In vier stappen naar ‘hoopgevend’
Roberto Martinez is na een sputterende start het vertrouwen aan het winnen, wat hem in ons tussentijdse rapport een ‘hoopgevend’ oplevert. Hoe heeft hij dat gedaan?
Rode Duivels
| In de eerste plaats zijn er natuurlijk de cijfers. Na een zwakke oefenpartij tegen Spanje goed aan de WK-voorronde begonnen met het maximum van de punten. Dat heeft eerlijkheidshalve ook te maken met het beginprogramma. Als je in een groep zit met wedstrijden als Italië-Spanje en Frankrijk-Nederland is het uiteraard een pak moeilijker die statistieken voor te leggen. Laten we de cijfers zodoende waarderen, maar niet als graadmeter gebruiken voor de beoordeling van de eerste maanden Martinez.
1. Gruwelijke positivo
Roberto Martinez moet één van de grootste positivo’s uit het internationale voetbal zijn. Voor hem is het glas nooit halfleeg of halfvol, het is gewoon altijd overvol. Fantastic, Impressive, Great: er gaat geen zin voorbij of de Spanjaard heeft een superlatief in de groep geslingerd. De manier waarop hij de kwaliteiten van Gibraltar beschreef, had een plaatsje verdiend in legendarische Canvas-programma’s als In de Gloria of Alles kan beter. Over the top dus, en dat gaat op den duur vervelen. Omdat het ongeloofwaardig wordt en het gewoon niet kan dat alles ‘fantastisch’, ‘indrukwekkend’ en ‘groots’ is. De mensheid heeft zich ontwikkeld door kritisch te zijn en vandaaruit dingen te verbeteren. Wie alles goed vindt, boekt geen vooruitgang meer.
Nu – en dat zijn de geluiden die we uit de kleedkamer opvangen – is er in de interne retoriek van Martinez wel plaats voor een beetje relativering van dat positivisme. In zijn korte tactische besprekingen – elke dag circa tien minuten – zegt hij waar het op staat. Hij is duidelijk, praat niet meer dan nodig maar zal altijd vanuit het positieve vertrekken. De spelers vinden dat aangenaam. Voorlopig. Bij Everton werd het in zijn derde jaar wel een grap, dat eeuwige positivisme van de coach.
2. Tactische vooruitgang
De grootste verdienste van Martinez. Zelfs een grote Wilmots-adept als Eden Hazard gaf het deze week toe: er worden nu wel stappen gezet op tactisch vlak. De trainingen zijn allemaal gesloten, waardoor wij als journalisten niets van zijn aanpak zien, maar de oefeningen zijn veelal tactisch geïnspireerd. Eigenlijk niet meer dan logisch, want conditioneel en technisch hoef je deze jongens niets meer bij te brengen. Wil- mots trainde – ook achter gesloten deuren – uitsluitend op intensiteit. Er was een nationale opstand nodig om hem op stilstaande fasen te laten oefenen.
De aanpak van Martinez werpt vruchten af. De Duivels kunnen na vier wedstrijden onder hem al drie systemen aan: 4-3-3 (en de variant 4-2-3-1), 3-4-3 en 3-5-2. De spelers staan niet meer hulpeloos naar de zijlijn te kijken als een ander systeem zich opdringt.
De tactische aanpassingen worden nog altijd gedirigeerd vanuit de dug-out en de echte leiders hebben we nog niet zien opstaan. Ook daar maakt Martinez werk van, door spelers meer verantwoordelijkheid toe te schuiven. De ernstige manier waarop Hazard, Vertonghen en al die anderen de wedstrijd tegen Gibraltar aanpakten, is in dat opzicht een eerste stap.
3. Geen ik-verhaal
Martinez is duidelijk een coach die zichzelf niet te veel op de voorgrond wil plaatsen. Is het daarom dat hij veel met nietszeggende antwoorden uitpakt op nochtans zeer concrete vragen? Het is alvast ook een manier om de geheimhouding te garanderen. Vorige week betrapten we hem zelfs op een leugentje. Dinsdag meldde hij triomfantelijk dat iedereen van de kern, behalve Nainggolan en Dembélé, fit was. Een dag later moest hij toegeven dat Thorgan Hazard al drie dagen niet meetrainde. Ook dat komt zijn geloofwaardigheid niet ten goede.
Alle euforie en grootspraak zullen tot aan het WK 2018 getemperd worden door die ene vraag: wat kunnen deze Duivels tegen de topnaties als het er écht om gaat?
4. Nu ook tegen toplanden
De relatief zwakke voorrondegroep waarin de Duivels zijn ondergebracht, brengt ons land wellicht vlot naar het WK in Rusland. Dat heeft ook nadelen. Zo blijft de vraag in hoeverre Martinez deze selectie zal kunnen klaarstomen voor duels met de toplanden die moeten worden geklopt als die halve finale in Rusland moet worden bereikt. Tot op dat WK zullen we dat niet weten. Want hoeveel vriendschappelijke duels met Spanje, Italië, Frankrijk of Duitsland de voetbalbond ook afsluit, dat zijn niet de echte graadmeters.
Elf maanden geleden klopten de Duivels Italië met 3-1 in een oefenwedstrijd. Zeven maanden later, als het er op het EK echt om te doen was, liep het met 0-2 mis. Daarom zullen euforie en grootspraak de komende negentien maanden – tot de start van het WK op 14 juni 2018 – altijd getemperd worden door die ene vraag: wat kunnen deze Duivels tegen de topnaties als het er écht om gaat?