Zit het geluk in een bakfiets?
Ze zeggen weleens dat dertigers niet verontwaardigd genoeg zijn. Dat we alleen met onszelf bezig zijn. Dat laatste is waar, maar niét uit egocentrisme, wel uit een drang naar zelfontplooiing. Ons eigen geluk is wat we nastreven, en we zijn ervan overtuigd dat we dat zelf kunnen maken.
‘Omgeven door problemen / Volg k’ik de melodie / De tonen zen men treden / Tot dak d’horizon kan zien.’ (Johannes Faes aka Tourist LeMC, 32 jaar) Vraag aan ons, dertigers, welk moment bepalend is geweest voor onze kijk op het leven en negen kansen op de tien wordt dat een precieze datum: 11 september 2001. Ná 9/11 waren er nog aanslagen die onze twintiger jaren tekenden, maar het waren vooral de beelden van de instortende Twin Towers die voorgoed de roze bril van ons hoofd hebben geslagen. Die dag zijn we volwassen geworden. Met vragen en twijfels zitten we sindsdien allemaal. Maar ook met hoop, zoals uit het liedje van Tourist LeMC blijkt. Blik op de horizon – let’s go for it. De horizon die we voor ogen hebben, is een perfecte wereld. Niet perfect volgens het boekje, wel perfect in zijn imperfectie – of liever: in zijn maatwerk. ‘De best mogelijke balans voor mij’, of die nu ligt in een harmonieus gezinsleven, een uitdagende (bij)job of een avontuurlijk nomadenbestaan. Vaak ligt het geluk zelfs in een combinatie van die zaken. Dat vertaalt zich ook op carrièrevlak. Wij, dertigers, hebben niet moeten vechten om te studeren wat we wilden. Bovenal zijn we de eerste generatie voor wie een gemengde carrière heel normaal en zelfs te verkiezen is. Niemand van mijn vrienden ziet zich met pensioen gaan bij het bedrijf waar hij of zij nu werkt, iedereen heeft het idee ooit iets anders te zullen doen.