‘Winnaar Nobelprijs is de paus niet’
De Nobelprijs Economie, die vandaag wordt toegekend, krijgt steeds vaker kritiek. ‘De prijs geeft geloofwaardigheid aan ideeën die niet kloppen.’
BRUSSEL | De Nobelprijs Economie blijft de meest prestigieuze bekroning in het veld, maar ligt ook onder vuur. Onder meer journalist Joris Luyendijk heeft het niet begrepen op de prijs. Zijn afkeer ervan zette hij in een opiniebijdrage in deze krant nog eens duidelijk in de verf ( DS 8 oktober).
‘Economie is geen wetenschap’, zegt Luyendijk. ‘ Het probleem is niet zozeer dat er een Nobelprijs Economie is, maar dat er geen equivalente prijs is voor psychologie, sociologie of antropologie.’ En dat geeft het foute signaal dat economie net als fysica en chemie een exacte wetenschap is die tijdloze waarheden ontsluiert, vindt hij. Wat onvermijdelijk leidt tot zelfoverschatting bij de economen. Nochtans is sinds de wereldwijde economische crisis duidelijk geworden dat ook economen de waarheid niet in pacht hebben.
Veel theorieën, toch fout
Is dat erg? Tenslotte zijn er ook Nobelprijzen voor de Vrede en de Literatuur, toch ook niet meteen exacte wetenschappen. ‘Maar economisten vergelijken zich niet met de schrijvers, ze vergelijken zich met de fysici’, zegt Avner Offer, emeritus professor economische geschiedenis aan de universiteit van Oxford. In het boek The
Nobel Factor, dat hij schreef met collega Gabriel Soderberg, stelt ook hij vragen bij de prijs.
‘Om de Nobelprijs Fysica te winnen, moet jouw theorie ergens in het echte leven een effect hebben. Het higgsboson-deeltje werd al decennia geleden voorspeld. De wetenschappers in kwestie hadden geluk dat ze nog leefden toen het ook echt geobserveerd werd. Terwijl heel wat economische deelgebieden niet te observeren zijn.’
Toen de Nobelprijzen meer dan honderd jaar geleden voor het eerst uitgereikt werden, was er van een onderscheiding voor economie nog geen sprake. Die is pas in 1969 in het leven geroepen door de Zweedse centrale bank, ter gelegenheid van haar driehonderdste verjaardag. Hij heet officieel ‘De prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economische Wetenschappen ter nagedachtenis aan Alfred Nobel’.
‘De prijs kwam er net op het moment dat het marktdenken meer invloed begon te krijgen’, zegt Offer. ‘Voordien was veeleer Keynes populair, met de nadruk op marktcorrectie en volledige tewerkstelling. Op de achtergrond speelde het conflict tussen de Zweedse sociaaldemocratie en het zakenleven.’
Offer vindt het aura dat aan de prijs kleeft, gevaarlijk. ‘Er zijn maar weinig theorieën over de sociaaldemocratie, maar ze is wel efficiënter in het verschaffen van onderwijs en gezondheidszorg dan de vrije markt.’
‘Over het economische marktdenken daarentegen bestaan honderden theorieën, maar de basis is eigenlijk gewoon fout. Dat we gedreven worden door eigenbelang, en dat we tot een optimum kun- nen komen: allemaal heel interessant, maar het klopt niet. En de Nobelprijs gaf er geloofwaardigheid aan. Ik zeg niet dat je hem moet afschaffen, maar je moet er wel de implicaties van beseffen.’
Volgens econoom Paul De Grauwe houdt het Nobelcomité wél al rekening met die bedenkingen. ‘Kijk naar de prijs in 2002 voor psycholoog Daniel Kahneman, die aantoonde dat mensen niet alleen door nutsmaximalisa-
‘Afschaffen, hoeft niet, maar je moet er wel de implicaties van beseffen’ AVNER OFFER Emeritus professor economische geschiedenis in Oxford
tie gedreven worden. Het is waar dat veel macro-economen zijn blijven hangen in die theorie van het perfect geïnformeerde, rationele individu. Maar in de microeconomie is die stap al gezet. En er zijn toch ook al economen beloond die flink van leer trekken tegen de orthodoxie, zoals Robert Shiller.’
Maar niet genoeg, vindt Offer. ‘De meeste economen zijn, verrassend genoeg, eerder links georiënteerd, maar in hun theorieën blijven ze bijna allemaal uitgaan van het pure marktdenken.’
Een bijkomend probleem, zegt Offer, is dat de prijswinnaars maar wat graag beleidsadvies geven. Ook over onderwerpen die buiten hun onderzoeksgebied liggen. Terwijl een wetenschapper die zich buiten zijn onderzoeksterrein begeeft, snel teruggefloten zou worden, kan de Nobelprijswinnaar Economie overal met zijn mening terecht. ‘ In Amerika noemen we dat off-label prescription: medicijnen die ook gebruikt wor- den tegen ziektes waarvoor ze niet bestemd zijn. Economen doen zelden goede voorspellingen. Maar ze geven wel graag advies, niet op basis van hun onderzoek maar op basis van hun wereldvisie, zoals ook priesters en politici dat graag doen. Daar is niets mis mee, maar we moeten hun argumenten blijven beoordelen op hun waarden.’
IJdelheid
Daar gaat De Grauwe in mee. ‘Als een Nobelprijswinnaar zijn mond opendoet, is het alsof de paus spreekt. Je zal het zien: de nieuwe winnaar zal meteen zijn mening moeten geven over de Brexit of over de effecten van Donald Trump op de economie. Dat streelt natuurlijk de ijdelheid. En je kunt het moeilijk verbieden.’
Voor Luyendijk is de oplossing duidelijk: geen Nobelprijs Economie, maar een Nobelprijs Sociale Wetenschappen, ‘ die altijd benadrukt dat bescheidenheid gepast is als het gaat over menswetenschappen.’
De Grauwe ziet geen problemen in de Nobelprijs voor Economie. ‘Het is een erkenning binnen een bepaalde wetenschap. Minder exact dan fysica, maar het blijft een wetenschap. Moet er ook een Nobelprijs komen voor sociologie? Richt er dan een in.’
Deutsche Bank Qatarese royals bekijken groter belang in Duitse bankreus
De koninklijke familie van de Golfstaat Qatar bestudeert een grotere participatie in Deutsche Bank. Volgens het financiële persagentschap Bloomberg denkt onder meer de vorige emir van Qatar er aan het huidige belang op te trekken van 10 naar 25 procent. Officieel commentaar is er voorlopig niet, want zowel Deutsche bank als vertegenwoordigers van de Qatari’s houden de lippen op elkaar.
Het bericht over de Qatarese belangstelling komt op een moment dat de Duitse bankreus achter de schermen bij nieuwe en bestaande aandeelhouders aftoetst of ze het zien zitten om met vers kapitaal over de brug te komen.
Misleid
Momenteel is het vertrouwen van de beleggers in Deutsche Bank serieus geschaad. Dat heeft alles te maken met de eis van het Amerikaanse ministerie van Justitie om een schadevergoeding van 14 miljard dollar te betalen. Deutsche Bank wordt aangewreven investeerders in de VS misleid te hebben over de deugdelijkheid van beleggingen die gebaseerd worden op hypotheekleningen.
De druk op de top van de Duitse bank om aan te tonen dat de instelling financieel bestand is tegen de Amerikaanse schadeclaims, nam vorige week fors toe.
Qatar werd in 2014 aandeelhouder van Deutsche Bank. Het telde daar toen 1,75 miljard euro voor neer. De Golfstaat heeft nog niet veel plezier beleefd aan die instap. De waarde van het bankaandeel is sinds begin van dit jaar met 46 procent gedaald.
‘Moet er ook een Nobelprijs komen voor sociologie? Richt er dan een in’ PAUL DE GRAUWE Econoom