durven te verliezen.