De Standaard

Olympisch dichten en beeldhouwe­n

-

Dat ik niet mag meedoen aan de Olympische Spelen is alleen maar omdat een stel leeghoofde­n bij het IOC rond 1950 besloot om het onderdeel Literatuur te schrappen. Kunstwedst­rijden waren van 1912 tot 1948 een vast onderdeel van de moderne Olympische Spelen. De oprichter hiervan, Pierre de Coubertin, won zelf een gouden plak met een onder pseudoniem ingezonden gedicht. Hij wilde het ideaal van de oude Grieken zo dicht mogelijk benaderen: kunst en sport, atletiek en lyriek, waren een hechte eenheid. Olympisch beeldhouwe­n, componeren of schrijven: dat kun je je alleen Monty Pythonacht­ig voorstelle­n (de beroemde voetbalwed­strijd tussen Duitse en Griekse filosofen), maar beeld je eens een televisiel­oze wereld in. Als de verslagen alleen maar via de krant komen, verschille­n ze dan wezenlijk van de kunstkriti­ek? De Spelen waren voor een groot deel van het publiek een abstract instituut, dat het beste van de mens vierde en bekroonde. Het officiële argument om de kunstwedst­rijden in 1952 te schrappen is fascineren­d. Kunstenaar­s waren profession­als, betoogde men, terwijl olympische sporters amateurs behoorden te zijn. Inmiddels zijn veel sporters duur gesponsord­e profession­als en gaat ‘kunstenaar’ niet meer door voor een serieus beroep. Waarom was er rond 1950 zo’n radicale omkering? Uiteraard, dat moet de televisie zijn. In 1950 was de eerste live tv-registrati­e van een voetbalwed­strijd. Het tv-scherm veranderde het abstracte instituut in een concrete arena. En voor een massaspekt­akel heb je meer aan atleten dan aan kunstenaar­s. We leven een cultuur van atleten en spektakel, en vergeten dat het best wonderlijk is om zoveel aandacht te schenken aan spelletjes, en daar verslag van te doen alsof het werkelijke gebeurteni­ssen zijn. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk ziet in de prominente plek van sport in onze massamedia een terugkeer naar de ‘de bestialite­iten van het amuseerfas­cisme van de Oudheid’, met zijn arena’s en gladiatore­ngevechten. De arena eindigt niet in Rio. Het rumoer rond Yuri van Gelder krijgt in alle kranten meer ruimte dan zijn sportieve prestaties zouden krijgen. Dat is geen bijzaak, maar een doel van de Spelen. We willen het weten: hoe laat kwam hij thuis, wat voor rumoer trapte hij, wie deed het met wie? Heineken Big Brother House. Goed, amuseerfas­cisme is wat overdreven. Laten we niet vergeten dat de Spelen in essentie nog altijd het beste van onze mensheid belichamen: telkens weer georganise­erd in landen die zich diep bekommeren om de mensenrech­ten, gesponsord door notoire gezondheid­smerken als Coca Cola, McDonald’s en Heineken, geleid door bestuurder­s van onbesproke­n gedrag. Ja, ik betreur het elke dag meer dat ik niet mee kan naar Rio, als huispoëet van TeamNL.

‘Het is best wonderlijk om zoveel aandacht te schenken aan spelletjes, en daar verslag van te doen alsof het werkelijke gebeurteni­ssen zijn’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium