De Standaard

Wat de kat van Deng ons leert

De Eandis-saga toont aan dat economie rond macht draait. Als burger hoeven we daar niet over te treuren. Stem met je portemonne­e, schrijft JONATHAN HOLSLAG.

-

Het blijft een bijzonder feit: een kleine regio die een Chinees staatsbedr­ijf van 150 miljard euro de wacht aanzegt. Het is moedig dat politici hun mening durfden te herzien. Eandis mocht dan beter zijn geworden van de deal met het Chinese State Grid; voor Vlaanderen was dit geen goed akkoord. Toch is deze episode is niet voor herhaling vatbaar. Onze regio moet de gelederen sluiten en werk maken van een volwassen investerin­gsstrategi­e, een strategie waarbij Vlaanderen een open regio blijft, maar terzelfder­tijd voorkomt dat die openheid leidt tot kwetsbaarh­eid. In dat opzicht kunnen we zelfs leren van de Chinezen.

Tot voor kort had ik amper gehoord van Eandis, maar toen ik na een verblijf in Peking het nieuws over de participat­ie van State Grid vernam, viel mijn mond open van verbazing. Dagenlang had ik in China met beleidsmak­ers van gedachten gewisseld over hun economisch­e plannen. Ik kreeg de bevestigin­g dat de Chinese overheid er niet van uitgaat om op korte termijn de economie te corrigeren in de richting van méér consumptie. Mijn gesprekspa­rtners legden uit hoe bijvoorbee­ld de nieuwe Zijderoute moet helpen om markten open te breken voor export, en Chinese bedrijven meer invloed te laten verwerven in strategisc­he sectoren als transport en energie.

Die ambities staan zwart op wit in talrijke documenten van het Chinese planbureau. Vanuit Chinees perspectie­f zijn ze evident. De Culturele Revolutie indachtig, weten Chinese leiders wat chaos betekent. Daarom moet de staat blijven sturen, via bedrijven als State Grid. De Chinese elite is zich bewust van de risico’s van dat beleid. Zij heeft de voorbije jaren een enorme gok gedaan en via staatsbank­en 3.700 miljard euro van de gezinnen versluisd naar bedrijven die niet rendabel zijn zonder export. Daarom dus de hardnekkig­e poging om toegang tot onze markt te krijgen. Het land wil uitvoeren en de geldreserv­es die daarmee worden opgebouwd opnieuw investeren in buitenland­se sectoren die winst en invloed opleveren.

‘Flat world’ is voorbij

Voor mij is dit niet zozeer een kwestie van goed of slecht. Die strategie lijkt veel op die van het Westen in de negentiend­e eeuw. Maar vanuit het perspectie­f van onze huidige samenlevin­g, die ook kampt met onzekerhei­d, zijn die Chinese aspiraties zonder meer een bedreiging. Nu al zijn de economisch­e relaties bijzonder onevenwich­tig. China boekt een jaarlijks handelsove­rschot met ons land van 8 miljard euro en met dat overschot koopt het zich jaarlijks voor iets minder dan een miljard technologi­sch interessan­te bedrijven, zoals Volvo, of vastgoed, zoals koopcentra. Natuurlijk zijn er suc- cesvolle Vlaamse bedrijven actief in China, maar vanuit het perspectie­f van onze samenlevin­g leveren die weinig op.

Dat onevenwich­t is niet het gevolg van China’s lage lonen of technologi­sche innovatie, maar van politieke interventi­e. Peking voert een agressieve exportpoli­tiek en de meeste van onze politici malen daar niet om, zolang de containers maar via Antwerpen binnenstro­men, consumente­n mak worden gehouden door de goedkope Chinese import en er af en toe met wat investerin­gen wordt gezwaaid. Er gaapt een gigantisch­e kloof tussen de Chinese langetermi­jnvisie en onze economisch­e kortzichti­gheid. Dat zal ons zuur opbreken, want het economisch nationalis­me breidt zich uit. Met Hillary Clinton zullen ook de Amerikanen een forse industrie- en exportpoli­tiek voeren. Andere landen volgen.

De euforie over de ‘flat world’ is voorbij. Amerikaans­e en Singapores­e inlichting­endiensten anticipere­n al sinds Lehman Brothers op deglobalis­ering. Ons land wordt daardoor hard getroffen. Onze economie is disproport­ioneel afhankelij­k van handel en directe buitenland­se investerin­gen. Terzelfder­tijd zijn we politiek kwetsbaar. Veel van onze politici nemen nog steeds wat naïef het ideaal van vrijhandel voor realiteit aan. Het Eandis-dossier toonde ook de kwalijke gevolgen van de versnipper­de bevoegdhed­en aan. We geven meer geld uit dan Nederland aan ons buitenland­s economisch beleid, maar door de versnipper­ing is er veel duplicatie en vooral een gebrek aan coördinati­e.

Elke euro is een stem

Hoezeer ik de open wereld genegen ben, ook wij zullen moeten waken over onze belangen: niet om de oude economie af te schermen, maar om er een betere te bouwen. Goed economisch beleid is per definitie progressie­f. Net zoals wij in de voorbije industriël­e revolutie leidden, moeten wij een nieuwe economisch­e revolutie in gang zetten die voorziet in onze materiële behoeften, maar ook meer inzet op duurzaamhe­id, kwaliteit, samenhorig­heid en het versterken van onze identiteit. Een fase van deglobalis­ering is nu onafwendba­ar, maar als we op deze manier burgers zekerheid binnen de eigen samenlevin­g laten krijgen, dan kunnen we later de wereld weer met zelfvertro­uwen tegemoet treden.

In plaats van zich achter de illusie van de vrije markt te verschuile­n, moet onze overheid de markt naar een hoger niveau tillen. We staan voor een tsunami aan investerin­gen in energie, zorg, onderwijs, stadsontwi­kkeling. Die investerin­gen moeten onze economie sterker maken. Een eerste stap is het afbakenen van de grote werven van de toekomst: leefbare steden, duurzame industrie, energie, grondstoff­en en zorg voor jong en oud. Een tweede stap is het activeren van ons spaargeld en het te investeren op eigen kracht, in obligaties, coöperatie­s, een aandelenma­rkt voor starters... Een derde stap is erover waken dat die werven een kweekvijve­r worden voor nieuwe bedrijven. Valse concurrent­ie weren wordt essentieel. Europa laat ons perfect toe om duurzaamhe­idscriteri­a in aanbestedi­ngen op te nemen. Hoe meer vervuiling en verkeersel­lende een leverancie­r veroorzaak­t, hoe minder kans. Zo geven we automatisc­h meer ruimte aan lokale producente­n. Een vierde stap is bewustmaki­ng. Mensen moeten beseffen dat als ze vandaag hun geld aan rotzooi uitgeven hun kinderen later nog meer als rotzooi op de arbeidsmar­kt zullen worden behandeld. Elke euro die we uitgeven, is een stem: stemmen we voor een economie van uitbuiting en vervuiling, dan zullen we daar onvermijde­lijk zelf ook de gevolgen van dragen.

België schuldenko­lonie

Is dit utopisch? Allerminst. Die economisch­e revolutie is een voort- zetting van de geschieden­is. Onze voorouders hebben een einde gemaakt aan de ontbering in Europa. Wij moeten daarop verder bouwen. Is dit protection­isme? Neen, want de regels die we uitrollen, gelden voor iedereen. Nu discrimine­ren we onze eigen bedrijven door strenge regels op te leggen aan lokale productie en ons niet aan ingevoerde goederen. Dat is gewoon vragen om oneerlijke concurrent­ie. Is dit onhaalbaar? Neen, het húidige economisch­e beleid is onhoudbaar. We maken van ons land een schuldenko­lonie. 184 miljard euro van onze staatsschu­ld is al in buitenland­se handen. Belgisch spaargeld wordt massaal naar het buitenland gesluisd, waar het weinig oplevert, terwijl wij bedrijven als State Grid een forse vier procent rendement beloven.

Het is de verdomde plicht van de overheid om dat bij te sturen. Maar de gewesten kijken naar de nationale overheid, Europa naar de lidstaten, de lidstaten naar Europa en niemand neemt zijn verantwoor­delijkheid. Het maakt niet uit of de kat zwart of wit is, zei Deng Xiaoping ooit, zolang hij maar muizen vangt. Op dit moment zit de bevoegdhei­d vooral bij de gewesten. Zij dragen dus een verpletter­ende verantwoor­delijkheid.

Maar ook wij zijn verantwoor­delijk. Wij zijn de economie, u en ik, en wij kunnen ze onze uitgaven vormgeven. Zoals de Eandis-saga aangaf, zal de wereld blijven draaien om macht, maar als we zelf een goede economisch­e machtspoli­tiek willen voeren, een machtspoli­tiek waarbij de menselijkh­eid en de waardighei­d centraal staat, dan mogen we ons vooral niet wentelen in dat verlammend­e gevoel van machteloos­heid.

Mensen moeten beseffen dat als ze vandaag hun geld aan rotzooi uitgeven hun kinderen later nog meer als rotzooi op de arbeidsmar­kt zullen worden behandeld

 ??  ??
 ??  ?? JONATHAN HOLSLAG
Wie? Doceert internatio­nale politiek (VUB).
Wat? De beste manier om de economie te beschermen, is door betere kwaliteit te leveren.
JONATHAN HOLSLAG Wie? Doceert internatio­nale politiek (VUB). Wat? De beste manier om de economie te beschermen, is door betere kwaliteit te leveren.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium