De brug ophalen is niet de oplossing
Het gaat niet meer over de tegenstelling tussen links en rechts, het gaat over open versus gesloten. En jammer genoeg zit de open samenleving zwaar in het defensief, stelt MAURITS VANDE REYDE vast.
Meningsvrijheid, flexibele arbeid, de voordelen van een open economie en de vrije keuze tussen Geert Hoste of Michael Van Peel
Het is de schuld van links. Het is de schuld van rechts. Het is de schuld van de wetgeving. Ziedaar, een samenvatting van het diepgravende racismedebat afgelopen week. De overtuiging dat de samenleving ontwricht raakt, van terreurdreiging tot onversneden racisme, deed politici teruggrijpen naar de meest primaire tegenstellingen. Helaas bestaan die enkel nog in de Wetstraatbubbel. Want het gaat al lang niet meer over links of rechts. The Economist schreef het in een fel gedeeld stuk vorige week: ‘It’s open versus closed, stupid.’ Dat is de nieuwe breuklijn waarlangs we nu met onze essays, snelle opiniestukken en Facebookdrek naar elkaar smijten. Zij die denken dat slechte dingen weggaan als je de deur sluit, en zij die het moeilijkere pad van een open systeem willen bewandelen. Vanuit democratisch oogpunt zijn beiden legitiem. Groot probleem is dat de gesloten types amper weerwerk krijgen. Weinig mensen lijken het nog te willen opnemen voor het volledige vrije maatschappijmodel dat tot voor kort nog amper gecontesteerd werd. Vrij verkeer? Ja goed, maar dan wel niet voor personen. Migratie voordelig? Openers denken van wel, maar durven het niet meer te zeggen. Groenfractieleider Kristof Calvo reageerde bijvoorbeeld fel toen hij ervan beschuldigd werd voor open grenzen te pleiten. ‘Niemand wil dat!’ klonk het typerend. Hij heeft helaas gelijk. Het is een taboe. Iets smerigs. Het nieuwe politieke incorrect, zoals De Correspondent opmerkte. Niet langer meer dat na te streven ideaal: wellicht nooit helemaal haalbaar maar zeker niets om bang voor te zijn. Het terreurklimaat heeft de open-zijde gemuilkorfd.
De voordelen van migratie
Volgens mij heeft dat veel te maken met de grote ruis die rond het begrip van een open samenleving hangt. Tegenstanders duwen ons te makkelijk in de hoek van naïeve believers, of het nu over vrije handel (tegenstand langs linkerzijde), ethische keuzes (tegenstand uit conservatieve hoek) of de voordelen van migratie (tegenstand van overal) gaat. De essentie ligt nochtans veel dieper. Een open samenleving onderscheidt zich in het feit dat individuen niet vastgeroest zitten in een toegewezen sociale status, gebaseerd op zaken als familiebanden, etniciteit, geslacht, nationaliteit of religie. In een open systeem mogen die niet definiërend zijn. Karl Popper beschrijft die sociale grondslag in The open society and its enemies. Daarin zet hij zich af tegen totalitaire en gesloten modellen. Van de clash der beschavingen in de Griekse oudheid tot marxisme en fascisme. In open systemen is verandering mogelijk. De lotsbestemming van elk individu is ongedefinieerd. Merite en verantwoordelijkheid zijn doorslaggevend, niet afkomst of herkomst. Daaruit vloeien alle zaken die ons tot voor kort zo dierbaar leken. Meningsvrijheid, flexibele arbeid, de voordelen van een open economie