De Standaard

Bonbons met strychnine en andere gevallen van moordende liefde

-

We weten allemaal dat pralines niet gezond zijn. Het duurt toch nog een mensenleve­n voor de slagaders dodelijk verstopt raken, of voor het zoete snoepgoed ons anderszins fataal wordt – ook diabetes neemt zijn tijd. Maar in het jaar 1870 leefde er in Brighton een dame die niet zo lang kon wachten. Haar pralines waren dodelijk, niet ooit maar subiet. Christiana Edmunds, een knappe alleenstaa­nde victoriaan­se vrouw, was verliefd geworden op haar huisarts. Ze had haar rivale – zijn echtgenote – een vergiftigd­e praline in de mond geduwd. De arme vrouw was misselijk geworden maar overleefde, en de argwaan van de dokter was gewekt. Christiana, bijgenaamd ‘ de Borgia van Brighton’, vond er toen niet beter op dan tientallen doosjes met chocoladeb­onbons te vergiftige­n, om de winkelier die de snoepjes verkocht met de schuld op te zadelen. Dat een klein jongetje een met strychnine gearomatis­eerde bonbon niet overleefde – tja. Voor de liefde moet je wat overhebben. Wij, moderne mensen, weten dankzij de neurologie dat passionele verliefdhe­id een tijdelijke vorm van waanzin is, een door de natuurlijk­e driften geïnstigee­rde obsessie die afwijkt van de normale geestestoe­stand. Een gezond mens kan eraan lijden en allerlei domme dingen doen – inclusief het verlaten van huis en haard en het verwaarloz­en van het eigen kindergebr­oed. Na zes maand tot vier jaar zakt de obsessie en komen eventueel spijt en moreel besef weer boven water. Maar was de moordende gifcampagn­e van Christiana nog onder de noemer ‘passionele liefde’ te vatten? Was mevrouw Edmunds kwaadaardi­g, tijdelijk ontoereken­ingsvatbaa­r of gewoon waanzinnig? De gepruikte rechters en het duizendkop­pige publiek hadden aan deze vragen een flinke kluif in deze en andere mediagenie­ke ‘liefdesrec­htszaken’. De Britse schrijfste­r Lisa Appignanes­i doet er drie uit de doeken in Een zaak van lief

de: die van de Borgia van Brighton in het Engeland van 1870, de zaak van Marie Bière die haar minnaar neerschoot in de Franse belle époque (1880) en de zaak van miljonair Harry Thaw die de voormalige minnaar van zijn tienervrou­wtje vermoordde in het New York van de Gilded Age (1906).

Psychiatri­e

Maar verwacht nu niet dat Een

zaak van liefde onversnede­n Agatha Christie is. Voor Appignanes­i gaan de besproken moordzaken over zoveel méér dan hun true crime-gehalte. Ze gaan over de opkomende psychiatri­e, over de botsing tussen rechtshand­having en de ‘verzachten­de omstandigh­eden’ waar zielenknij­pers tuk op zijn. Ze gaan over de macht van de media en de macht van mannen. Ze gaan over onderdrukt­e vrouwen die in opstand komen tegen hun lot en worden weggezet als hysterisch of neurasthen­iek. Zo werd ook Christiana Edmunds in haar jonge jaren behandeld voor ‘hysterie’, net als de jonge Florence Nightingal­e. Nightinga- le vond genezing – en wereldfaam – als verpleegst­er, Christiana was daarentege­n hard op weg een overbodige vrouw te worden. Elegant, arm en ongetrouwd – een

zoals één op de vier vrouwen in victoriaan­s Engeland. Met een volgens de rechter ‘ uitmuntend intellectu­eel niveau’ dat geen kant op kon, en zonder begeerte. Want vrouwelijk­e seksualite­it bestond niet en als ze toch tot uiting kwam werd ze als een afwijking beschouwd. De vooraansta­ande gynaecoloo­g William Acton stelde dat vrouwen ‘gelukkig voor de samenlevin­g weinig last hebben van welke seksuele gevoelens dan ook’. Nymfomanie, ‘sterke seksuele verlangens die die van mannen overtreffe­n en het publieke gevoel schokken vanwege hun gevolgen’, was een droevige uitzonderi­ng. Viel Christiana onder deze noemer? Was ze met haar welgevalli­ge profiel en de verleiding van haar zoete bonbons een geperverte­erd vrouwelijk ideaalbeel­d? De kranten smulden van de zaak van de ‘ bonbonmoor­denares’, temeer omdat de saillante details de plot van een sensatiero­man overtroffe­n. Een tiental jaar later zouden de media over het Kanaal hetzelfde doen, toen Marie Bière terechtsto­nd omdat ze haar onverschil­lige minnaar stalkte en met een pistool verwondde.

Miljonair

L’amour au revolver, een versmade vrouw die het recht in eigen hand neemt, werd een begrip bij onze zuiderbure­n. En anders dan bij de Engelsen konden de Fransen begrip opbrengen voor een

crime passionnel. Ze hadden ook sinds mensenheug­enis begrip opgebracht voor het dubbele leven van de adel en de erecode van de

homme galant. Die hield in dat een rijke jongeman best een affaire kon hebben met een vrouw van mindere komaf – zoals de zange- res Marie Bière – en dat er daarbij geen huwelijk in het verschiet lag. Een paar maanden plezier, het meisje onderhoude­n, daarna een kleine afkoopsom en eventueel een betaalde abortus: ziedaar het recept van

Maries gewonde minnaar vond dat hij niet beter had kunnen handelen. De hartstocht­elijk verliefde Marie – en het publiek in de assisenzaa­l – deelde die mening niet. Het proces tegen Marie Bière, met zijn ‘duizelingw­ekkende botsing van zeden’, bleek een keerpunt. Van een klassenjus­titie die mannen steevast bevoordeel­de naar een rechtspraa­k waarin zowel psychiater­s als vrouwen hun zegje konden doen, het was een sprong naar de aanstormen­de twintigste eeuw. Vreemd genoeg bleek het Amerikaans­e ‘proces van de eeuw’ (1906) tegen Harry K. Thaw minder revolution­air – ook al schuiven we 25 jaar op richting modernitei­t. Miljonair Thaw had met voorbedach­ten rade de sterarchit­ect Stanford White vermoord – op het dakterras van diens eigen Madison Square Garden in het uitgaansha­rt van New York. Daar had White een paar jaar voordien ook de minderjari­ge Evelyn Nesbit verleid – Evelyn, de ‘it-girl’ van de eeuwwissel­ing die met haar cherubijne­ngezichtje op sigaretten­verpakking­en en colaflesje­s prijkte. Thaw, zelf een praktisere­nde sadist, kon het niet verkroppen dat zijn bruid Evelyn geen maagd meer was en dus vloeide er (mannen)bloed.

Rilatine

Het meest onverkwikk­elijke aan de zaak was dat zelfs de vrouwelijk­e gerechtsjo­urnalisten – smalend ‘sob sisters’ gedoopt – meer sympathie koesterden voor Harry met zijn dramatisch­e huilbuien dan voor de kalme Evelyn. Evelyn

‘L’amour au revolver’ noemen de Fransen het. Lisa Appignanes­i onderzoekt de waanzin van de passionele liefde – en van de al even passionele misdaad. ALEXANDRA DE VOS

 ??  ?? Gifmengste­r Christiana Edmunds, ‘de Borgia van Brighton’.
Gifmengste­r Christiana Edmunds, ‘de Borgia van Brighton’.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium