Lieve papa, we moeten terughoudend zijn
Het opiniestuk ‘Wijs ook je nonkel eens op sluimerend racisme’ van MAARTJE LUIF (DS 4 augustus) riep veel reacties op. Voor velen waren de in het stuk genoemde voorbeelden over Zwarte Piet en het woord ‘neger’ geen kwestie van sluimerend racisme. De Nede
Lieve papa,
Bedankt voor je mailtje. De feiten die je noemt kan ik uiteraard niet weerleggen of snel even nazoeken, maar omdat mijn argumenten op zo’n ander vlak liggen dan de jouwe is dat mijns inziens niet nodig. Ik zou zelfs willen zeggen dat jouw technische benadering een deel van het probleem is: gevoelens van uitsluiting hoef je natuurlijk niet te kunnen herleiden tot een betekenis in een woordenboek of een paragraaf in een geschiedenisboek, die kunnen ook ontstaan door de situaties waarin het woord tot nu steeds gebruikt wordt of werd. Het woord ‘neger’ heeft voor veel donkere mensen wel degelijk een zware lading, vermoedelijk ook omdat het woord vaak opduikt in situaties waarin je als donkere toch eerst en vooral ‘de neger’ bent.
Level playing field
Voor mij is het hetzelfde als met Zwarte Piet: het gaat erom dat je gevoeligheden van minderheden net zo serieus neemt als die van de meerderheid, en het is een kleinigheid om ermee te stoppen. Bij beide discussies is het geen ‘level playing field’, oftewel: zwarten hebben niet net zoveel ruimte om dit debat in hun voordeel te slechten. Dat lijkt me een extra reden om terughoudend te zijn in ons oordeel. Daarnaast heb je bij veel vormen van discriminatie dat de meerderheid voor de minderheid bepaalt of het überhaupt gevoelig mag liggen: mannen die vrouwen vertellen wat wel en niet seksisme is, christenen die moslims vertellen wat wel en niet islamofobie is, of witten die zwarten vertellen waar ze wel en niet een vieze smaak van in hun mond mogen krijgen. Racisme is een groot woord voor de uitsluiting die mensen door zo’n woord kunnen voelen, bovendien is het in het geval van dit woord (of Zwarte Piet) in 99 procent van de gevallen geen opzettelijke uitsluiting. Maar volgens mij zit daar het gevaar: mensen zijn minder bereid om zichzelf een spiegel voor te houden als het niet opzettelijk is. Het racisme op de arbeidsmarkt zit hem vermoedelijk grotendeels in onopzettelijk racisme. De onopzettelijke uitslui-