‘Ik geniet van de anonimiteit die ik in Roemenië niet had’
ALEXANDRU CHIPCIU BLIJ DAT NIET ALLE SCHIJNWERPERS IN ASTRIDPARK OP HEM ZIJN GERICHT
Je spreekt zijn naam uit als ‘Kiptsjoe’, maar zelfs in Roemenië zeggen ze het verkeerd. Niet dat het hem uitmaakt. Anderlecht-aanwinst Alexandru Chipciu (27) wil vooral dat België hem leert kennen als begenadigd voetballer. ‘Ik wil hier ook naam maken, maar vergelijk me niet met Alin Stoica.’
BRUSSEL | Bij Steaua won hij drie landstitels op rij, de beker en de Supercup. Alles wat er te winnen viel, Alexandru Chipciu had in Roemenië niets meer te bewijzen. Dat Anderlecht deze zomer aanklopte, kwam dus gelegen. ‘ Ik was direct gecharmeerd. Een topclub met hetzelfde profiel als Steaua. Ideaal. Bovendien kan ik hier rustig over straat wandelen. Ik geniet van die anonimiteit die er in Roemenië niet meer was.’
‘De Champions League-uitschakeling was een domper. Zeker omdat mijn ex-ploeg Steaua Boekarest wel doorging’
Bij Steaua verdiende je 38.000 euro per maand, meer dan iedere Roemeense ceo.
‘Maar ik nam mijn verantwoordelijkheid. Ik maakte belangrijke doelpunten in de Champions League-voorrondes. Bij Anderlecht moeten we ook altijd winnen, maar als buitenlander voel ik toch iets minder druk. De fans zijn hier ook constructiever. Toen we uitgeschakeld werden in de Champions League tegen Rostov, stonden er na de match nog supporters te wachten met Roemeense vlaggen. In Boekarest is zo’n reactie ondenkbaar. Al zullen ze misschien niet zo mild blijven. (lacht) We moeten ons nu Europees kwalificeren tegen Slavia.’
Hoe beoordeel je je eerste vier matchen bij Anderlecht.
‘De Champions League-uitschakeling was een domper. Zeker omdat Steaua wel doorging, maar voor de rest ben ik in vorm. Dankzij mijn assist tegen Moeskroen kreeg ik vertrouwen en mijn goal tegen Kortrijk gaf me nog een boost. Jammer dat mijn eerste schot tegen de lat ging.’
Jouw landgenoot Alin Stoica noemt je de nieuwe Bart Goor. Ken je die?
‘Goor? Neen. Maar als je zegt dat hij een lopende speler was, die regelmatig scoorde en ook assists gaf, dan kan ik me er wel in vinden. Goals maken blijft het mooiste, maar als een ploegmaat beter staat, zal ik altijd passen. Stoica? Ja, die ken ik wel. Niet dat we vrienden zijn, maar toen ik klein was, werd hij aanzien als een talent. Zijn doelpunt met Anderlecht op Real Madrid zie ik nog voor me.’
Is het toeval dat je hier net als Stoica rugnummer 11 hebt?
‘Absoluut. Ik wil hier ook naam maken, maar vergelijk me niet met Alin. Zoals bij elke Roemeen was Hagi mijn idool. Zijn gouden generatie, met ook Tibor Selymes die hier speelde, schreef geschiedenis. Op het recente EK was de teleurstelling groot. Ja, ik mocht er invallen, maar de uitschakeling tegen Albanië had niemand verwacht. Het blijft een ambitie om te presteren met de nationale ploeg.’
Christophe Daum is jullie nieuwe bondscoach.
‘Ja, en ik hoorde dat hij autoriteit heeft en in België werkte. Dat is positief. Zijn assistent scoutte mij al tegen Moeskroen en vertelde me dat ik belangrijk ben voor Roemenië.’
Drie jaar geleden liep je een zware beenbreuk op. De dokter vond het de moeilijkste operatie in zijn carrière.
‘Ja, in de derby tegen Dinamo werd ik getackeld. Aanvankelijk voelde ik geen pijn, maar mijn enkel bleek op vier plaatsen gebroken. Op dat moment was ik uitstekend bezig en zonder die breuk had mijn carrière er misschien anders uitgezien. Maar het had ook slechter kunnen lopen. Niet dat ik echt vreesde voor mijn loopbaan, maar toch.’