Reclame kijken verplicht
FACEBOOK MENGT ZICH IN DEBAT ROND ADBLOCKERS Facebook mengt zich in de strijd tegen adblockers. Steeds meer websites zoeken naar manieren om bezoekers te verplichten naar reclame te kijken.
BRUSSEL | ‘ Facebook begeeft zich op het donkere pad tegen de keuzevrijheid van zijn gebruikers’, schrijft Ben Williams op zijn blog. Williams werkt voor het bedrijf achter AdBlock Plus, een van de belangrijkste systemen voor het blokkeren van digitale advertenties. Facebook maakte dinsdag bekend dat het adblockers tegen zal gaan, en dat gebruikers die zo’n filtersysteem geïnstalleerd hebben toch advertenties te zien zullen krijgen. Die gebruikers zullen wel iets meer te zeggen krijgen over wat voor reclame ze moeten bekijken. Als ze niet geinteresseerd zijn in katten of reizen, kunnen ze dat aangeven. Maar advertenties bekijken, zullen ze. ‘Facebook balanceert tussen de wil van de gebruikers en de noden van de business’, zegt Bart De Waele, aan het hoofd van digitaal agentschap Wijs. ‘Hun geld komt uit advertenties, maar gebruikers tolereren dat maar tot op zekere hoogte. Niets doen tegen adblockers zou hen schaden.’ Zo’n 200 miljoen internetgebruikers zouden vandaag een adblocker geïnstalleerd hebben op hun desktop of smartphone. Omdat reclame online vaak vervelend en opdringerig is, zoals advertenties die gebruikers blijven achtervolgen met producten die ze ergens bekeken hebben. Omdat ze voor veel vertraging kan zorgen bij het laden van websites. En omdat de reclame in sommige gevallen zelfs malware kan meebrengen die de toestellen van gebruikers aantast. Facebook beseft dat digitale advertenties door veel mensen als vervelend ervaren worden. Maar naar eigen zeggen zal de maatregel net voor een gebruiksvriendelijkere ervaring zorgen.
Adblockers verboden
Facebook is niet het enige bedrijf dat stappen tegen adblockers onderneemt. Vooral websites van nieuwsmedia worstelen al een tijdje met het fenomeen. Velen zijn in meer of mindere mate afhankelijk van advertenties om gratis artikels te kunnen aanbieden. De ceo van The New York Times, Mark Thompson, deed enkele weken geleden nog de opmerkelijke uitspraak dat ‘niemand die weigert bij te dragen aan het maken van kwaliteitsjournalistiek het recht heeft die te consumeren’. Volgens hem was het een kwestie van tijd voor de website van zijn krant gebruikers van adblockers helemaal weert. En daarmee zou hij niet de eerste zijn, want de zakenwebsite Forbes laat geen bezoekers met adblockers toe. Schakel je de blokkering uit, dan krijg je een website met minder advertenties te zien, belooft Forbes. De aanpak zorgde ervoor dat vier miljoen gebruikers, of 40 procent van die- genen die de vraag te zien kregen, hun adblocker ook effectief uitschakelden of de website aan hun ‘whitelist’ met uitzonderingen toevoegden. Maar de meerderheid van de gebruikers ging er dus niet op in. Andere websites houden het voorlopig bij de vriendelijke vraag om adblockers uit te schakelen. Tijdens een experiment bij The New York Times ging 30 procent van de gebruikers daarop in. Nog andere gaan zich richten op native advertising of gesponsorde artikels, of ze stappen helemaal af van gratis nieuws en werken alleen nog met artikels of abonnementen tegen betaling.
Wie controleert?
Maar dat nieuwswebsites – net als Facebook – adblockers gewoon zouden omzeilen, ligt niet zo voor de hand. Facebook heeft de laatste jaren bewezen dat het zich veel kan veroorloven zonder gebruikers te verliezen. Bovendien draaien de advertenties van nieuwssites op externe servers, die makkelijk door filtersystemen herkend worden. Bij Facebook draaien ze op het platform zelf, waardoor adblockers ze niet eenvoudig kunnen onderscheiden van andere inhoud. ‘Dit zou een wapenwedloop kunnen worden waarbij adblockers zich opnieuw gaan verfijnen om toch weer advertenties op Facebook te herkennen’, zegt Rob Heyman, onderzoeker bij iMinds-SMIT. Dat een monsterbedrijf als Facebook zich in de discussie mengt, zal het debat verder aanzwengelen. ‘En dat wordt een griezelig debat, want het gaat eigenlijk over wie er mag controleren wat er op het internet wordt getoond’, zegt Heyman.
‘Dit is een griezelig debat, want het gaat over wie er mag controleren wat er op het internet wordt getoond’