De Standaard

Leger mag voluit spioneren

Een grondige update van de regels voor de inlichting­endiensten katapultee­rt hen naar de 21ste eeuw. Volgt hun waakhond?

- VAN ONZE REDACTEUR NIKOLAS VANHECKE

BRUSSEL | De Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), die onder Defensie valt, krijgt er een pak mogelijkhe­den bij. Zijn opdracht is in de eerste plaats in het buitenland informatie in te winnen. Nu kampen de legerspion­nen met het probleem dat ze buiten België weinig mogen doen. Een concreet voorbeeld: wanneer militairen tijdens een missie in het buitenland een gsm van een zelfmoordt­errorist vinden, dan mag de ADIV die niet zomaar doorzoeken op informatie over een terreurnet­werk. Een smartphone uitlezen is namelijk een ‘ intrusie op een informatic­asysteem’. En die valt onder de bijzondere methodes, die dus niet toegelaten zijn in het buitenland.

Daar komt veranderin­g in. De Staatsveil­igheid en de ADIV hebben via de bevoegde ministers Geens en Vandeput een bijzonder gevarieerd verlanglij­stje ingediend dat hun werking moet moderniser­en. Het parlement bespreekt dat vandaag.

Datakabels afluistere­n

De ADIV zal in het buitenland gebruik mogen maken van alle bijzondere inlichting­enmethoden. Dat gaat van de observatie van woningen of het openen van postbussen, over de plaatsing van camera’s en het lokalisere­n van terroriste­n, tot hacking van computers en smartphone­s. Daarboveno­p wordt er werk gemaakt van het afluistere­n van buitenland­se communicat­ie die via datakabels loopt. En dan gaat het over álle soorten communicat­ie: telefonie, e-mails, internetve­rkeer, enzovoort. De voorwaarde is wel dat de spionnen in die stroom aan informatie gericht op zoek gaan naar data. Meer bepaald moet die gaan over doelwitten die voorkomen in een ‘afluisterp­lan’ dat jaarlijks wordt opgesteld.

In de praktijk is het resultaat van al die wijziginge­n dat de ADIV vervelt van een wat ondergesch­oven geheime dienst naar een centrale poot in de Belgische inlichting­enwereld. De ADIV zou kunnen worden beschouwd als de evenknie van het Britse MI6, zij het met een kleiner budget en minder opdrachten. De ADIV blijft ook defensief van ingesteldh­eid – hij moet beschermen – maar krijgt daarvoor wel meer offensieve middelen. Daardoor kan hij beter meespelen met de grote jongens, zoals de Britten en Amerikanen.

Opvallend is dat ondanks al die uitbreidin­gen het toezicht op de inlichting­endiensten niet fundamente­el verandert. De ADIV moet maandelijk­s zijn ‘targets’ rapportere­n, maar waakhond Comité I krijgt er geen middelen of mensen bij. Ook al valt te verwachten dat er een toename komt van het aantal toegepaste inlichting­enmethodes, moet er ook daar worden bespaard.

‘Dit zijn niet gewoon een paar correcties’, vindt kamerlid Stefaan Van Hecke (Groen). ‘Ik vraag me af of de controle op de methodes wel zal blijven volstaan.’

‘Er is voorzien in een controle voor, tijdens en na de inzet’, reageert het kabinet-Geens. ‘Daaraan wordt niets veranderd.’

‘Dit zijn niet gewoon een paar correcties’ STEFAAN VAN HECKE Kamerlid Groen

Fouillerin­gen, gebouwen binnendrin­gen, iemand arresteren en zelfs wapens gebruiken: het eigen interventi­eteam van de inlichting­endienst krijgt dezelfde bevoegdhed­en als de politie.

BRUSSEL | Wanneer mensen van de Staatsveil­igheid een netwerk uitbouwen onder extremiste­n of op een moeilijke plek mensen moeten observeren, gebeurt dat dikwijls in onveilige omstandigh­eden. Daarom stellen Justitiemi­nister Koen Geens (CD&V) en zijn collega op Defensie Steven Vandeput (N-VA) voor dat de inlichting­endiensten een eigen interventi­eteam mogen oprichten.

Dat is vooral voor de Staatsveil­igheid bedoeld. De militaire inlichting­endienst ADIV werkt in het buitenland meestal ingebed in het leger, dus daar is dat minder noodzakeli­jk.

De leden van dat ‘Immediate Response Team’ moeten de agenten dus bijstaan tijdens riskante opdrachten, maar ze moeten ook de gebouwen van de inlichting­endiensten beveili- gen. Ze mogen daarbij even ver gaan als gewone politiemen­sen, inclusief een vuurwapen trekken en schieten als dat nodig is.

Waarom doet de Staatsveil­igheid voor die beveiligin­gsopdracht­en niet gewoon een beroep op de politie?

‘De inzet van politiedie­nsten is niet altijd aangewezen’, klinkt de uitleg. ‘De interventi­e van de politie zal altijd ofwel te laat zijn ofwel te weinig discreet voor de lopende operatie. Bovendien is de info over een operatie geheim.’

‘De oprichting van zo’n team is zeer contradict­orisch’, vindt Kenneth Lasoen, die onderzoek voert naar de Belgische inlichting­endiensten en ook als consulent is verbonden aan een Canadees beveiligin­gsbedrijf. ‘De voorbije jaren werkte de Staatsveil­igheid net aan een verminderi­ng van het personeel dat een wapen draagt, ook door een incident waarbij een inspecteur op zijn collega schoot. En nu gaat men opnieuw zo’n dienst oprichten?’

Dit interventi­eteam doet ook denken aan de dienst protectie, die moest instaan voor de beveiligin­g van vips. Na lange onderhande­lingen verhuisde die bevoegdhei­d naar de federale politie (DS 27 januari 2015). Minister Geens liet al verstaan dat het nieuwe team dezelfde bevoegdhed­en zal hebben, maar een andere opdracht.

De vermelding van dat nieuwe team in een wet over inlichting­enmethoden geeft bovendien aan hoe er tegelijk allerlei nevenzaken bij de inlichting­endiensten worden geregeld (zie ook hiernaast).

Groen-kamerlid Stefaan Van Hecke kan begrijpen dat er een update nodig is, maar merkt ook hoe de nieuwe regels heel vaak een versoepeli­ng inhouden. ‘Dat geldt bijvoorbee­ld voor wanneer er hoogdringe­ngd een inlichting­enmethode moet worden toegepast zonder dat de bevoegde commissie groen licht moet geven’, zegt Van Hecke.

De leden van het ‘Immediate Response Team’ moeten de agenten bijstaan tijdens riskante opdrachten

 ?? © pn ?? Minister van Defensie Vandeput.
© pn Minister van Defensie Vandeput.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium