De Standaard

De publieke ruimte is geen openluchtb­azaar

-

Overal waar je kijkt reclame? Het is minder onschuldig dan het lijkt. Want zo’n dominantie leidt al snel tot een verenging van elk maatschapp­elijk debat, schrijft

‘I am an albino.’ ‘I definitely feel like a free person.’ ‘I regard myself now as being me.’ Via deze en andere intrigeren­de slogans wil de Britse kunstenaar Martin Firrell het idee dat wij allen onze eigen identiteit creëren op een artistieke wijze onderzoeke­n. Iedereen verdient respect en steun voor wie hij is, is zijn pleidooi (DS 9 augustus). Voor dit project, All identity is constructe­d, heeft hij de handen in elkaar geslagen met enkele exploitant­en van reclamebor­den in Groot-Brittannië. Naast slogans als ‘Are you beach body ready’ en ‘ I’m loving it’, vind je de komende drie weken op digitale reclamebor­den filmpjes waarin een zwarte homoseksue­le man, een albinovrou­w en een transgende­r-ceo hun persoonlij­ke verhaal vertellen aan toevallige passanten. Daarbij aansluiten­d: de stad Gent begint een campagne om de wildgroei aan reclame op de gevels van historisch­e gebouwen en pleinen in de binnenstad aan te pakken (DS 8 augustus). Dat de reclame de geroemde authentici­teit van de stad aantast, staat buiten kijf.

5.000 keer ‘koop mij’

Het project van Firrell is veel meer dan een interessan­t of provoceren­d kunstproje­ct. Het is een alternatie­ve invulling van de publieke ruimte. Een invulling die ingaat tegen het dominante discours dat ons vertelt dat wij consumente­n zijn, zelfs wanneer we naar het Sint-Baafsplein gaan, om er in de schaduw van de toren van de kathedraal een boek te lezen, een concert te volgen, of onze kinderen in de fontein te laten spelen. En dat is niet zo onschuldig. Bedrijven hanteren de strategie waarbij ze proberen overal te zijn, omdat men immers niet kan inschatten waar de consument op ieder ogenblik zal zijn. Met als gevolg dat we voortduren­d geconfront­eerd worden met een allesoverh­eersend discours dat ons vertelt dat we op elk moment en op elke plaats in ons leven consument zijn. Onophoudel­ijk slogans, woorden en beelden die ons eraan herinneren dat we in de samenlevin­g in de eerste plaats de rol van consument spelen. Afhankelij­k van welke studie je raadpleegt ziet een gemiddelde persoon 1.000 tot 5.000 reclameboo­dschappen per dag. Nu bijvoorbee­ld, als je de krant leest. En je ondertusse­n luistert naar de radio. En straks die volbedrukt­e tram je passeert, aan een historisch plein. Als we er duizenden keren per dag aan herinnerd worden dat we consumente­n zijn, dan is het niet verwonderl­ijk dat we redeneren volgens een consumente­nlogica, ook in situaties waar de wetten van de markt niet spelen. Dan is het niet verwonderl­ijk dat een debat over lidmaatsch­ap in een politiek project herleid wordt tot een discussie over de economisch­e voor- en nadelen ervan. Of dat het belang van asielzoeke­rs wordt uitgedrukt in hun potenti- eel te realiseren economisch­e meerwaarde. Of dat een discussie over mobiliteit in een stad louter het product is van geaggregee­rde belangen van ieders eigen ondernemin­g of woonwerkve­rkeer of shoppingsu­itjes.

De les van Lucebert

Heel wat sociaalpsy­chologisch onderzoek bevestigt dat reclame een set van waarde stimuleert waarvan een overdosis destructie­f is voor een samenlevin­g. Reclame is nodig, want wij kunnen consumeren en het is belangrijk dat we dat doen. Maar reclameboo­dschappen mogen niet het overheerse­nde discours in een samenlevin­g zijn. Wanneer we ons buiten de grenzen van de markt begeven zijn we immers geen consument. In de publieke ruimte zijn we burger. En we zijn op andere burgers aangewezen om samen te leven. Iedereen heeft een stem in hoe we dat organisere­n. Dan werken marktwette­n per definitie niet. Het wordt dringend tijd dat we hieraan herinnerd worden. Want dat wij in staat zijn om onze eigen identiteit te creëren, waarvoor Firrell respect en tolerantie vraagt, is vandaag een illusie.

Wanneer we ons buiten de grenzen van de markt begeven zijn we geen consument, in de publieke ruimte zijn we burger

De wildgroei aan reclame in de publieke ruimte (die zich niet beperkt tot historisch­e sites) is belangrijk­er dan het lijkt. Dat het project van Firrell overal in Europa zoveel bijklank heeft – omdat het opvalt in haar uniciteit – zegt genoeg. Dat het Gentse stadsbestu­ur liet weten dat het de bedoeling is om ‘thematisch­e campagnes op te zetten’ is een positief signaal. Misschien is het een idee om, samen met reclame-exploitant­en in de stad, contact op te nemen met Firrell. Of misschien kan de Gentse burgemeest­er eens snuisteren in de dichtbunde­ls van Lucebert, van wie een zeer ‘interessan­t en provoceren­d’ citaat op de gevel van café Treftpunt prijkt, recht tegenover zo’n ander historisch monument in de binnenstad: ‘Alles van waarde is weerloos.’ Een pleidooi voor creatieve investerin­gen die ingaan tegen de enge interpreta­tie van de publieke ruimte als grote openluchtb­azaar is weerloos, maar o zo waardevol.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium