‘Vanuit Marseille de boot op naar Algiers’
De regering is de oppositie niet. Als staatssecretaris voor Asiel voert Theo Francken (N-VA) lang niet alle ideeën uit die hij ooit als Kamerlid heeft geopperd.
BRUSSEL | Met Theo Francken gaan de terugkeercijfers in stijgende lijn. Vorig jaar keerden zowat 8.500 mensen zonder papieren vrijwillig of verplicht terug naar hun moederland. Dit jaar wil de staatssecretaris er nog eens 1.000 bijdoen. Kamerlid Nahima Lanjri (CD&V) vindt dat Francken gezien het hoge aantal asielzoekers de lat best wat hoger mocht leggen. Maar de staatssecretaris ondervindt elke dag dat een terugkeerbeleid neerkomt op wroeten en zwoegen. Als lid van de oppositie zag Francken dat anders. Steevast maakte hij met ongezouten taalgebruik brandhout van de regeringsaanpak. De terugkeercijfers lagen inderdaad laag, ook al piekte bij momenten de instroom van asielzoekers. Diverse regeringen losten het probleem op met collectieve regularisaties. Uiteindelijk maakte iemand zonder papieren meer kans om te worden geregulariseerd dan om te worden uitgezet. ‘Geen stok achter de deur, wel wortel voor de deur’, zo vatte Francken de toestand samen. De aanpak trok niet alleen nieuwe asielzoekers aan, het was manifest onrechtvaardig voor diegenen die het land werden uitgezet. Het is de belangrijkste reden waarom deze regering afziet van collectieve regularisatie. ‘Maak een einde aan het huidige vrijblijvende karakter van het Bevel om het Grondgebied te Verla- ten.’ Vijf jaar geleden hekelde Francken de talrijke BGV’s die werden uitgereikt. ‘ Een vodje papier’, zo klonk het geringschattend. Zo’n bevel moest volgens het oppositielid ‘automatisch worden gekoppeld aan een terugkeer, vrijwillig of niet’. Hoe dat hardgemaakt moest worden, was minder duidelijk. Francken verwees onder meer naar de aanstelling van terugkeercoaches in terugkeercentra. Van zo’n automatische koppeling is er nog steeds geen sprake. Het aantal bevelen dat een dode letter blijft, blijft hoog. Vorig jaar werden er 43.000 uitgereikt. Het probleem met ‘ de Algerijnen’ gaat al een tijdje mee. De houding van Algerije maakt het moeilijk om Algerijnen zonder verblijfsrecht terug te sturen. ‘U kunt het niet aan’, sneerde hij naar toenmalig staatssecretaris voor Asiel Melchior Wathelet (CDH). Francken had de oplossing. ‘ Kunnen we met Frankrijk
‘Maak een einde aan het huidige vrijblijvende karakter van het Bevel om het Grondgebied te Verlaten’ THEO FRANCKEN IN 2011 ‘Laat Frankrijk de Algerijnen uit België opnemen. Vanuit Marseille vertrekken er boten naar Algiers’ THEO FRANCKEN IN 2011
‘Huur plaatsen in een gesloten opvangcentrum in Nederland. Dat zal niet veel kosten. Bovendien kunnen uitwijzingen daar meteen gebeuren’ THEO FRANCKEN IN 2013
geen akkoord sluiten dat zij onze Algerijnen opnemen? Vanuit Marseille vertrekken er boten naar Algiers.’ Wathelet vond dat niet ernstig. Hij geloofde niet dat Frankrijk dit zou overwegen. Ook voorganger Maggie De Block (Open VLD) kreeg er soms flink van langs. Francken hekelde het tekort aan plaatsen in gesloten centra. Dat bemoeilijkte elk terugkeerbeleid. Hij opperde dat België plaatsen zou huren in Nederland. Francken had een centrum bezocht in Rotterdam. Slechts een derde van de 650 plaatsen was opgevuld. ‘Daar plaatsen huren, zal niet veel kosten. Bovendien kunnen uitwijzingen daar meteen gebeuren. Rotterdam is nu ook weer niet zo ver.’ Maggie De Block haalde haar schouders op. Uiteindelijk onderzocht de staatssecretaris dit denkspoor. Het bleek juridisch onmogelijk. Francken bepleitte steeds de op- richting van een ‘Taskforce Terugkeer’. Die taskforce moest bestaan uit een politieke werkgroep onder leiding van de premier en een ambtelijke werkgroep met alle betrokken partners (DVZ, Fedasil, Justitie, Politie, Binnenlandse Zaken, Luchthavenpolitie,…). De taskforce, voorgezeten door de staatssecretaris zelf, is nu realiteit en werkt naar verluidt efficiënt. ‘Daarbij zal erover gewaakt worden dat ze de naakte cijfers weergeeft, niet de opgesmukte versie van de feiten’, klonk het aanvankelijk. Francken hekelde ‘het gegoochel’ rond het aantal terugkeerders. Als oppositielid vond hij het onjuist om mensen zonder papieren die in het kader van het Dublin-akkoord (het eerste EU-land waar een asielzoeker zich registreert, moet de procedure afhandelen) naar een ander EU-land werden uitgewezen, mee te tellen. Als staatssecretaris doet hij net hetzelfde.