De kinderen zijn niet oké
Muziekliefhebbers kennen Beth Orton als een singer-songwriter die folkgitaar paart aan elektronica en in de jaren 90 haar stem leende aan platen van The Chemical Brothers en Red Snapper. Nu keert ze veertien jaar na haar eerste poging terug als actrice. De film is minstens even eigenzinnig als haar muziek. Het regiedebuut van de Britse Esther Campbell blinkt uit in mooie fotografie en originele beelden. Ze weet als geen ander de landerige sfeer op te roepen van eindeloze zomervakanties, languit liggen in het gras, kijken hoe de vogels overvliegen. Waar is de tijd? Campbell neemt er wel echt haar tijd voor. We zien kinderen met een rat spelen; een meisje dat achteromkijkt terwijl ze op een golfterrein ligt; een jongetje met een hoorapparaat op een BMX. Foto’s van schildpadden, een slak, een baby. Mooi, zeker. Geïnspireerd, dat ook. Maar waar gaat dit heen? Heeft de keizer wel kleren aan of is dit moei- lijkdoenerij om verbergen dat de regisseuse niets te vertellen heeft? Net dan komt het meisje Rose – zij die speelde met de rat – aan in een verzorgingstehuis. Daar zit haar moeder op een bed. Wat heeft ze? Campbell verzwijgt het angstvallig. Maar moeder en dochter gaan naar zee, waar drama alsnog toeslaat in een niet al te best geregisseerde scène. Het is makkelijk om de neus op te halen voor dit mislukte experiment. Maar er schuilt onmiskenbaar poëzie in Campbells consequente keuze voor het standpunt van de kinderen. Zij weten net zo min als de kijker wat er precies gaande is. Ook zij zijn misschien niet ingelicht over de ware toestand van hun moeder. En ook voor hen drijft de tijd doelloos voorbij. Zo schetst Campbell een teder beeld van de manier waarop kinderen met de ziekte van hun moeder omgaan, zonder te vervallen in tranentrekkerij à la Hollywood.