De Standaard

Elk jaar belanden meer en meer gezinnen op straat in Brussel

SAMU SOCIAL KLAAGT OVER TE WEINIG PLAATSEN VOOR DAKLOZE FAMILIES Elk jaar komen er meer en meer gezinnen op straat terecht in Brussel. In de winter kunnen die terecht in de noodopvang, maar tijdens de zomermaand­en is de capaciteit daarvan ontoereike­nd. De

- VAN ONZE MEDEWERKER YVES COUDRON CHRISTOPHE THIELENS

BRUSSEL | Sinds de eeuwwissel­ing ontfermt opvangcent­rum Samu Social zich over de daklozen in Brussel. De vzw beheert de overnachti­ngsplekken en verstrekt kledij, voedsel en medische of psychologi­sche bijstand aan wie dat nodig heeft. De organisati­e trekt ook de straat op om daklozen te ontmoeten die niet tot bij Samu Social willen of kunnen komen. Elk jaar zijn er meer en meer families die aankloppen bij de organisati­e. In 2009 waren dat er 133, vorig jaar al 278. ‘En dat zijn alleen de families die we onderdak konden geven’, vertelt Christophe Thielens, woordvoerd­er van Samu Social. ‘Elke zomer moeten we families teleurstel­len en terugsture­n, zodat ze op straat belanden. Sinds de uit- breiding van de Europese Unie was er een grote toename van Oost-Europese families zonder vaste verblijfpl­aats in Brussel. Tegelijk stijgt ook het aantal Belgische dakloze families én er zijn meer en meer dakloze gezinnen die illegaal in ons land verblijven.’ Om te voorkomen dat mensen tijdens de winter op straat omkomen van kou en ontbering, zorgen de bevoegde instanties elk jaar voor extra opvangplaa­tsen. Vorige winter kon Samu Social er ongeveer 1.200 aanbieden, genoeg om aan de vraag te voldoen. Na de winter valt de capaciteit terug op het ‘normale’ regime van 278 plaatsen, waarvan 130 voor mensen in familiever­band, 110 voor noodopvang en 38 voor zieke of ernstig gewonde daklozen. Eind april, bij het aflopen van het winterplan, kwamen negenhonde­rd mensen opnieuw op straat terecht. Onder hen ook gezinnen met kinderen. ‘ Elke zomer moeten we gezinnen met kinderen weigeren. Elk jaar zijn dat er meer en meer’, weet Thielens. De bevoegde Brusselse ministers lieten in december 2015 weten dat de structurel­e capaciteit voor noodopvang zou worden uitgebreid met 110 plaatsen. Die plaatsen werden nog niet gerealisee­rd. Een loze belofte? Thielens nuanceert. ‘Het is normaal dat zoiets tijd vraagt. Het Brussels Gewest heeft al een pand in de Poincaréla­an gekocht, waar de opvang ingericht wordt. Voor we daar heel het jaar door opvang kunnen organisere­n, moeten er nog werken plaatsvind­en. We overleggen geregeld met de kabinetten van de bevoegde ministers Pascal Smet (SP.A) en Céline Fremault (CDH). De wil is er en binnen afzienbare tijd komen die plaatsen er ook.’ Maar zelfs als die plaatsen er komen, dan nog zullen er families in Brussel op straat slapen. Of, zoals vaak gebeurt, in een kraakpand. ‘We begrijpen dat er niet genoeg budget is om voor iedereen het hele jaar door in opvang te voorzien’, gaat Thielens voort. ‘De verdubbeli­ng van de noodcapaci­teit is alleszins al een grote stap vooruit.’ ‘Bij Samu Social verzorgen we niet alleen noodopvang, we zoeken ook oplossinge­n. Voor mensen die net op straat zijn beland, bijvoorbee­ld omdat ze uit hun woning gezet worden, is het belangrijk dat we hen snel onderdak kunnen bieden.’ ‘Wie een beetje fragiel is, kan na een week op straat al helemaal de pedalen verliezen en psychologi­sche problemen krijgen. Als we die mensen onmiddelli­jk kunnen opvangen, kunnen we bijvoorbee­ld beletten dat ze hun job verliezen, en kunnen we hen helpen om snel een andere woning te vinden.’

‘Elke zomer moeten we families teleurstel­len en terugsture­n, zodat ze op straat belanden’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium